zelfcontrole
Nederlands
![](../I/m/COLLECTIE_TROPENMUSEUM_Bronzen_boeddhabeeld_TMnr_2960-140.jpg)
meditatie als vorm van zelfcontrole
Woordafbreking
- zelf·con·tro·le
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf en controle
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfcontrole | zelfcontroles |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zelfcontrole v/m [1]
- jezelf in de hand kunnen houden
- Het verlies van zelfcontrole is een belangrijk onderdeel van een verslaving.
- jezelf controleren
- Bij de behandeling van diabetes mellitus is zelfcontrole van de bloedsuikers van groot belang.
Gangbaarheid
- Het woord zelfcontrole staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zelfcontrole' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.