zelfbevlekking
Nederlands
Woordafbreking
- zelf·be·vlek·king
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf en bevlekking
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | zelfbevlekking | zelfbevlekkingen |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zelfbevlekking v
- Vroeger werd zelfbevlekking gezien als een ernstige zonde.
- vooringenomenheid
- Ik heb geen idee hoelang dit partijtje dat zichzelf uit zelfbevlekking ‘onderwijspartij’ noemt een rad voor de ogen van onderwijsgevend Nederland mag en kan blijven draaien?[1]
Gangbaarheid
- Het woord zelfbevlekking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zelfbevlekking' herkend door:
| 97 % | van de Nederlanders; |
| 85 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.