zelfstudie
Nederlands
Woordafbreking
- zelf·stu·die
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf en studie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfstudie | zelfstudies |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
zelfstudie v
- onafhankelijk van een leraar studeren
- Bewonderenswaardig genoeg heeft hij dit vrijwel geheel door zelfstudie bereikt.
Gangbaarheid
- Het woord zelfstudie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zelfstudie' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.