zelfhulp

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·hulp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfhulp -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

zelfhulp v/m

  1. (psychologie) het oplossen of verzachten van problemen zonder tussenkomst van professionele hulpverleners
  2. de zorg voor zichzelf
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zelfhulp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.