zelfgenoegzaamheid
Nederlands
Woordafbreking
- zelf·ge·noeg·zaam·heid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf en genoegzaamheid
- afgeleid van zelfgenoegzaam met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfgenoegzaamheid | zelfgenoegzaamheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zelfgenoegzaamheid v
- meestal tevreden zijn over zichzelf en diens handelingen
- De mate van zelfgenoegzaamheid van die politicus was stuitend.
Gangbaarheid
- Het woord zelfgenoegzaamheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.