ie

Nederlands

  enkelvoud meervoud
onderwerp voorwerp onderwerp voorwerp
1e persoon ik
'k
mij
me
wij
we
ons
2e persoon
(informeel)
jij
je
jou
je
julliejullie
2e persoon
(formeel)
uuuu
2e persoon
(regionaal)
gij
ge
ugij
ge
u
3e persoon
(mannelijk)
hij
ie
hem
'm
zij
ze
(dat.) hun
(acc.) hen
ze
3e persoon
(vrouwelijk)
zij
ze
haar
'r, d'r
3e persoon
(onzijdig)
het
't
het
't
Uitspraak
  • Geluid:  ie    (hulp, bestand)
  • IPA: /i/
Woordafbreking
  • ie
Woordherkomst en -opbouw
  • Waarschijnlijk een voortzetting van het Middelnederlandse (h)i, waarbij de lange ī geen tweeklank ij geworden is.[1]

Persoonlijk voornaamwoord

ie

  1. (Noord-Nederlands) de clitische vorm van de 3e persoon enkelvoud mannelijk nominatief.
    • Heeft ie een hoed? 
Synoniemen
Opmerkingen
  • Dit woord wordt ook wel geschreven als 'ie, en als -ie (waarbij deze vorm aan het voorgaande woord wordt geplakt).
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
37 %van de Nederlanders;
39 %van de Vlamingen.

Verwijzingen


Fries

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /i.ə/
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

ie m/v[2]

  1. beek, stroom
  2. meer
Afgeleide begrippen
en de volgende aardrijkskundige namen:

Verwijzingen


Middelnederlands

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /i/, /iə/
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

ie m/v[2]

  1. Ee als deel van Westfriese waternamen en daarvan afgeleide plaatsnamen
Afgeleide begrippen
  • Krommenie
  • Middelie
Overerving en ontlening

Verwijzingen


Nedersaksisch

Persoonlijk voornaamwoord

ie

  1. jij, je
Verwante begrippen


Veluws

Persoonlijk voornaamwoord

ie

  1. jij, je
Verwante begrippen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.