dia
Nederlands
Woordafbreking
- dia
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘projectieplaatje’ voor het eerst aangetroffen in 1942 [1]
- afgeleid van het Griekse: 'dia' (door)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dia | dia's |
verkleinwoord | diaatje | diaatjes |
Zelfstandig naamwoord
dia m
- een diafilm, een fotografische film die een positief beeld geeft dat direct goed zichtbaar geprojecteerd kan worden
- - Een filmrol bestaat eigenlijk uit een groot aantal dia's die zeer snel na elkaar worden geprojecteerd.
- - De fragmenten uit de roman fungeren als zéér precieze onderschriften. Hermans schrijft: ‘Mijn bagage weegt bij elkaar nog net geen dertig kilo. Dit blijkt opnieuw als koffer en rugzak worden gewogen op de luchthaven, die een houten gebouwtje is, waaruit een smalle, maar zeer lange steiger in het water uitsteekt. Verder niets.’ Het is heel precies wat je op de foto ziet. De dia’s leiden je stap voor stap door het boek.[2]
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een diafilm, een fotografische film die een positief beeld geeft dat direct goed zichtbaar geprojecteerd kan worden
Gangbaarheid
- Het woord dia staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dia' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
Indonesisch
Woordafbreking
- dia
Verwante begrippen
- mendiakan
Portugees
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.