tema
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
temar |
tema
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van temar
- gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van temar
vervoeging van |
---|
temer |
tema
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van temer
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van temer
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van temer
vervoeging van |
---|
temerse |
tema
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van temerse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van temerse
- gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van temerse
Turks
Woordafbreking
- te·ma
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | tema | temalar |
genitief | temanın | temaların |
datief | temaya | temalara |
accusatief | temayı | temaları |
locatief | temada | temalarda |
ablatief | temadan | temalardan |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.