reliëf

Reliëf in de voormalige Johannes de Doperkerk van Puifwijk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·li·ef
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘het verheven-zijn van een voorstelling’ voor het eerst aangetroffen in 1659 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord reliëf reliëfs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

reliëf o

  1. het uitsteken of uitkomen boven iets anders (het releveren)
  2. uitspringend beeldwerk
  3. de natuurlijke oneffenheid van een oppervlak
Synoniemen
Hyponiemen
  • glasreliëf
  • halfreliëf
  • haut-reliëf
  • houtreliëf
  • ijsreliëf
  • kaartreliëf
  • majolicareliëf
  • marmerreliëf
  • portretreliëf
  • stucreliëf
  • vlakreliëf
  • votiefreliëf
  • wasreliëf
Afgeleide begrippen
  • reliëfband
  • reliëfbeeld
  • reliëfbord
  • reliëfcommissie
  • reliëfdecoratie
  • reliëfdruk
  • reliëfkaart
  • reliëfkeramiek
  • reliëfpers
  • reliëfperspectief
  • reliëfplaat
  • reliëfsteen
  • reliëfstempel
  • reliëfstip
  • reliëftegel
  • reliëftekening
  • reliëfvorm
  • reliëfweergave
  • reliëfwerk
  • reliëfzegel
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord reliëf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.