bergrat
Nederlands
![](../I/m/Marmota_marmota_Alpes2.jpg)
bergrat
Woordafbreking
- berg·rat
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van berg zn en rat zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bergrat | bergratten |
verkleinwoord | bergratje | bergratjes |
Zelfstandig naamwoord
bergrat v/m
- Marmota marmota
mormeldier, alpenmarmot
- Een ongemeen groot mormeldier of bergrat, namelijk, was daags te voren uit de koude, waar het met andere in zijnen winterslaap gedompeld lag, in de warme kamer gebragt, om zijnen warmtegraad te toetsen, Men had dit beest, buiten mijn weten, in eene zeer enge blikken kooi ingesperd, die met eene ijzeren tralie gesloten was, en vergeten, hetzelve weder naar buiten in de koude te brengen. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'bergrat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bergrat' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- DBNL (1817)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen [https://www.dbnl.org/tekst/_vad003181701_01/_vad003181701_01_0389.php Print Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1817]
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.