bergtocht
Nederlands
![](../I/m/Crest_dil_Cut_and_Crest_Ault_as_seen_from_Pr%C3%A4zer_H%C3%B6hi_2.jpg)
een bergtocht over een bergpad
Woordafbreking
- berg·tocht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van berg zn en tocht zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bergtocht | bergtochten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
bergtocht m [1]
- een reis door een berggebied; een wandeling door een berggebied
- 'Ik zou graag een berg willen in Amsterdam,' mailt Rodrigo Coesel. 'Wat je daar niet allemaal mee kan doen. Lekker tegenop rennen of fietsen. Trainen voor de Alpen of voor een bergtocht. Als er sneeuw is eraf skiën of sleeën. Aan de ene kant is ie lekker steil voor sportklimmers. Aan de andere kant glooiend, een parkachtige omgeving. Denk ook aan een natuurlijke tribune voor een openluchttheater.'[2]
- De drie onderofficieren, 29, 33 en 44 jaar oud, maakten als onderdeel van hun training een bergtocht in Chamonix. Omdat van hen niets werd vernomen, werd rond 8 uur 's avonds een zoekactie begonnen.[3]
Gangbaarheid
- Het woord bergtocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bergtocht' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Het Parool 25 JUNI 2015 Wat Amsterdam mist: een berg
- Het Parool 3 JULI 2013 Franse gendarmes verongelukt op Mont-Blanc
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.