monte

Frans

Werkwoord

vervoeging van
monter

monte

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van monter
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van monter
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van monter

Italiaans

Uitspraak
  • IPA: /ˈmonte/
Woordafbreking
  • mon·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
monte monti

Zelfstandig naamwoord

monte m

  1. berg
  2. hoop, grote hoeveelheid

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
montar

monte

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van montar
  1. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van montar
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van montar
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.