holoniem
Nederlands
Woordafbreking
- ho·lo·niem
Woordherkomst en -opbouw
- vernederlandsing naar voorbeeld van woorden als anoniem en pseudoniem van Engels holonym, samenstelling van Oudgrieks ὅλον (hólon) "geheel" en Oudgrieks ὄνομα (ónoma) "naam", dus "naam voor het geheel"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | holoniem | holoniemen |
verkleinwoord | holoniempje | holoniempjes |
Zelfstandig naamwoord
holoniem o
- (taalkunde) benaming voor het geheel waartoe de betekenis van een bepaald woord behoort
- Lichaam is een holoniem van zowel arm, been als hart.
- Woord en zin zijn beide een holoniem van letter.
Afgeleide begrippen
- holonymie
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een term die het geheel van iets weergeeft, terwijl in werkelijkheid slechts een deel wordt bedoeld
Gangbaarheid
- Het woord holoniem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'holoniem' herkend door:
30 % | van de Nederlanders; |
34 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.