vulkaan
Nederlands
Woordafbreking
- vul·kaan
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘vuurspuwende berg’ voor het eerst aangetroffen in 1401 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vulkaan | vulkanen |
verkleinwoord | vulkaantje | vulkaantjes |
Zelfstandig naamwoord
vulkaan m
- vuurspuwende berg
Hyponiemen
- moddervulkaan, schildvulkaan, slijkvulkaan, spleetvulkaan, stratovulkaan, supervulkaan
Afgeleide begrippen
- vulkaaneiland, vulkaankrater, vulkaansteen, vulkaanuitbarsting, vulkanisch, vulkanisme
Vertalingen
1.
|
|
Gangbaarheid
- Het woord vulkaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vulkaan' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.