Bevindelijk gereformeerden

De bevindelijk gereformeerden vormen binnen het gereformeerd protestantisme in Nederland een orthodox-protestantse stroming. Zij onderscheidt zich door nadruk te leggen op het belang van persoonlijke toepassing van het heil, om door het geloof in Jezus Christus deel te krijgen aan de door Hem verworven verlossing. Het gaat om de vraag wie en hoe (op welke wijze) men daaraan deel krijgt. De Bijbel en de klassiek gereformeerde belijdenisgeschriften geven daarop het antwoord, aldus de bevindelijk gereformeerden.

Protestantisme



in Nederland

..Stromingen

Lutheranisme
Lutheranisme
Vrijzinnig-Protestantisme
Vrijzinnig protestantisme
Midden-orthodoxie
Protestantse Kerk in Nederland
Modern-Gereformeerd
Voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland
Orthodox Protestantisme
Calvinisme
Gereformeerd protestantisme
Orthodox-protestantisme
Orthodox Gereformeerd
Orthodox-gereformeerden
Bevindelijk Gereformeerden
Bevindelijk gereformeerden
Evangelisch
Evangelisch Christendom

Dorpskerk Hersteld Hervormde Gemeente te Staphorst
Gereformeerde Gemeente te Barendrecht
Jachin Boazkerk (Oud Gereformeerde Gemeente) te Urk
Hersteld Hervormde Jongerendag 2005 te Amersfoort
Verspreiding van de bevindelijk gereformeerden over Nederland: SGP-stemmers per gemeente bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2010
Nieuwbouw van het Lodenstein College en een nieuwe kerk van de Gereformeerde Gemeente te Barneveld bevestigen het beeld van concentratie van bevindelijk Gereformeerden op de westrand van de Veluwe.

Profiel

Anders dan in andere christelijke kerken, zoals de Rooms-Katholieke Kerk, waar grote waarde gehecht wordt aan rituelen, wordt in de bevindelijk gereformeerde kring sterk de nadruk gelegd op het 'innerlijk' om 'ware gelovigen' door bepaalde 'geloofskenmerken' te onderscheiden van 'niet-ware gelovigen'. Een voorbeeld hiervan is het boek van prof. G. Wisse, in leven predikant en docent aan de theologische school van de Christelijke Gereformeerde Kerken.[1] In dit boek beschrijft Wisse de kenmerken waaruit volgens hem een waar geloof bestaat, waaronder ‘een droefheid naar God’ en een ‘droefheid over de zonde’. Deze beschrijving van geloofskenmerken is het meest typerende voor de prediking zoals die onder bevindelijk-gereformeerden gangbaar is.

De preek vormt sinds de Reformatie in gereformeerde kerkdiensten het belangrijkste onderdeel van de eredienst. De protestantse kerkgebouwen zijn daarom vanouds heel sober ingericht. Waar moderne protestantse kerken weer meer gebruik zijn gaan maken van symboliek en een uitgebreide liturgie, houden vooral de orthodox-gereformeerden en bevindelijke-gereformeerde kerken vast aan de klassiek gereformeerde (sobere) liturgie van de erediensten.

Door het niet meegaan met de huidige gangbare modern-maatschappelijke (morele) standaard zijn de bevindelijk-orthodox gereformeerden als sociologische groep in de seculiere samenleving te onderscheiden. Gereformeerd wil zeggen dat men aansluit bij de traditie van de Reformatie. Bevindelijk wil zeggen dat er in de prediking veel aandacht is voor de persoonlijke geloofservaring die wordt getoetst aan bepaalde kenmerken in lijn van de Nadere Reformatie. Dit laatste onderscheidt hen van de orthodox-gereformeerden waar het accent vooral ligt op de leer van de Reformatie.

De bevindelijke stroming is voortgekomen uit het calvinisme en de Reformatie van de zestiende eeuw, waaruit ook andere protestantse kerken zijn ontstaan. Ook worden zij sterk geïnspireerd door de beweging van de Nadere Reformatie. Deze beweging vertoont gemeenschappelijke kenmerken met het puritanisme in Engeland en Schotland en het piëtisme in Duitsland. De boeken van de predikers van de Nadere Reformatie en puriteinen worden door de bevindelijk gereformeerden nog steeds gelezen, ze worden nog regelmatig herdrukt.

De bevindelijk gereformeerden hebben zich verenigd in tal van reformatorische organisaties, zoals eigen scholen, verzorgings- en verpleeghuizen, een werkgevers- en werknemersverbond (RMU), een krant (RD) een politieke partij (SGP), en Bijbelverspreiding (Gereformeerde Bijbelstichting).

Maatschappelijke en ethische kwesties zoals de verhouding 'man-vrouw' verhouding, de 'plaats en betekenis van het gezin', het gebruik van de moderne media (radio/televisie/internet), abortus, euthanasie, homoseksualiteit worden beoordeeld op grond van de Bijbel en de klassiek gereformeerde belijdenisgeschriften. Vooral de praktische toepassing van de 10 geboden en de Bergrede spelen hierbij een belangrijke rol, waarbij het aspect ‘liefde’ en de ‘norm’ niet als tegenstellingen worden gezien.[2] Progressieve theologische denkbeelden als ‘schepping door evolutie’ wijst men doorgaans af.[3]

Achtergrond, organisatie en omvang

De bevindelijk gereformeerden worden in de literatuur onderscheiden van de groep die meestal wordt aangeduid als orthodox-gereformeerden. De orthodox-gereformeerden legden vanouds minder nadruk op de 'bevinding'. Zij wilden staan in de lijn van de Reformatie (de leer) terwijl de bevindelijk gereformeerden ook de Nadere Reformatie als inspiratiebron hanteerden (het geloofsleven). Beide normeren zich binnen de kaders van de Bijbel en de gereformeerde belijdenis.

In de huidige kerkelijke context kan men orthodox-gereformeerd noemen de:

De linkerflank van de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt, de Nederlands Gereformeerde Kerken en de Christelijke Gereformeerde kerken zijn in de huidige kerkelijke context te typeren als modern-gereformeerd met ruimere opvattingen rondom het ‘Schriftgezag’ etc.

De volgende kerkelijke groeperingen kunnen als bevindelijk gereformeerd getypeerd worden:

De totale omvang van de bevindelijk gereformeerde bevolkingsgroep blijft de laatste jaren ofwel gelijk of groeit licht.

Ledenaantallen bevindelijk gereformeerde kerkgenootschappen
Kerkgenootschap Ledental Datum
Protestantse Kerk in Nederland (Gereformeerde Bond) * 290.000 schatting
Gereformeerde Gemeenten 107.787 1 januari 2018
Hersteld Hervormde Kerk 59.532 1 januari 2018
Gereformeerde Gemeenten in Nederland 24.339 1 januari 2018
'Bewaar het Pand' (onderdeel van Christelijke Gereformeerde Kerk) 12.600 1 januari 2013[5]
Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland 18.500 schatting
Vrije gemeenten 5.500 schatting[6]
Thuislezers 3.000 schatting
Gereformeerde Gemeenten in Nederland (buiten verband) 1.500 schatting
Totaal 522.758 schatting
* een minderheid van deze leden is orthodox en niet bevindelijk gereformeerd

Geografische verspreiding

Waren bevindelijk gereformeerden in de 19de eeuw ook sterk in Friesland en Groningen vertegenwoordigd,[7][8] in de huidige samenleving is de bevindelijk-gereformeerde bevolkingsgroep in de Nederlandse samenleving vooral vertegenwoordigd in een strook die loopt van Walcheren tot Staphorst, de zogenaamde Bijbelgordel, met name plaatsen als Alblasserdam, Katwijk aan Zee, Opheusden, Barneveld, Staphorst, Urk, Rijssen, Nunspeet, Yerseke etc. Door verhuizing vanuit de grote steden naar de Bijbelgordel neemt de concentratie van bevindelijk gereformeerden in deze strook toe.[9] Hierdoor groeien veel kerkelijke gemeenten en worden er nieuwe en grote kerken gebouwd tot zo'n 3000 zitplaatsen.[10]

De 25 grootste reformatorische kerkelijke gemeenten in Nederland zijn in de onderstaande tabel weergegeven. Hervormde gemeenten binnen de Protestantse Kerk in Nederland, die geheel of gedeeltelijk behoren tot de Gereformeerde Bond, zijn in dit overzicht buiten beschouwing gelaten. Veel van deze hervormd-gereformeerde gemeenten hebben niet uitsluitend bevindelijk gereformeerde leden. De grootste hervormd-gereformeerde gemeenten in Nederland – de hervormde gemeenten van Veenendaal, Ede, Rijssen, Katwijk aan Zee (helft), Putten, Ridderkerk, Barneveld – hebben elk tussen de 5000 en 15.000 leden.


Oorsprong

Ontstaan van de verschillende stromingen in Nederland
Ontstaansgeschiedenis van kerken in Nederland
De Synode van Dordrecht, 13 november 1618
Hendrik de Cock in 1829
Reformatorische jongeren
Oud Gereformeerde Gemeente te Amersfoort (De Muurhuizenkerk)


In de 18e eeuw heeft de Nadere Reformatie op verschillende manieren van zich doen spreken. Deze beweging ontstond na 1620, direct na de Synode van Dordrecht (1618-1619) dus in de tweede helft van de Gouden Eeuw. Tot de eerste vertegenwoordigers worden gerekend: William Amesius, Willem Teelinck en Voetius. Steeds opnieuw riepen haar de Nadere Reformatoren lland en overheid op tot een terugkeer naar de Bijbelse beginselen. De laatste vertegenwoordiger van de Nadere Reformatie in de 18e eeuw is Theodorus van der Groe, een predikant in Rotterdam-Kralingen. Een bekende uitspraak In dit verband is “Van der Groe doet het hekje toe."

Arbeidsvelden van de Nadere Reformatie

Het werkterrein, als we dat zo mogen noemen, van de vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie bestreek de gehele maatschappij. Graag maken we een driedeling:

  1. De kerk
  2. Het gezin
  3. De overheid

In de 19e eeuw werd de theologie binnen Nederlandse Hervormde Kerk sterk beïnvloed door de Verlichting. Predikanten die hiertegen in verzet kwamen werden afgezet. Dit leidde uiteindelijk tot de Afscheiding in 1834. De vader van deze afscheiding was ds. Hendrik de Cock uit Ulrum. In de Afscheiding en later de doleantie hadden de bevindelijk gereformeerden een belangrijk aandeel.

Na de Afscheiding van 1834 viel men in diverse kerkverbanden uiteen. In 1892 werden de Gereformeerde Kerken Nederland opgericht en de Christelijke Gereformeerde Kerken. Beide kerkverbanden bevatte destijds veel predikanten en leden die men zou kunnen omschrijven als 'bevindelijk gereformeerd'. In de Gereformeerde Kerken in Nederland was echter al snel een ontwikkeling gaande van rationalisering van het geloof, wat bij de generaties daarna bij velen heeft geleid tot volledige vrijzinnigheid. In de Christelijke Gereformeerde Kerken lag dit anders, maar na de Tweede Wereldoorlog was hier ook een breuk met het bevindelijke verleden merkbaar.

In 1907 werden onder leiding van ds. Gerrit Hendrik Kersten de Gereformeerde Gemeenten opgericht. Deze gebeurtenis leidde tevens tot de oprichting van de Oud Gereformeerde Gemeenten. In 1953 vond een scheuring plaats in de Gereformeerde Gemeenten, waarna de Gereformeerde Gemeenten in Nederland ontstonden.

Niet alle bevindelijk gereformeerden zijn meegegaan met de Afscheiding of Doleantie. In de Nederlands Hervormde Kerk bleef de bevindelijk gereformeerde bevolkingsgroep sterk vertegenwoordigd, maar hun aandeel werd in de loop der jaren kleiner ten gunste van de kleinere afgescheiden kerkverbanden, met name de Gereformeerde Gemeenten.

Kenmerken

C.S.L. Janse geeft in zijn proefschrift Bewaar het pand de volgende vier kenmerken aan de bevolkingsgroep:

  • Kerkelijke riten – het handhaven van de zondagsrust waarin tweemaal per zondag een kerkdienst wordt gehouden, tijdens de kerkdiensten worden vrijwel uitsluitend psalmen gezongen, een minderheid van de gemeenteleden neemt deel aan het avondmaal;
  • Politiek en maatschappelijk gedrag – de SGP vertegenwoordigt deze bevolkingsgroep in de politiek, het Reformatorisch Dagblad in de media, televisie wordt afgewezen;
  • Taalgebruik – een sterke voorkeur voor de Statenvertaling van de Bijbel, voor geestelijke zaken bestaat een eigen (archaïsche) woordenschat: de tale Kanaäns;
  • Kleding – vrouwen en meisjes hebben tijdens de kerkdienst een hoofddeksel op, de predikanten gaan ook door de week in het zwart gekleed. Van vrouwen en meisjes wordt verwacht geen "mannenkleding" te dragen.

Hieronder worden een aantal kenmerken nader toegelicht:

Plaats van de zondag

De bevindelijk gereformeerden hechten aan de heiliging van de zondag. Deze dag staat geheel in het teken van de dienst van God. Op deze dag gaat men tweemaal naar een kerkdienst. In zo'n kerkdienst wordt gezongen uit de Psalmen, er wordt een gedeelte uit de Bijbel gelezen, en er wordt door de voorganger gebeden. Centraal in de eredienst staat de preek die in lengte kan variëren van drie kwartier tot een uur. In de morgendienst staat vaak een 'vrije stof' centraal (d.w.z. een willekeurig gedeelte uit de Bijbel) en in de tweede dienst in veel gevallen de Heidelbergse Catechismus. In gemeenten waar geen predikant is, worden preken gelezen door een ouderling.

Bevindelijk gereformeerden zullen zondagsarbeid (het verrichten van zondagsarbeid, en het gebruikmaken van diensten waarvoor anderen zondagsarbeid verrichten) zo veel mogelijk mijden.[13] Uitzondering daarop zijn werkzaamheden die als noodzakelijk worden beschouwd, zoals medische zorg, politie en zorg voor dieren in de agrarische sector. Men zal deze dag niet willen gebruiken om uit te gaan, inkopen te doen of ver te reizen. Bij voorkeur wordt de zondag doorgebracht in de kring van het gezin.

In gezinsverband wordt vaak getracht de zondag op godsdienstige wijze door te brengen. Tot in hoeverre dat gebeurt verschilt sterk per gezin. Men praat bijvoorbeeld na over de preek, leest boeken, zingt gezamenlijk psalmen of geestelijke liederen of speelt gezamenlijk een spel.

Dagelijks leven

Men is gewend dagelijks verschillende keren een stuk uit de Bijbel te lezen. Vaste momenten waarop de Bijbel opengaat zijn het opstaan, het naar bed gaan en de maaltijden.

Waarde van het gezin

De bevindelijk gereformeerden kennen grote waarde toe aan het gezin. Kinderen worden beschouwd als een bijzondere gave van God. Kinderen worden in bevindelijk gereformeerde kring daarom niet genomen maar ontvangen. Grotere gezinnen zijn daarom niet ongewoon. De ouders beloven bij de kinderdoop hun kinderen een Bijbelse opvoeding te geven. De opvoeding van kinderen krijgt prioriteit boven de carrière van de moeders. Vrouwen zijn vaak actief in vrijwilligerswerk en in mantelzorg. Kinderopvang buitenshuis wordt soms ontmoedigd.[14] Toch komt men vrouwen uit deze kerken ook wel regelmatig tegen in het hoger en wetenschappelijk onderwijs. Arbeid wordt als een belangrijke deugd gezien, onder bevindelijk gereformeerden is de werkloosheid zeer laag.

Kleding

Bevindelijk gereformeerden vinden op grond van de Bijbel dat mannen en vrouwen wel gelijkwaardig zijn, maar niet gelijk: de taken van mannen en vrouwen verschillen. Deze verschillen laat men tot uitdrukking komen in de kleding. Voor grote delen van de bevindelijk gereformeerden moet een vrouw een rok of jurk dragen en is een broek ongepast. Kleding die aanstoot geeft ziet men als een overtreding van het zevende gebod van de Tien geboden (Gij zult niet echtbreken).

Distantie

Bevindelijk gereformeerden ervaren de huidige cultuur als een gegeven, maar soms ook als een bedreiging. Seksualiteit buiten het huwelijk wordt afgewezen. In dit verband is men zeer kritisch over pop muziek en moderne media (radio/tv/internet). Ook de bioscoop wordt afgewezen. In het gezinsleven tracht men een zekere afstand tot de omringende wereld te bewaren. Dat neemt echter niet weg dat velen wel voluit functioneren in het maatschappelijk bestel.

Vaccinatie en verzekering

Een minderheid binnen de bevindelijk gereformeerden wijst vaccinatie af. In 1978 was er in Nederland een polio-epidemie op de Veluwe (vooral in de dorpen Elspeet, Nunspeet, Uddel) en Staphorst waarbij meer dan 100 personen besmet raakten. Bij alle recente polio-uitbraken in Nederland waren de lijders om religieuze redenen niet ingeënt. Doordat de mensen die niet gevaccineerd zijn regionaal geclusterd zijn, wordt de kans op epidemieën vergroot. Tijdens de polio-epidemie in 1992 (in Streefkerk) werden daarom alle bewoners in de Bijbelgordel opgeroepen om zich (eventueel opnieuw) toch tegen deze gevaarlijke ziekte te laten inenten.

In 1999 en 2013 vond er mazelenepidemieën plaats onder niet-gevaccineerden in de Bijbelgordel. In 2008 heerste voor het eerst in twintig jaar een bofepidemie. Het virus werd in april 2008 gesignaleerd in de streek tussen Zeeland en de Veluwe, waar veel orthodox-protestanten wonen die zich niet laten inenten.[15]

Een heel klein deel (enkele procenten) van de kring wijst ook verzekering af om dezelfde reden.[16] Als gemoedsbezwaarden zijn zij bij de Belastingdienst vrijgesteld van premies voor volksverzekeringen; zij moeten dan ter compensatie extra belasting betalen. Het percentage bevindelijk gereformeerden dat bezwaar maakt tegen vaccinatie en verzekering neemt af. Men vindt de bezwaarden vooral onder leden van de (Oud) Gereformeerde Gemeenten in Nederland, twee kleinere kerkverbanden.[17] De vaccinatiegraad varieert van ruim 85% (Christelijk Gereformeerde Kerken, Bewaar en het Pand en de Gereformeerde Bond), 50-75 % in de Gereformeerde Gemeenten en de Hersteld Hervormde Kerk en minder dan 25% in de eerder genoemde kleinere kerkverbanden.[18]

Homoseksualiteit

Bevindelijk gereformeerden maken onderscheid tussen homoseksuele gerichtheid en het praktiseren ervan. De homoseksuele mens wordt als persoon in deze kring niet afgewezen, wel neemt men afstand van de homoseksuele praxis. Hiervoor beroept men zich op de Bijbel waarin wel de homoseksuele praxis wordt verboden, maar tegelijk de oproep klinkt om mensen lief te hebben. In Romeinen 1:27[19] schrijft de apostel Paulus over de homoseksuele daad en hij typeert dit als 'schandelijkheid'. De bevindelijk gereformeerden zien hierin een duidelijke afwijzing van de homoseksuele daad. Het homohuwelijk wordt door hen ook radicaal afgewezen.[20]

Taalgebruik

Titelpagina van de eerste Statenvertaling
Titelpagina van de eerste Heidelberger Catechismus
Een reformatorische kerkdienst. Foto genomen in de HHK van Doornspijk tijdens een zendingsdienst

Onder bevindelijk gereformeerden is sprake van een zeker taaljargon dat sterk beïnvloed is door de Statenvertaling. In 2010 is de Herziene Statenvertaling verschenen. Dit initiatief heeft veel steun gekregen, al was er ook verzet uit de hoek van de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS). De landelijke synode van de Gereformeerde Gemeenten heeft in 2011 de Herziene Statenvertaling afgewezen voor gebruik in kerk en gezin,[21] de synode van de Hersteld Hervormde Kerk ontraadde het gebruik van de Herziene Statenvertaling in 2012.[22]

De belijdenis

De bevindelijk gereformeerden beschouwen de Bijbel als het (onfeilbare) Woord van God met exclusieve, absolute en universele zeggingskracht.

In tegenstelling tot de vrijzinnig-protestanten, houden zij vast aan het gezag van de Bijbel als zijnde het door God geïnspireerde Woord, de leer zoals verwoord door de algemeen christelijke belijdenisgeschriften waaronder de Apostolische geloofsbelijdenis Belijdenis van Nicea en de Geloofsbelijdenis van Athanasius evenals specifiek gereformeerde belijdenis geschriften Drie Formulieren van Enigheid: de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels. Ook andere gereformeerde belijdenisgeschriften zoals de Belijdenis van Westminster worden onderschreven.

In tegenstelling tot de orthodox gereformeerden heeft de prediking van de bevindelijk gereformeerden specifieke kenmerken zoals hieronder omschreven.

De prediking

In de christelijke kerk neemt de prediking een belangrijke plaats in. In het algemeen is de prediking een uitleg van de Bijbel of van een van de belijdenisgeschriften en een actualisering van de Bijbelse boodschap naar het doen en laten voor de gelovigen voor het leven van vandaag de dag (toepassing). De bevindelijk gereformeerden leggen in de prediking nog extra accenten, die sterk afwijken van hetgeen in andere kerkverbanden gebruikelijk is. Wie een kerkdienst van de bevindelijk gereformeerden bezoekt, zal verschillende zaken opvallen. Zelf zeggen de bevindelijk gereformeerden dat de prediking ‘schriftuurlijk-bevindelijk’ moet zijn. Dit wordt hieronder nader toegelicht.

De prediking is Schriftuurlijk

Een kerkdienst in bevindelijk gereformeerde kring duurt in totaal ongeveer 90 minuten. Soms lopen de kerkdiensten uit naar 2 uur, wanneer bijvoorbeeld het Heilig Avondmaal wordt bediend. In de prediking staat de uitleg van de Bijbel centraal. De Bijbeltekst wordt uitgelegd. Ook wordt de betekenis voor vandaag de dag en voor het geestelijk leven van de gemeente duidelijk gemaakt. Vooral de relatie met het geestelijke leven (het innerlijk) is van groot belang. Hier wordt in de prediking uitvoerig en indringend bij stil gestaan. Steeds worden Bijbelse gedachten en geschiedenissen gezien in het licht van het geestelijke leven van Gods kinderen vandaag de dag. Centraal in de prediking staat hoe Jezus leed en stierf voor zondaren. Er wordt sterk op gewezen dat men persoonlijk moet weten dat Jezus ook voor hem of haar gestorven is. Hierdoor wordt de mens met God verzoend.

De prediking is bevindelijk

De prediking is in de eerste plaats uitleg van de Bijbel. Er wordt uitgelegd hoe de Heilige Geest het geloof werkt. Ook wordt uitgelegd wat echte en valse ervaringen zijn. Het ervaringselement noemen de bevindelijk gereformeerden de bevinding. In de preek wordt vrij uitvoerig op dergelijke ervaringen ingegaan.

De prediking is onderscheidend

De bevindelijk gereformeerden maken heel duidelijk onderscheid tussen echt en niet-echt geloof. Het echte geloof is een gave van de Heilige Geest. Niet alle kerkgangers echter hebben het ware geloof. Velen in de kerk hebben juist dit ware geloof niet. Zij worden aangespoord om daarom te bidden en daarnaar te zoeken. In de bevindelijk gereformeerde prediking wordt ronduit gesproken over de hemel en de hel. Alle ongelovigen worden gewaarschuwd en aangespoord om Jezus als Christus door het geloof te aanvaarden. Wie Jezus door een waar geloof als Zaligmaker aanneemt, die is behouden. De scheiding tussen echt geloof en onecht geloof komt in deze prediking heel nadrukkelijk naar voren.[23]

De prediking spreekt van standen

Doopvont Jachin en Boazkerk te Genemuiden
Ds. F. Mallan was als voorman van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland lange tijd een van de leidende figuren binnen de bevindelijk gereformeerde bevolkingsgroep
Scholengemeenschap Wartburg College, locatie Guido de Bres in Rotterdam
Pieter Zandt was zowel Kamerlid van de SGP (van 1925 tot 1961) als predikant

In de prediking worden onderscheidingen in het ware geloof nauwkeurig benoemd en uitgewerkt. Men spreekt dan over 'standen in het geestelijke leven'. Het wil zeggen dat niet alle ware gelovigen in dezelfde mate geloof bezitten. Er zijn er met een ‘sterk geloof’, namelijk dat hun zonden om Jezus Christus wil vergeven zijn, er zijn er met een ‘zwak geloof’, die dit niet zo durven zeggen. Zo spreekt men ook wel van een 'toevluchtnemend geloof' of een 'verzekerd geloof'.

De prediking en de sacramenten

De kerk kent sacramenten. In de gereformeerde geloofsleer worden twee sacramenten geleerd: de Heilige Doop en het Heilig Avondmaal. Deze sacramenten worden ook in de bevindelijke kerken bediend. Opvallend is echter dat slechts een kleine minderheid van de gemeenteleden ook daadwerkelijk gebruikmaakt van het Avondmaal. Dit wil niet zeggen dat al degenen die blijven zitten het ware geloof missen. Velen missen echter de zekerheid dat hun zonden om Christus wil vergeven zijn, en durven daarom niet deel te nemen. In deze kring mogen alleen de oprecht gelovigen, gebruikmaken van het Avondmaal. Alleen het kerkelijk recht van de belijdenis is niet voldoende om deel te kunnen nemen aan het Heilig Avondmaal. Men heeft daarnaast een Goddelijk recht nodig om aan te gaan, en dat is de wedergeboorte.

Organisatorische verbanden

De bevindelijk gereformeerden kennen een aantal krachtige organisatorische verbanden waarin zij hun eigenheid beleven. Hun organisatorische kaders dragen heel sterk het karakter van de verzuiling. Binnen de bevindelijk gereformeerde zuil voltrekt zich grotendeels hun dagelijks leven. Binnen deze zuil zijn er de volgende voor hen belangrijke instituties.

De kerk

Bij deze groep vervult de kerk een centrale functie in het leven van alledag. Vanuit de kerk en door de kerk worden allerlei activiteiten opgezet die van invloed zijn op het levenspatroon in deze kring. Belangrijke activiteiten vanuit de kerk onder de bevindelijk gereformeerden zijn:

  • Op zondag worden twee kerkdiensten belegd, die circa 1,5 uur duren en waar men getrouw naartoe gaat. Tijdens deze dienst, die een vrij sober karakter draagt, vormt de preek het belangrijkste onderdeel. In de prediking, die circa drie kwartier in beslag neemt, wordt de Bijbel uitgelegd. De diensten worden zo mogelijk door allen bezocht.
  • De jongeren krijgen, op grond van hun doop, bijzondere aandacht in de bevindelijke kring. Naast de zondagse kerkdienst wordt voor hen tussen september en april elke week één avond belegd waarop catechisatie wordt gegeven. Catechisatie is onderwijs aan jongeren van de gemeente in de leer van de Bijbel en de belijdenisgeschriften. Ook wordt tijdens de catechisatie met de jongeren gesproken. Het is de bedoeling dat dit onderwijs, dat veelal begint op twaalfjarige leeftijd, op ongeveer achttienjarige leeftijd wordt afgerond met het doen van openbare belijdenis. Openbare belijdenis betekent dat iemand zich vrijwillig uitspreekt, in de zondagse eredienst, dat hij of zij ook bij de kerk wil blijven. Na belijdenis is men belijdend lid van de kerk.
  • De kerk heeft in bevindelijk gereformeerde kring ook aandacht voor de persoonlijke noden en vragen. Jaarlijks worden leden van de kerk bezocht om te spreken over geestelijke zaken. Dit noemt men het huisbezoek. Op dit huisbezoek wordt vanuit de kerk met heel het gezin gesproken over de boodschap van de Bijbel en het persoonlijke leven. Ook wordt vanuit de kerk in allerlei omstandigheden meegeleefd. Bij ziekte, overlijden, zorgen, geboorte en andere zaken worden gemeenteleden thuis bezocht. Het bezoeken van elkaar is in bevindelijk gereformeerde kring zeer belangrijk. Regelmatig wordt tijdens die bezoeken over kerkelijke of geestelijke zaken gesproken. Ook ontstaat daardoor een sterke sociale band.
  • Binnen het verband van de kerk worden ook allerlei verenigingsactiviteiten ontplooid. Vrouwen komen veelal wekelijks samen op een zogenoemde vrouwenvereniging. Daar wordt gezongen, uit de Bijbel gelezen, gesproken en allerlei handwerk verricht. De jongeren hebben jeugdverenigingen. Ook op deze verenigingen wordt nagedacht over onderwerpen uit de Bijbel, de kerkgeschiedenis of de maatschappij. Deze verenigingen hebben een belangrijke toerustende functie. Ook zijn er zangverenigingen en mannenverenigingen. Over het algemeen wordt er onder de bevindelijk gereformeerden veel gezongen. Men zingt psalmen en geestelijke liederen. In kerkdiensten worden alleen psalmen gezongen, geen gezangen. Een uitzondering wordt gemaakt voor de Enige Gezangen, een aantal gezangen die ook onberijmd in de Bijbel voorkomen, zoals de Lofzang van Maria en de Lofzang van Zacharias.[24]

De school

De bevindelijk gereformeerden hebben vanaf de jaren zeventig van de 20e eeuw reformatorische scholen opgericht.[25] Op deze scholen worden de jongeren uit deze kring toegerust voor hun taak in de maatschappij. Daarnaast krijgen jongeren ook vorming in de Bijbel en de geloofsleer. De school is een belangrijk ontmoetingspunt voor allerlei mensen in de bevindelijk gereformeerde kring. Op ouderavonden komen al snel honderden ouders om met de school te spreken over het onderwijs. Vanuit de kerken hebben de scholen ook bijzondere aandacht. Vaak zijn leden van de kerk of de kerkenraad weer bestuurslid van de school. De scholen zijn georganiseerd in een landelijke besturenorganisatie (VGS). Er zijn scholen voor voortgezet onderwijs in Kampen (dependances in Urk, Staphorst en IJsselmuiden), Apeldoorn (dependances in Uddel en Rijssen), het Van Lodensteincollege in:Amersfoort, Kesteren, Hoevelaken, Barneveld en Ede, Gorinchem, Gouda (dependances in Lekkerkerk en Leiden), Rotterdam (dependance in Dordrecht) en Goes (dependances in Middelburg, Krabbendijke en Tholen). Verder zijn er ook mbo-instellingen van deze signatuur, verenigd in het Hoornbeeck College met vestigingen in Apeldoorn, Amersfoort, Goes, Gouda, Kampen en Rotterdam. Er zijn ook honderden bevindelijk gereformeerde basisscholen. Deze scholen worden onder meer bijgestaan door Driestar educatief bij de ontwikkeling van het onderwijs. In de kerken zijn er deputaatschappen actief die belast zijn met het onderwijs. Driestar educatief in Gouda biedt verder ook een PABO-opleiding aan op bevindelijk gereformeerde grondslag. Dit is daarmee de enige hogeschool van deze signatuur in het bijzonder onderwijs.

De politiek

Bij de meerderheid van de bevindelijk gereformeerden heeft politiek nadrukkelijke aandacht. Partijdagen van bijvoorbeeld de SGP zijn ook belangrijke momenten van ontmoeting en bezinning. Ook in plaatselijke kiesverenigingen zijn bevindelijk gereformeerden actief. De SGP is de belangrijkste organisatie die de bevindelijk gereformeerden verenigt. Vaak zijn er diepgaande verschillen van inzicht over bijvoorbeeld de kerk en de leer, maar in de SGP werken de bevindelijk gereformeerden gebroederlijk samen. Binnen SGP-verband is er wel een stichting actief die meent dat de huidige ontwikkeling binnen de SGP afwijkt van de echte beginselen waarvoor men behoort te staan. Deze splintergroepering, die in het blad In het spoor vaak teruggrijpt op de periode waarin ds. Kersten en vervolgens ds. Pieter Zandt de partij leidden, heeft echter niet veel invloed en aanhang binnen de SGP. In Oud Gereformeerde kring ziet men nog weleens een totale verwerping van politieke participatie van vrouwen.

Belangrijke standpunten op het gebied van politiek zijn onder andere:

In het Israëlisch-Palestijnse conflict steunen reformatorische christenen veelal Israël en niet de Palestijnse christenen. Ook staan zij in het algemeen positief ten opzichte van de nederzettingenpolitiek van de Israëlische staat op de Westelijke Jordaanoever. Dit botst regelmatig met de kritiek van Palestijnse theologen op de Israëltheologie (Landtheologie) die in reformatorische kringen veel aanhang heeft.

De media

De media zijn een moeilijk terrein voor bevindelijk gereformeerden. Van de huidige massamedia is eigenlijk alleen het eigen Reformatorisch Dagblad. Andere media worden wel geraadpleegd, maar er wordt rekening gehouden met een zekere 'verkleuring' van het nieuws. Wat betreft de radio, predikanten uit de bevindelijke kring gingen een optreden voor de radio, (bijvoorbeeld toen nog voor de NCRV), zeker niet altijd uit de weg. Anderen waren kritisch en hielden zich afzijdig. De oprichting van de EO bracht hierin geen verandering. Dit initiatief kwam voort uit de middengroep van de Christelijke Gereformeerden. Er werd ook samenwerking gezocht met evangelischen. Intussen is er wel een Reformatorische Omroep opgericht, die beter past bij het bevindelijk-gereformeerde profiel. De computer is geaccepteerd in deze kringen. Wat betreft het gebruik van internet maken velen gebruik van een filter (kliksafe of solcon) om ongewenste internetpagina's (geweld, porno etc.) te weren. Ook in deze groep leeft het besef dat men wel "in de wereld, maar niet van de wereld" is. Zo hebben veel kerkelijke gemeenten een plaats op internet, zijn er preken en lezingen te downloaden en maken de christelijke boekhandels volop gebruik van internet. Op reformatorische scholen leert men de leerlingen op een verantwoorde manier met de computer om te gaan. Velen in bevindelijk gereformeerde kring zijn actief in de ICT-sector. Het ICT-bedrijf van de gebroeders Baan, later overgenomen door Cordys, nu Infor, is in deze kringen ontstaan.

Televisie en het omroepbestel hebben weinig aanvaarding in deze kringen. Zowel televisie als ongefilterd internet is in sommige kerken censurabel.[26] Het entertainmentkarakter van het huidige omroepbestel stuit hen tegen de borst. Ook een omroep als de EO wordt veelal bekritiseerd of afgewezen.[27] Vanaf 2005 treden de Kamerleden van de SGP ook op voor de televisie, voor dit jaar werd dit medium gemeden.[28]

De maatschappelijke organisaties

In bevindelijk gereformeerde kring vinden veel maatschappelijke organisaties geen goedkeuring. Een vakbond, met als uiterste machtsmiddel het stakingswapen, acht men in strijd met de Bijbelse visie op gezag. Er mag alleen tegen antichristelijke maatregelen gestaakt worden. Wel heeft men binnen deze kring een soort eigen alternatieve vakvereniging opgezet, de Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU).[29] De RMU wijst het stakingswapen af, maar doet wel taken die anders door een vakbond worden verricht. Ook bedrijven zijn lid van de RMU. Het is dus eigenlijk een combinatie van vakvereniging en werkgeversorganisatie. Daarnaast zijn er binnen deze kring een groot aantal hulporganisaties actief.

Ontwikkelingswerk en wereldwijd hulpbetoon wordt verricht door onder meer de stichting Woord en Daad. Tientallen stichtingen voor hulpbetoon aan armen en misdeelden hebben hun wortels in bevindelijk gereformeerde kring. Dit werk wordt verricht naast en soms in aansluiting op het diaconale werk en zendingswerk dat reeds geschiedt vanuit de verschillende kerken. Men kent tientallen hulp- en zendingsorganisaties. Over het algemeen is de betrokkenheid bij de nood van de mensheid (armoede, ziekte, honger, enzovoorts) in deze kring opmerkelijk groot en intensief. Zo is bijvoorbeeld de gemeente Urk al jarenlang de gulste gemeente van Nederland.[30]

Ook binnen het studentenleven zijn bevindelijk gereformeerden actief. De oudste en grootste vereniging is de in 1951 opgerichte C.S.F.R. met disputen in Delft, Utrecht, Leiden, Rotterdam, Amsterdam, Wageningen, Groningen, Eindhoven/Tilburg en Nijmegen. Momenteel telt de C.S.F.R. zo'n 600 tot 700 leden. Kleiner zijn de studentenverenigingen Depositum Custodi, een landelijke vereniging (verenigingsbrede activiteiten in Utrecht) met ongeveer 100 leden en Solidamentum, die bestaat uit drie kringen (Gouda, Ede en Zwolle) met in totaal ongeveer 200 leden.

Zorginstellingen

In bevindelijk gereformeerde kring zijn er zorginstelling als verzorgingstehuizen, instellingen voor gehandicapten, allerlei verenigingen waar mensen in nood en zorg elkaar proberen bij te staan. Ook zijn er verschillende instanties voor geestelijke gezondheidszorg, men denke aan Stichting De Vluchtheuvel en Stichting Eleos, en heeft men eigen organisaties voor kraamzorg en thuiszorg (RST en SHG). Sommige voorzieningen, zoals ziekenhuizen, heeft men binnen deze kring niet. Vaak wordt ook met grote inzet en overgave voor deze instellingen geofferd. De betrokkenheid van de bevindelijk gereformeerden bij deze instellingen is over het algemeen zeer groot.

Reacties en kritiek op de bevindelijk gereformeerden

Bevindelijk gereformeerden kennen een gesloten structuur en vormen een minderheidsgroep in de Nederlandse samenleving. Hun opinies, gewoonten en levenspatronen wijken duidelijk af ten opzichte van wat gangbaar is. In de media is regelmatig kritiek te horen. Hierbij gaat het vaak om (al dan niet vermeende) opvattingen over bijvoorbeeld de rol van de vrouw, homoseksualiteit en koopzondagen.

De bevindelijk gereformeerden krijgen om hun standpunten en om hun geslotenheid geregeld kritiek. In sommige opzichten gaan zij duidelijk tegen de algemeen heersende opvattingen in de samenleving in. De SGP bijvoorbeeld is regelmatig voor de rechter gedaagd wegens haar vrouwenstandpunt. Er zijn verschillende vormen van kritiek.

Houding tijdens de bezetting

Hoewel er vanuit bevindelijk gereformeerde kring zeker verzet gepleegd is tegen het nazibewind van de jaren '40-'45, waren er ook belangrijke leiders zoals ds. G.H. Kersten die het plegen van verzet aanvankelijk afwezen omdat zij vonden dat alle gezag – zelfs dat van een bezettende macht – uiteindelijk door God was ingesteld.[31] In 1943 veranderde geleidelijk Kerstens visie op dit punt en verleende hij financiële steun aan het verzet in Rotterdam. Zijn schoonzoon was zelfs een belangrijk man in de illegaliteit in Rotterdam. Anderen, zoals ds. R. Kok, meenden echter van aanvang af dat het Duitse bestuur onwettig was en dat daarom verzet niet alleen geoorloofd, maar juist geboden was. De dominante positie van Kersten, de leider van de SGP en centrale predikant in de Gereformeerde Gemeenten, maakte dat hij de beeldvorming bij de buitenwacht bepaalde. Overigens waren er ook binnen de niet-bevindelijke Gereformeerde Kerken in Nederland predikanten die de redenering van Kersten volgden, maar zij waren daar veel minder prominent aanwezig.

Theologische kritiek

De Utrechtse hoogleraar systematische theologie dr. Arnold van Ruler heeft de bevindelijk gereformeerden gekritiseerd op hun leer en levensopvatting. De bevindelijk gereformeerden zouden zijn afgeweken van de ware Bijbelse leer. Ook zouden zij niet de Bijbelse leefwijze hebben. Van Ruler noemde sommige opvattingen in bevindelijk gereformeerde kring zelfs erger dan de ketterijen van de vrijzinnigen. Zijn oordeel over deze kring is tamelijk hard.[32] De kritiek is bestreden door ds. Arie Vergunst. Vergunst was de opvolger van ds. Kersten in de Gereformeerden Gemeenten. Vergunst wees de kritiek van Van Ruler als 'onreformatorisch' van de hand, alhoewel hij ook wel bepaalde goede elementen in de kritiek wilde erkennen. Van Ruler wees in zijn stevige kritiek op talloze "ketterijen", dat wil zeggen afwijkingen van de gereformeerde orthodoxie in de bevindelijk gereformeerde leer. Hierbij noemde hij de verabsolutering van het gevoel als richtlijn voor het onderscheid tussen een zogenaamd levend en dood geloof, het schematisme in de leer, de onderwaardering voor de historische Jezus als verwerver van het heil en de twijfel die het geloof overstemt.

Prof. dr. Cornelis Graafland heeft ook regelmatig, overigens zeer milde, kritiek op de bevindelijk gereformeerden geoefend.[33] Toch behoort hij zelf min of meer, qua achtergrond, tot deze kring. Ook dr. Hendrikus Berkhof heeft in een briefwisseling met ds. Gijs Boer kritisch over deze kring gesproken.

Publicaties van mensen die deze kring hebben verlaten

Er zijn verschillende mensen die in deze kring zijn opgegroeid en die deze daarna hebben verlaten. In enkele gevallen hebben zij hun visie op hun milieu van herkomst vastgelegd in een publicatie. Een voorbeeld is het boek Het geloof der vaderen van Gert Jan van Dijk.

Bekender is het boek van Jan Siebelink: Knielen op een bed violen, waarin de verteller het leven van zijn bevindelijk gereformeerde vader bespreekt. Zoals in alle literatuur is ook dit boek gekleurd door de mening en de ervaringen van de schrijver, waardoor ze een beeld oproepen waarin de groepsleden zich niet altijd herkennen. Wel valt op dat, ondanks de punten van kritiek, de gevoelens van de verteller onveranderd warm zijn ten aanzien van zijn ouders.

In 2009 verscheen het boek Dorsvloer vol confetti van Franca Treur. Dat boek speelt in een bevindelijk boerengezin in Meliskerke (Zeeland). De auteur heeft afscheid genomen van het geloof in God.

Kritiek van binnenuit

Binnen de Gereformeerde Gemeenten die een middengroep in bevindelijke gereformeerde kring vertegenwoordigen, hebben verschillende personen kritiek uitgeoefend. Een bekend voorbeeld is de voormalig rector magnificus van de TU in Delft, dr. ir. Johan Blaauwendraad. Hij heeft belangrijke kritiek op de prediking in deze kring. Ook zou de Bijbelse opvatting over het verbond volgens Blaauwendraad in deze kring zijn prijsgegeven. Blaauwendraad was oorspronkelijk lid van de Gereformeerde Gemeenten. Hij heeft die kerk inmiddels verlaten.[34] Ook is er kritiek geoefend op de prediking en de leer door de kerknieuwsjournalist van het Reformatorisch Dagblad dr. Klaas van der Zwaag. Hij schreef daarover een boek met meer dan 1000 pagina's. Van der Zwaag vindt dat de prediking in deze kring niet meer beantwoordt aan de Bijbel. Rond een boek dat Van der Zwaag over deze zaak heeft geschreven is veel ophef ontstaan. In De Saambinder, het kerkelijk blad van de Gereformeerde Gemeenten is het boek van Van der Zwaag kritisch besproken.[35] Anderen namen het weer op voor Van der Zwaag.

Waar de kerkleden zich voor de buitenwereld als één blok proberen te presenteren, zijn er intern wel degelijk conflicten over de uitleg van bepaalde punten in de Bijbel. Die conflicten zijn onder andere ontstaan bij de scheuring van de Gereformeerde Gemeenten in 1953, toen de Gereformeerde Gemeenten in Nederland werd opgericht. De Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland houden zich van oudsher wat afzijdig, vooral doordat zij niet centraal zijn georganiseerd.

Beschuldigingen van incest

Uit onderzoek van dr. M. Draijer in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid in 1990 bleek dat beschuldigingen die van buitenaf gedaan werden aan het adres van de bevindelijk gereformeerden op dit terrein onterecht waren. Zij logenstrafte hiermee de gedachte dat incest in de gereformeerde gezindte vaker zou voorkomen dan elders.[36] Desondanks blijft er kritiek bestaan op de manier waarop in bevindelijke gereformeerde kringen wordt omgegaan met incest. Zo wekten uitspraken van een ouderling over incest als reden voor echtscheiding in 2014 veel maatschappelijke verontwaardiging. De uitspraken werden vervolgens aangepast.[37] Ook blijkt uit onderzoek van de Commissie Deetman dat niet celibaat, maar wel geslotenheid van een gemeenschap en sterk autoritaire verhoudingen incest en het verzwijgen van incest in de hand werken.[38]

Interactie met de samenleving

Er zijn verschillende dissertaties over deze groep in de Nederlandse samenleving verschenen. Prof. Anne van der Meiden heeft in 1968 in zijn boek De zwartekousenkerken, Portret van een onbekende bevolkingsgroep, als een van de eersten publieke aandacht voor deze groepering gevraagd. Over het algemeen stellen de bevindelijk gereformeerden deze aandacht niet erg op prijs. Als geheel is het een enigszins gesloten groep die echter wel een duidelijke ontwikkeling meemaakt. Zo zijn er bijvoorbeeld vaker dan vroeger SGP'ers aanwezig op TV. Vergeleken met bijvoorbeeld de amish in de Verenigde Staten neemt deze groep veel meer deel aan de Nederlandse samenleving.

In 2005 kwam de SGP en daarmee de bevindelijk gereformeerde bevolkingsgroep in de publiciteit vanwege het zogenoemde vrouwenstandpunt van de SGP, namelijk dat vrouwen het passieve stemrecht (het recht jezelf verkiesbaar te stellen) niet toekomt, dat wil zeggen dat op grond van de Bijbel vrouwen niet het recht hebben om gekozen te worden, bijvoorbeeld tot Kamerlid. Bevindelijk gereformeerden zien vrouwen en mannen wel als gelijkwaardig, maar niet als gelijk. Na diverse rechtszaken oordeelde de Hoge Raad op 9 april 2010 dat de partij vrouwen niet mag weren van kieslijsten. De SGP paste daarop in 2013 haar beginselprogramma aan. Op 19 maart 2014 werd Lilian Janse-van der Weele verkozen als raadslid te Vlissingen, waarmee ze de eerste vrouwelijke volksvertegenwoordiger namens de SGP werd.

Hieronder wordt een lijst met enkele nieuwsgebeurtenissen met betrekking tot bevindelijk gereformeerden weergegeven. De lijst loopt van 1960 tot heden. Voor die tijd waren de bevindelijk gereformeerden namelijk als groep veel minder zichtbaar in de Nederlandse samenleving.

1960-1969

  • 1961
    • 10 november – In Staphorst wordt een overspelig paar door opgeschoten jongelui op een open kar door het dorp gereden. Dit voorval haalt de (inter)nationale pers, waarbij zeer verontwaardigd wordt gereageerd.[39]
  • 1966
    • 1 oktober – Uitbraak van de bijna verdwenen ziekte polio[40] in Elspeet leidt tot massale belangstelling van de pers. Later komt het ook tot opstootjes tussen journalisten en plaatselijke jongeren.

1970-1979

  • 1971
    • 1 maart – De ziekte polio breekt uit in Staphorst. Doordat veel gezinnen hun kinderen niet laten inenten verbreidt de ziekte zich. 39 kinderen worden ziek, vijf sterven er, een drama voor het dorp en voor de slachtoffers en een spannende affaire voor de internationale pers, die het had over middeleeuwse toestanden in Staphorst. Vooral ds. Dorsman moet het ontgelden.
  • 1972
    • 18 april – De openbare school van IJhorst mag van de gemeenteraad van Staphorst geen televisietoestel aanschaffen. Opnieuw reageert de Nederlandse pers verontwaardigd.[41]
  • 1973
    • 18 december – Door de politie wordt in Staphorst een volksgericht van een 60-jarige overspelige man voorkomen. Hierbij breken vechtpartijen uit.[42]
  • 1975
    • In de Oud Gereformeerde Gemeente van Nieuw-Beijerland worden 22 personen geschrapt als lid vanwege het in bezit hebben van een televisietoestel.[43]
  • 1976
    • In Sint-Philipsland behaalt de SGP de meerderheid in de gemeenteraad. De landelijke pers snelt naar het dorp om te zien wat hier allemaal de gevolgen van zijn.[44]
  • 1978
    • 10 mei – Opnieuw een uitbraak van het poliovirus, ditmaal in Elspeet, Nunspeet en Uddel. Meer dan 100 personen raken besmet.[45]

1980-1989

  • 1984
    • 25 oktober – De Hervormde gemeente te Ouddorp ontslaat haar kerkorganist. De reden is dat hij een televisietoestel bezit.[46]
  • 1987
    • 9 augustus – Op Urk worden vernielingen aangebracht bij een restaurant dat sinds kort op zondag geopend was. De beschuldigende vinger gaat naar het behoudend christelijke volksdeel op het voormalige eiland.[47]

1990-1999

  • 1992
    • 22 september – In Streefkerk (Alblasserwaard) breekt een polio-epidemie uit. Circa 40 mensen raken besmet, een baby komt te overlijden.
    • 1 november – Een echtpaar uit Opheusden weigert uit godsdienstige redenen (loterij) een gewonnen auto.[48]
  • 1998
    • 26 januari – Meer dan 200 jongeren belagen op Urk de woning van een ontuchtpleger die in hun ogen een te lage straf heeft gekregen. In de media wordt gesproken over een volksgericht.

2000-2009

  • 2000
  • 2001
    • 7 april – Het orthodox-christelijk dorp Kootwijkerbroek komt in opstand tegen de massale ruiming van vee tijdens de MKZ-crisis.
  • 2007
    • 1 augustus – De openbare basisschool van Uddel sluit haar deuren. De school telt op dat moment nog maar 5 leerlingen. De gemeenteraad van Apeldoorn wilde de school als laatste openbare bolwerk graag openhouden en had twee jaar er voor nog een nieuw gebouw neergezet. De sluiting werd gezien als voorbeeld van refoïsering.
  • 2008
    • De bouw van twee megakerken in Barneveld (met gezamenlijk bijna 4000 zitplaatsen) trekt veel aandacht. Ondanks de secularisatie blijken reformatorische kerken nog steeds te groeien.[49]
    • 30 oktober – Een protest van vijftien predikanten op Urk tegen Halloween trekt de aandacht van nationale en internationale media. Ook de Amerikaanse nieuwszender CNN wijdt er een kort bericht aan.
  • 2009
    • 20 mei – De reformatorische gezindte te Rijssen komt massaal in opstand tegen het heavymetalfestival Elsrock. Er worden ruim 3500 bezwaren ingebracht.[50]

2010-heden

Kerkinterieur De Hoeksteen te Barneveld, gebouwd in 2008
Free Presbyterian church in het Schotse Evelix
Strict Baptist kapel in het Engelse Haynes
  • 2010
    • 29 januari – Leden van de Staphorster gemeenteraad maken bezwaar tegen een archeologisch rapport in gemeentelijke opdracht. In het rapport wordt verwezen naar vondsten ouder dan 6000 jaar.[51]
    • 9 april – De Hoge Raad spreekt uit dat de overheid maatregelen moet nemen tegen de SGP vanwege haar vrouwenstandpunt.
  • 2011
    • 14 november – Er ontstaat ophef over een stukje van de Katwijkse predikant Vlietstra in de plaatselijke kerkbode waarin citaten worden aangehaald die volgens de pers verwijzen naar het kastijden van kinderen. PvdA-Kamerlid Khadija Arib stelt hierover Kamervragen.[52]
  • 2019
    • januari – Diverse bevindelijk gereformeerde predikanten en politici, onder wie SGP-fractievoorzitter Kees van der Staaij, tekenen de Nashvilleverklaring. In dit document wordt homoseksualiteit afgewezen, met de toevoeging dat christenen daarover niet van mening kunnen verschillen. Vanuit de politiek, maar zeker ook door andere kerkgenootschappen, wordt hierop verontwaardigd gereageerd.

Relativering

Door regelmatige publicaties in de media ontstaat een beeld van een 'rigide' en 'wereldvreemde' groepering. In nieuwsberichten worden veelal de 'afwijkende standpunten' weergegeven.[53] In werkelijkheid is het bevindelijk gereformeerde bevolkingsdeel in de meeste opzichten zeker niet minder modern dan de doorsnee-Nederlander en wordt 'vooruitgang niet afgewezen'. In de afgelopen decennia hebben bevindelijk gereformeerden een sociaal-economische opgang doorgemaakt. Hierdoor doen ze qua inkomensniveau niet onder voor de gemiddelde Nederlander. De arbeidsmoraal is hoog.[54] Plaatsen als Rijssen en Barneveld doen het economisch zeer goed. De werkloosheid is in plaatsen met grote percentages bevindelijk gereformeerden in het algemeen lager dan het Nederlandse gemiddelde.

Vergelijkbare groeperingen buiten Nederland

Bevindelijk gereformeerden vertonen sterke verwantschap in leer en leven met de zogenoemde Strict Baptists in de Engelstalige wereld. In Schotland hebben de leden van de Free Presbyterian Church of Scotland soortgelijke opvattingen. Ook in de Verenigde Staten van Amerika zijn groepen van christenen met vergelijkbare opvattingen te vinden. Dit betreft meestal afstammelingen van Schotse of Nederlandse immigranten.

Hierbij een (niet volledige) opsomming van bevindelijk gereformeerde (kerk)genootschappen buiten Nederland:

Niet-bevindelijke christelijke groeperingen die wel uiterlijke overeenkomsten hebben (bijvoorbeeld hoofdbedekking bij vrouwen in de eredienst en het afwijzen van televisie, radio, film, dans enz.) zijn onder meer mennonitische en Baptistische groeperingen als de Old Order Amish, hutterieten, Russisch-Duitse baptisten, de conservatieve Vergadering van gelovigen en de Initiativniki. Ook zijn er opmerkelijke raakvlakken met Russische Oudgelovigen en het charedisch jodendom.

Lijst van bekende Nederlanders die tot deze groepering behoren

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.