Afscheiding van 1834

De Afscheiding van 1834 is de aanduiding van een kerkelijke beweging in het Nederland van de 19e eeuw, die uiteindelijk heeft geleid tot zelfstandige gereformeerde kerken naast de Nederlandse Hervormde Kerk. De Afscheiding van 1834 heeft, hoewel klein begonnen, grote invloed gehad op de vorming van de gereformeerde gezindte binnen de moderne Nederlandse samenleving.

Protestantisme



in Nederland

..Stromingen

Lutheranisme
Lutheranisme
Vrijzinnig-Protestantisme
Vrijzinnig protestantisme
Midden-orthodoxie
Protestantse Kerk in Nederland
Modern-Gereformeerd
Voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland
Orthodox Protestantisme
Calvinisme
Gereformeerd protestantisme
Orthodox-protestantisme
Orthodox Gereformeerd
Orthodox-gereformeerden
Bevindelijk Gereformeerden
Bevindelijk gereformeerden
Evangelisch
Evangelisch Christendom

De aanleiding tot de Afscheiding van 1834

Ontstaan van de verschillende stromingen in Nederland
Ontstaansgeschiedenis van kerken in Nederland

De redenen dat men zich in 1834 van de Nederlandse Hervormde Kerk wilde afscheiden lagen vooral in de ontwikkelingen in Gereformeerde Kerk van Nederland na 1795; sinds 1816 de Nederlandse Hervormde Kerk.

  • De gereformeerde belijdenis functioneerde niet meer in de praktijk.
  • De gereformeerde kerkregering (de Dordtse kerkorde) was afgeschaft. In plaats daarvan kwam er in 1816 een ‘Algemeen Reglement’ dat voorzag in een hiërarchische kerkstructuur met aan het hoofd de koning (Willem I)
  • Predikanten die de gereformeerde belijdenis verdedigden in woord en geschrift werden vervolgd en afgezet'

De kwestie van de proponentsformule

De proponentsformule waarmee predikantskandidaten verklaarden de gereformeerde belijdenis als 'overeenkomende met Gods Woord' (de Bijbel) te onderschrijven was door het kerkbestuur aangepast. Dit op zodanige wijze dat ruimte gegeven werd aan de mogelijkheid dat men instemde met de gereformeerde belijdenis voorzover die met Gods Woord (de Bijbel) overeenstemde. Een ruimere houding ten opzichte van binding aan de gereformeerde belijdenisgeschriften dus.

Invloed van de Verlichting op de theologie

De theologie was tijdens de achttiende eeuw sterk beïnvloed geraakt door de Verlichting. Prof. Petrus Hofstede de Groot, een van de voornaamste woordvoerders van de toen toonaangevende 'Groninger richting' vond dat de Hervormde Kerk aan de klassiek gereformeerde belijdenisgeschriften niet langer gebonden was. Fundamentele leerstukken uit deze belijdenisgeschriften als de verzoeningsleer, de verkiezingsleer en de leer van de totale verdorvenheid van de mens werden beschouwd als achterhaald en kregen een andere invulling. De kerk als opvoedingsinstituut deed zijn ingang. De theologie bleef beperkt tot de moraal. Tegen deze ontwikkelingen kwamen de orthodoxe predikanten in verzet.

In 1816 werd een Algemeen Reglement aan de kerk opgelegd, dat de Dordtse Kerkorde verving, die de kerken sinds 1618 hanteerden. In dit reglement uit 1816 werd de bestaande structuur van de kerk waarin de leden van de hogere bestuursorganen werden benoemd door leden van de lagere organen vervangen voor een stelsel waarin de hogere organen de leden van de lagere organen benoemden. De leden van de hoogste organen, de landelijke synodale vergadering en de provinciale kerkbesturen, werden benoemd door het Departement voor Hervormde Eredienst. De naam van de Nederduits Gereformeerde Kerk werd gewijzigd in Nederlandse Hervormde Kerk.

Het verzet van orthodoxe zijde

Portret van Willem Bilderdijk Rijksmuseum SK-A-1453

In 1810 verscheen de brochure Aan de ware Hervormden in de gemeenten van Holland door Willem Bilderdijk waarin hij de Nederlandse Hervormde Kerk omschreef als "een kerk die geen kerk meer is, maar een ongeordende samenvloeiing van godonterende dwalingen". Kort daarop verscheen Adres aan alle mijne hervormde geloofsgenoten door ds. D. Molenaar, welke zich naar aanleiding van zijn publicatie persoonlijk verantwoorden moest voor koning Willem I. In 1819 verscheen een brochure onder de titel Eerezuil der nagedachtenis van de voor tweehonderd jaar te Dordrecht gehouden Nationale Synode, opgericht door Nicolaas Schotsman. De auteur was ds. Nicolaas Schotsman, en de verschijning van dit boekje leidde tot heftige tegenreacties. Theologen van verlichte zijde noemde het boekje een altoos durende schandzuil. Al spoedig verscheen er evenwel een tweede druk waarin een voorwoord van Willem Bilderdijk was afgedrukt met daarin de regels: Ja, Schotsman, staan wij pal. Bij Jezus' Kruis gebogen. Verachten wij den wrok van Heiden en Sofist. Wier wijsheid dwaasheid is en loos verniste logen. Bilderdijk was vanwege zijn orthodoxe standpunten en oranjegezindheid gepasseerd voor een hoogleraarschap aan een van de universiteiten in Nederland, maar had een kring van leerlingen om zich heen verzameld die zich bewogen in de kringen van het reveil. Tot de leerlingen van Bilderdijk behoorde onder andere: Groen van Prinsterer, Willem en Dirk van Hoogendorp, Abraham Capadose en Isaac da Costa. Ondertussen ontstonden op tal van plaatsen allerlei godsdienstige gezelschappen, gevormd door mensen die niet meer naar de 'verlichte predikanten' in de Nederlandse Hervormde kerk kwamen luisteren, maar gezamenlijk in huiselijke kring de boeken van de schrijvers van de Nadere Reformatie lazen, waaronder De Redelijke Godsdienst van Wilhelmus a Brakel, de Keurstoffen van Smijtegelt, de Eigenschappen des geloofs van Alexander Comrie evenals prekenboeken van puriteinse schrijvers zoals Samuel Rutherfort, de Erskines, Thomas Boston, en John Owen. Onder deze 'kleine luyden' werd een nieuwe kerkreformatie bewerkstelligd die uitliep op de Afscheiding van 1834.

Hendrik de Cock

In 1834 werd ds. Hendrik de Cock aangeklaagd door het Provinciale Kerkbestuur van de Nederlandse Hervormde Kerk vanwege het boekje: Verdediging van de ware gereformeerde leer en van de ware gereformeerden, bestreden en ten toon gesteld door twee zogenaamde gereformeerde leeraars, of de schaapskooi van Christus aangetast door twee wolven en verdedigd door H. de Cock. Naar aanleiding van dit boekje werd ds. de Cock geschorst en afgezet voor onbepaalde tijd met behoud van traktement. Toen bleek dat ds. de Cock een aanbevelend voorwoord in een ander boekje De evangelische gezangen getoetst en gewogen en te licht bevonden had geschreven, leidde dit tot zijn afzetting als predikant. Steun kreeg ds. de Cock van zijn collega ds. H.P. Scholte, waarna spoedig de Akte tot Afscheiding of Wederkeering werd opgesteld.

Het slot van deze acte luidt: "uit dit alles tezamen genomen is het nu duidelijk geworden, dat de Nederlandse Hervormde Kerk niet de ware, maar de valse Kerk is volgens Gods Woord en art. 29 van onze belijdenis, weshalve de ondergetekenden met dezen verklaren dat zij overeenkomstig het ambt der gelovigen (art. 28) zich afscheiden van degenen, die niet van de Kerk zijn, en dus geen gemeenschap meer willen hebben met de Nederlandse Hervormde Kerk, totdat deze terugkeert tot de waarachtige dienst des Heeren; en verklaren tevens gemeenschap te willen oefenen met alle ware Gereformeerden ledematen, en zich te willen verenigen met elke op Gods onfeilbaar Woord gegronde vergadering, aan wat plaatse God dezelve ook verenigd heeft, betuigende met deze, dat wij ons in alles houden aan onze aloude Formulieren van Enigheid: n.l. de belijdenis des Geloofs, de Heidelbergse Catechismus en de canones van de Synode van Dordrecht, gehouden in de jare 1618/1619.." Na de Afscheiding ontstonden twee kerkelijke groeperingen: Een conflict over het aanvragen van erkenning door de overheid en het laten varen van de naam gereformeerd voor het eigen kerkgenootschap leidde tot een splitsing van de afgescheidenen in de Gereformeerde Kerken onder het Kruis en de Christelijke Afgescheiden Gemeenten.

De Afscheiding per de regio

In Oost-Nederland was Anthony Brummelkamp een bekende voorvechter van de Afscheiding. Onder zijn invloed ontstonden afgescheiden gemeentes in onder andere Varsseveld, Winterswijk, Aalten en Wierden. Dit wordt ook wel de Brummelkampse of Gelderse richting binnen de afscheiding genoemd. Maar ook anderen waren in deze regio actief, zoals Dirk Hoksbergen in Kampen en Wolter Wagter Smitt (ook Luitenant Smitt genoemd) in Zwolle en Zalk.

In Holland, Utrecht en Noord-Brabant werd de beweging geleid door Hendrik Scholte en in Zeeland was Huibert Jacobus Budding eveneens een belangrijk leider.

Daarnaast was er de Drentse richting, de zogenaamde Jofferspartij, waar de uitverkiezing een grotere plaats kreeg in de prediking.

Vervolging door de overheid

De Nederlandse overheid wilde dat de afgescheidenen erkenning vroegen als afzonderlijk kerkgenootschap , met prijsgeven van de naam gereformeerd. De afgescheidenen wilden dit niet, omdat zij vonden de ware voortzetting te zijn van de gereformeerde kerk van Nederland sinds de Reformatie. Doordat zij echter niet officieel erkend waren, bevonden zij zich in een moeilijke positie. Er werd een wet van Napoleon toegepast, namelijk dat voor samenkomsten van meer dan 20 personen toestemming moest worden gevraagd. Deze toestemming werd lange tijd niet gegeven. Verschillende voorgangers van de afgescheidenen kwamen daarom in de gevangenis terecht. Na 1845 emigreerden veel afgescheidenen naar de Verenigde Staten onder leiding van bekende predikanten als Albertus van Raalte en Hendrik Pieter Scholte.

Latere ontwikkelingen

Na de Afscheiding ontstonden twee kerkelijke groeperingen: de Christelijke afgescheiden gemeenten en de Gereformeerde Kerken onder het Kruis, die in 1869 grotendeels samengingen tot de Christelijke Gereformeerde Kerk. In 1892 ging de Christelijke Gereformeerde Kerk samen met de Nederduits Gereformeerde Kerken (dolerende) die ontstaan waren uit de Doleantie van 1886 en vormden de Gereformeerde Kerken in Nederland. Een klein deel van de Christelijke Gereformeerde Kerk ging niet mee met de fusie en ging verder onder dezelfde naam. Dit kleine deel groeide later weer uit met voornamelijk spijtoptanten uit de Gereformeerde Kerk. Op 1 mei 2004 fuseerden de Gereformeerde Kerken in Nederland met de Nederlandse Hervormde Kerk en de Evangelisch-Lutherse Kerk tot de Protestantse Kerk in Nederland (PKN).

Literatuur

  • C. Smits, De afscheiding van 1834 (Dordrecht: Van den Tol, 1971-1991, 9 delen) Een gedetailleerde beschrijving, voornamelijk van regio's.
  • J. Wesseling, De afscheiding van 1834 in ... 1834-1869 (Groningen: De Vuurbaak, 1973-1989; 10 delen). Een gedetailleerde beschrijving van Groningen, Friesland, Overijssel en Zeeland.
  • Geels, Prof. J.W., Bruin, Prof. P.J.M. de., Salomons, ds. G., Schuit, Prof. J.J., Jongeleen, ds. J., Hilbers, ds. A.H., Janssen, ds. H., Meiden, ds. L.H. van der., Wisse, Prof. G. Gedenkboek uitgegeven bij de herdenking der Afscheiding 1834 in opdracht van de Generale Synode der Christelijke Gereformeerde Kerk in Nederland (1934)
  • Joh. Vreugdenhil, De kerkgeschiedenis verteld aan jong en oud (Houten: Den Hertog, 2012, 14e herziene druk) geeft in deel 2 een beschrijving zonder wetenschappelijke pretenties.
  • Lubbertus Oostendorp, "H.P.Scholte, Leader of the Secession of 1834 and Founder of Pella"
Bronnen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Acte van Afscheiding of Wederkering op Wikisource.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.