Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Tweede Kamer der Staten-Generaal, vaak kortweg de Tweede Kamer genoemd, vormt samen met de Eerste Kamer de Nederlandse Staten-Generaal, de landelijke volksvertegenwoordiging voor Nederland. De eerste zitting was op 21 september 1815.[1]

Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wetgevend orgaan van  Nederland
Algemene informatie
Opgericht in1815
Aantal leden150 (vanaf 1956)
OntmoetingsplaatsBinnenhof, Den Haag
Huidige legislatuur
VoorzitterKhadija Arib (PvdA)
GriffierSimone Roos
Portaal    Politiek

De eerste Tweede Kamerleden werden benoemd door koning Willem I, daarna getrapt door de leden van de Provinciale Staten en vervolgens rechtstreeks door de burger via een landelijke verkiezing.

De Tweede Kamer is te vergelijken met het Huis van Afgevaardigden in de Verenigde Staten, het Lagerhuis in het Verenigd Koninkrijk, de Kamer van volksvertegenwoordigers (federaal) in België, de Nationale Vergadering in Frankrijk en de Bondsdag in Duitsland.

De Bataafse Republiek bezat sinds 1798 eveneens een Tweede Kamer.

Functioneren

De plenaire zaal van de Tweede Kamer.

Hoewel de naam misschien het tegendeel doet vermoeden, heeft de Tweede Kamer in de Nederlandse politiek meer macht dan de Eerste. In de Tweede Kamer ontstaan regeringscoalities en deze kunnen hier ook weer uiteenvallen. Ook worden ministers er ter verantwoording geroepen voor hun beleid. De Eerste Kamer heeft deze macht ook, maar gebruikt die veel minder vaak. Een minister of kabinet kan niet aanblijven zonder het vertrouwen van (een meerderheid in) de Tweede Kamer.

De Tweede Kamer heeft in hoofdzaak drie taken:

  • controle op regeringsbeleid,
  • medewetgeving (met de regering en de Eerste Kamer)
  • vertegenwoordiging van de bevolking.

Om de regering te kunnen controleren, heeft de Tweede Kamer verschillende rechten en instrumenten. Een belangrijke bevoegdheid van de Tweede Kamer is het budgetrecht of recht van begroting. Dat is de mogelijkheid begrotingen van de ministeries goed en af te keuren en om ze te wijzigen. Ook het recht van interpellatie en het recht van enquête horen hierbij. Een van de belangrijkste rechten bij de wetgeving is het recht van amendement. Dat is de mogelijkheid om wetsvoorstellen op onderdelen te wijzigen (zie: Nederlandse wet). Als een meerderheid van de Tweede Kamer het amendement steunt, dan wordt de verlangde wijziging aangebracht. Een minister die daar grote bezwaren tegen heeft, kan dreigen met aftreden of met intrekking van het gehele wetsontwerp.

Een ander instrument van de Tweede Kamer is de zogenaamde motie. In een motie spreekt de Tweede Kamer een mening uit, of zij vraagt hierin aan een minister of het hele kabinet om iets te doen of juist na te laten. Zo'n uitspraak weegt minder zwaar dan een amendement, omdat hij niet bindend is. Een minister kan een motie naast zich neerleggen.

De Tweede Kamer heeft ook het recht van initiatief, dat is het recht om wetsvoorstellen in te dienen. De meeste wetsvoorstellen worden opgesteld door de regering, maar een paar keer per jaar dienen een of meer Kamerleden een zogeheten initiatiefwetsvoorstel in. De indiener(s) zit(ten) dan achter de regeringstafel om hun wetsontwerp te verdedigen, ook in de Eerste Kamer.

Verder kan de Tweede Kamer gebruikmaken van het recht van interpellatie. In minder zwaarwegende kwesties kunnen ministers door Kamerleden aan de tand worden gevoeld tijdens het wekelijkse mondelinge vragenuurtje van de Tweede Kamer. Ook bestaat de mogelijkheid om schriftelijke vragen te stellen, waarop de betrokken minister of staatssecretaris verplicht is te antwoorden.

In uitzonderlijke gevallen maakt de Tweede Kamer gebruik van het recht van enquête. Een speciaal daarvoor benoemde commissie onderzoekt dan in een bepaalde kwestie het regeringsbeleid tot op de bodem. Betrokkenen kunnen onder ede worden gehoord en gegijzeld worden. Bekende voorbeelden zijn de enquête naar de Bijlmerramp en de enquête naar Bouwfraude (2002). In minder zware gevallen volstaat een Parlementair Onderzoek, waarbij getuigen niet onder ede staan.

De werkzaamheden van de Tweede Kamer worden geregeld in het Reglement van Orde van de Tweede Kamer.

Voor het juridisch assisteren van Kamerleden bij amendementen en initiatiefwetten is er het Bureau Wetgeving.[2]


Zetelverdeling

De samenstelling in de Tweede Kamer na de verkiezingen van maart 2017 (aantallen vergeleken met periode 2012-2017):

 Coalitiepartij

Logo Fractie Ideologie Lijsttrekker
in 2017
Portrait Fractievoorzitter Portrait Stemmen Zetels Verschil t.o.v. 2012
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) Conservatief-liberalisme Mark Rutte Klaas Dijkhoff 2.238.351 32 -8
Partij voor de Vrijheid (PVV) Nationalisme Geert Wilders Geert Wilders 1.372.941 20 +5
Christen-Democratisch Appèl (CDA) Christendemocratie Sybrand van Haersma Buma Pieter Heerma 1.301.796 19 +6
Democraten 66 (D66) Progressief liberalisme Alexander Pechtold Rob Jetten 1.285.819 19 +7
GroenLinks (GL) Ecologisme Jesse Klaver Jesse Klaver 959.600 14 +10
Socialistische Partij (SP) Democratisch socialisme Emile Roemer Lilian Marijnissen 955.633 14 -1
Partij van de Arbeid (PvdA) Sociaaldemocratie Lodewijk Asscher Lodewijk Asscher 599.699 9 -29
ChristenUnie (CU) Christelijk-sociaal Gert-Jan Segers Gert-Jan Segers 356.271 5 0
Partij voor de Dieren (PvdD) Ecologisme Marianne Thieme Esther Ouwehand 335.214 5[3] +3
50Plus (50Plus) Sociaal-conservatisme Henk Krol Henk Krol 327.131 4 +2
Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) Reformatorisch Kees van der Staaij Kees van der Staaij 218.950 3 0
DENK Multiculturalisme Tunahan Kuzu Farid Azarkan 216.147 3 +3
Forum voor Democratie (FvD) Nationaal-conservatisme Thierry Baudet Thierry Baudet 187.162 2 +2
Lid Van Kooten-Arissen (LvKA) Ecologisme niet van toepassing Femke Merel van Kooten-Arissen - 1
Lid Van Haga (LvHA) Liberalisme niet van toepassing Wybren van Haga - 1

Totaal (opkomst 81,93%) met 10.563.456 stemmen. Van de stemmen was 0,45 procent ongeldig of blanco. Gegevens van zetelverdeling in de Tweede Kamer van 1888 tot en met 2017.

Op 16 juli 2019 verliet Femke Merel van Kooten-Arissen de Partij voor de Dieren en ging verder als eenmansfractie.

Op 24 september 2019 werd Wybren van Haga uit de VVD-fractie gezet. Hij had zich niet gehouden aan de afspraken die waren gemaakt naar aanleiding van het rapport van de integriteitscommissie. Van Haga bleef lid van de Tweede Kamer namens zijn eigen fractie Van Haga.[8] Hij werd daarop door de VVD als lid geroyeerd.

Voorzitters

Khadija Arib op de voorzittersstoel van de Tweede Kamer tijdens de nieuweledendag van de PvdA in 2015.

Vanaf de instelling van de Tweede Kamer in 1815 werd de voorzitter gekozen door de Kamer en benoemd door de Kroon. Aan het begin van ieder zittingsjaar stelde de Kamer een lijst met drie kandidaten samen. Deze lijst werd aangeboden aan de regering, die vervolgens een van de kandidaten benoemde. De drie kandidaten waren gerangschikt naar voorkeur van de Kamer. Zo stemde men eerst over de als eerste geplaatste, vervolgens over de als tweede geplaatste en ten slotte over de als derde geplaatste kandidaat. Per stemming was een absolute meerderheid van de aanwezige Kamerleden nodig om te worden verkozen. De benoeming door de Kroon was louter symbolisch, zonder uitzondering werd altijd de eerst geplaatste van de lijst benoemd. Mocht een voorzitter afwezig zijn, dan werden de honneurs waargenomen door het oudste aanwezige Kamerlid. Met de uitbreiding van het presidium is hier verandering in gekomen. In de Grondwet van 1983 is opgenomen dat de Kamer zelf een voorzitter benoemt. Tevens is toen bepaald dat een voorzitter niet langer voor slechts één zittingsjaar zetelt, maar voor de gehele zittingsperiode van de Kamer.

Een historisch overzicht van Kamervoorzitters is opgenomen in de lijst van voorzitters van de Tweede Kamer.

Presentie en stemmingen

Ook bij een plenaire vergadering zijn vaak alleen de Kamerleden met de desbetreffende specialisatie aanwezig (en verder de voorzitter en de desbetreffende bewindspersoon). Bij stemmingen[4] moeten wel zo veel mogelijk leden aanwezig zijn. De meeste stemmingen worden van tevoren gepland, zodat de leden tijdig weten wanneer ze allemaal aanwezig moeten zijn. In het geval van een ongeplande stemming laat de voorzitter vooraf in het hele gebouw een bel gaan, en geeft hij de leden even de tijd om naar de zaal te komen. Bij stemmingen met handopsteken wordt de dubbele fictie gehanteerd dat alle leden aanwezig zijn, en dat de leden binnen een fractie hetzelfde stemmen.[5] Over personen wordt schriftelijk gestemd, bijvoorbeeld bij de verkiezing van een nieuwe voorzitter of bij het opmaken van voordrachten voor leden van de Algemene Rekenkamer of de Hoge Raad.

Openbaarheid

Was een vergadering van de Tweede Kamer in 1814 aanvankelijk besloten, in de Grondwet van 1815 werd zij onder druk van de Belgen openbaar. In 1859 kwam er een perstribune in de vergaderzaal.

De plenaire debatten worden live uitgezonden op televisie en via het internet. De teksten worden op internet gepubliceerd in de Handelingen. De voorlopige versie staat binnen een dag op de site van de Tweede Kamer onder "Verslagen", de definitieve na drie tot vier weken op overheid.nl.

Burgers

Sinds 1968 houdt de Kamer ook hoorzittingen, waarin deskundige of belanghebbende burgers inlichtingen kunnen verschaffen aan de Kamer of een van haar commissies.

Sinds 2006 kent de Kamer het burgerinitiatief. Kiesgerechtigden kunnen met 40.000 handtekeningen een onderwerp voordragen voor de Kameragenda. Dit onderwerp mag niet in strijd zijn met de Grondwet en mag niet de laatste twee jaar in de Kamer aan de orde zijn geweest. Sinds 1 januari 2008 kan de actie voor een burgerinitiatief ook op het internet worden gevoerd.

Griffiers

Rechts van de voorzitter (gezien vanuit de voorzitter) zit de griffier, en links het hoofd van de griffie.[6] Sinds 11 juni 2018 is Simone Roos griffier van de Tweede Kamer.

Een historisch overzicht van griffiers is opgenomen in de lijst van griffiers van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Gebouw

De oude vergaderzaal van de Tweede Kamer.

De Tweede Kamer vergadert in het Tweede Kamergebouw aan het Plein in Den Haag. Sinds het ontstaan van het koninkrijk tot aan 1992 vonden de zittingen plaats in de Oude Zaal, die ongeveer hetzelfde uiterlijk had als de huidige Eerste Kamer. In 1992 betrok de Tweede Kamer de nieuwe vergaderzaal van de Tweede Kamer.

Impressie van de nieuwe tijdelijke vergaderzaal van de Tweede Kamer, vanaf 2020

Tijdens de renovatie van het Binnenhof, vanaf 2020, zal de Tweede Kamer Bezuidenhoutseweg 67, het voormalige gebouw van het ministerie van Buitenlandse Zaken, gebruiken voor haar vergaderingen. In de kelder van dit gebouw wordt een exacte kopie van de huidige zaal gerealiseerd.[7]

Terminologie

  • AO is de afkorting van 'Algemeen Overleg' en betreft een vergadering van een Kamercommissie met een of meer bewindspersonen.
  • VAO is de afkorting van 'Verslag Algemeen Overleg' en betreft een kort plenair debat ter afronding van een algemeen overleg van een Kamercommissie. Hier kunnen moties worden ingediend.

Zie ook

Literatuur

  • In dit huis. Twee eeuwen Tweede Kamer, Boom, Amsterdam, 2015.
  • Carla Hoetink, Macht der gewoonte: regels en rituelen in de Tweede Kamer na 1945, Vantilt, Nijmegen, 2018, ISBN 9789460042768 (handelseditie proefschrift).
Zie de categorie Tweede Kamer van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.