avond
Nederlands
![](../I/m/2006-09-15_18-47-19_ziaja.jpg)
avond
Woordafbreking
- avond
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘tijd waarin de duisternis intreedt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | avond | avonden |
verkleinwoord | avondje | avondjes |
Zelfstandig naamwoord
avond m
- (tijdrekening) de tijd tussen 6 uur 's avonds en 12 uur 's nachts
- In de avond van 13 op 14 februari werd zij als vermist gemeld.
- (meteorologie) de periode van de dag waarin het nacht wordt.
- In de avond is het vaak nog niet geheel donker.
- (tijdrekening) de tijd tussen de middag en het naar bed gaan.
- In de avond lezen we een boek bij kunstlicht.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
- Men moet de dag niet prijzen voor het avond is.
pas als alles gedaan is kun je zeggen of het goed ging
- Hoe later op de avond hoe schoner volk
Vertalingen
1. de periode van de dag waarin het nacht wordt
Gangbaarheid
- Het woord avond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'avond' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.