meiavond

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mei·avond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meiavond meiavonden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

meiavond m [1]

  1. een avond in de maand mei
    • Kort na het horen van zes schoten werd het nog warme kadaver van de aanstaande moedergans in de vroege meiavond door een buurtbewoner aangetroffen in het weiland, vlak naast haar verlaten nest. „Ze was niet meteen dood na het eerste schot”, weet een getuige. [2] 
    • Hij begon te drinken, ging failliet en werd tot zijn dood onderhouden door zijn familie. Toen hij op een meiavond weer eens dronken thuis kwam, vond hij zijn puberzoon Mattie achter de krant. [3] 

Gangbaarheid

  • Het woord meiavond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.