maandags

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maan·dags
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van maandag met het achtervoegsel -s
stellend
onverbogen maandags
verbogen maandagse
partitief maandags

Bijvoeglijk naamwoord

maandags

  1. (tijdrekening) op de maandag betrekking hebbend
    • Lekker onbezorgd een maandags terrasje doen in Leuven! 

Bijwoord

maandags

  1. (tijdrekening) op maandagen
    • We gaan maandags meestal winkelen. 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord maandags staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
71 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.