koopavond

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koop·avond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koopavond koopavonden
verkleinwoord koopavondje koopavondjes

Zelfstandig naamwoord

koopavond m

  1. een avond waarop de winkels geopend zijn en er dus inkopen gedaan kunnen worden als de meeste mensen niet werken
    • “Mensen winkelen anders dan ze vroeger deden. Op koopavonden komen er nu minder mensen naar de winkel. We passen onze bezetting daarop aan.” [1] 

Gangbaarheid

  • Het woord koopavond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. NRC Joost Pijpker 20 januari 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.