koopavond
Nederlands
![](../I/m/Enorme_drukte_in_de_Kalverstraat_tgv_de_koopavonden_voor_St_Nicolaas%2C_Bestanddeelnr_911-8368.jpg)
Woordafbreking
- koop·avond
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van koop ww en avond
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koopavond | koopavonden |
verkleinwoord | koopavondje | koopavondjes |
Zelfstandig naamwoord
koopavond m
- een avond waarop de winkels geopend zijn en er dus inkopen gedaan kunnen worden als de meeste mensen niet werken
- “Mensen winkelen anders dan ze vroeger deden. Op koopavonden komen er nu minder mensen naar de winkel. We passen onze bezetting daarop aan.” [1]
Gangbaarheid
- Het woord koopavond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'koopavond' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Joost Pijpker 20 januari 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.