avondmaal
Nederlands
Woordafbreking
- avond·maal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van avond en maal [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | avondmaal | avondmalen |
verkleinwoord | avondmaaltje [1] | avondmaaltjes [1] |
Zelfstandig naamwoord
avondmaal o
- de maaltijd die men 's avonds nuttigt
- (religie) de rituele viering van het laatste avondmaal dat Jesus met zijn leerlingen nuttigde voor zijn terechtstelling aan het kruis
- In protestantse kerken wordt niet iedere zondag avondmaal gevierd.
Afgeleide begrippen
- Avondmaalstafel, avondmaalsbeker, avondmaalsdienst, avondmaalsformulier, avondmaalsleer, avondmaalstafel, avondmaalsviering, avondmaling
Vertalingen
1. de maaltijd die men 's avonds nuttigt
2. de rituele viering van het laatste avondmaal dat Jesus met zijn leerlingen nuttigde voor zijn terechtstelling aan het kruis
Gangbaarheid
- Het woord avondmaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'avondmaal' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Werkwoord
vervoeging van |
---|
avondmalen |
avondmaal
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van avondmalen
- Ik avondmaal.
- gebiedende wijs van avondmalen
- Avondmaal!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van avondmalen
- Avondmaal je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.