meteorologie
Nederlands
Woordafbreking
- me·te·o·ro·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘weerkunde’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
- afgeleid van meteoor (uit het Grieks meteoros) met het achtervoegsel -logie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meteorologie | - |
verkleinwoord | - | - |
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. de studie van het weer en het klimaat
Gangbaarheid
- Het woord meteorologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'meteorologie' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.