maandagochtend
Nederlands
Woordafbreking
- maan·dag·och·tend
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van maandag en ochtend
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maandagochtend | maandagochtenden |
verkleinwoord | maandagochtendje | maandagochtendjes |
Zelfstandig naamwoord
maandagochtend m
- (tijdrekening) de uren van een maandag tussen de nachtelijke uren en de middag, de ochtend van maandag
- We hebben die hele maandagochtend in het ziekenhuis doorgebracht.
Bijwoord
maandagochtend
- (tijdrekening) in de ochtend van de maandag
- Kun je maandagochtend ook komen?
- Bij de supermarkt aan de Iepenlaan in Woerden heeft de politie maandagochtend een 17-jarige jongen uit Litouwen aangehouden op verdenking van diefstal van boodschappen met een winkelwaarde van € 57,-. De dief wilde die morgen rond tien uur een winkelwagen vol boodschappen zonder te betalen de winkel uitloodsen. [1]
Verwante begrippen
Vertalingen
1. de voormiddag van een maandag
Gangbaarheid
- Het woord maandagochtend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.