woensdagmorgen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • woens·dag·mor·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woensdagmorgen woensdagmorgens
verkleinwoord woensdagmorgentje woensdagmorgentjes

Zelfstandig naamwoord

woensdagmorgen m

  1. (tijdrekening) de uren van een woensdag tussen de nachtelijke uren en de middag, de morgen van woensdag
    • We hebben die hele woensdagmorgen in het ziekenhuis doorgebracht. 
    • De vrijwillige brandweer van Ammeloe is woensdagmorgen in alle vroegte uitgerukt voor een autobrandje in Zwillbrock, waarbij de eigenaar van de auto met een poederblusser al meteen de boel had gesmoord. [1] 

Bijwoord

woensdagmorgen

  1. (tijdrekening) in de morgen van de woensdag
    • Kun je woensdagmorgen ook komen? 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord woensdagmorgen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tubantia Peter Zandee 05-09-18 [https://www.tubantia.nl/achterhoek/politie-onderzoekt-nachtelijke-br-autobrand-in-zwillbrock~a04eb120/ Politie onderzoekt nachtelijke autobrand in Zwillbrock]
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.