hals

Nederlands

1= hoofd, 2= gezicht, 3= hals, 4= schouder, 5= borst, 6= buik, 7= heup, 8= onderbuik, 9= penis, 10= dijbeen, 11= knie, 12= been, 13= enkel, 14= voet, 15= bovenarm, 16= elleboog, 17= onderarm, 18= pols, 19= hand
Uitspraak
Woordafbreking
  • hals
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘keel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1080 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord hals halzen
verkleinwoord halsje halsjes

Zelfstandig naamwoord

hals m

  1. (anatomie) nauw gedeelte van het lichaam dat het hoofd met de romp verbindt
  2. gedeelte van een kledingstuk waar men de hals door steekt
  3. goedaardig, onnozel mens
  4. op een hals lijkend deel van een voorwerp
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
  1. keel, nek
  2. V-hals
  3. waaghals
  4. flessenhals
Spreekwoorden
  • [1]: iemand om de hals vliegen
Iemand vol enthousiasme omhelzen
  • [1]: zich iets op de hals halen
voor zichzelf een probleem creëren
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
halzen

hals

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van halzen
    • Ik hals. 
  2. gebiedende wijs van halzen
    • Hals! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van halzen
    • Hals je? 

Gangbaarheid

  • Het woord hals staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Zweeds

Uitspraak
  • Geluid:  hals    (hulp, bestand)
  • IPA: / hals /
Woordafbreking
  • hals
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hals     halsen     halsar     halsarna  
genitief   hals     halsens     halsars     halsarnas  
Naar frequentie 3752

Zelfstandig naamwoord

hals, g

  1. (anatomie) hals (van mensen)
  2. (zoötomie) hals, nek (van dieren)
  1. «Giraffer lever i löst sammanhållna grupper och med sin långa hals har de en god överblick och kan med sin utmärkta syn hålla reda på vad som händer omkring dem.»
    Giraffen leven in losse, samenhangende groepen en met hun lange hals hebben ze een goed overzicht en kunnen ze met hun uitstekende zicht bijhouden wat er om hen heen gebeurt.
  2. op een hals lijkend deel van een voorwerp
Synoniemen
Hyperoniemen
  • [1]:  pojkhals zn 
  • [2]:  svanhals zn 
  • [3]:  flaskhals zn 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.