svanhals
Zweeds
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / svɑːn.hals /
Woordafbreking
- svan·hals
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van svan zn "zwaan" en hals zn "hals"
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | svanhals | svanhalsen | svanhalsar | svanhalsarna |
genitief | svanhals | svanhalsens | svanhalsars | svanhalsarnas |
Zelfstandig naamwoord
svanhals, g
- (zoötomie) zwanenhals (van een zwaan)
- (anatomie), (figuurlijk) hals (van mensen)
- (dierkunde), (figuurlijk) een hoge, lange, smalle gebogen nek bij een paard (beschouwd als een fout)
- (techniek), (figuurlijk) een gebogen, u-vormig of s-vormig deel of onderdeel van een buis, sifon, waterslot
- (voeding), (figuurlijk) op een zwanenhals lijkend deel van een voorwerp (bijv. gebak in de vorm van een zwanenhals)
Hyperoniemen
- [1]: hals zn
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.