zwanenhals
Nederlands
![](../I/m/Sifon4.png)
zwanenhals
Woordafbreking
- zwa·nen·hals
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zwaan en hals met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwanenhals | zwanenhalzen |
verkleinwoord | zwanenhalsje | zwanenhalsjes |
Zelfstandig naamwoord
zwanenhals m
- lange, gebogen hals
- De oude vrouw had vanwege het harde werken een zwanenhals gekregen.
- S-vormige buis
- De afvoerbuis van een gootsteen bevat vaak een zwanenhals om stankgeur tegen te gaan.
Gangbaarheid
- Het woord zwanenhals staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zwanenhals' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.