zwaanshals
Nederlands
Woordafbreking
- zwaans·hals
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zwaan en hals met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwaanshals | zwaanshalzen |
verkleinwoord | zwaanshalsje | zwaanshalsjes |
Zelfstandig naamwoord
zwaanshals m
- (heraldiek) een heraldisch element in de vorm van een hals van een zwaan
- De enkele kop met de lange hals wordt zwaanshals genoemd en staat rechtop in het schild.[1]
- (techniek) een gebogen pijp bedoeld om water buiten een uitlaat te houden of stank tegen te gaan
- Er werd een zwaanshals ingebouwd om de stank te bestrijden.
Gangbaarheid
- Het woord 'zwaanshals' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- blz 155.Rietstaps Handboek der heraldiek
C. Pama, Johannes Baptist Rietstap
Uitgeverij Brill Archive, 1987
ISBN 9004083529, ISBN 9789004083523
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.