onderbuik
Nederlands
Woordafbreking
- on·der·buik
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van onder en buik
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onderbuik | onderbuiken |
verkleinwoord | onderbuikje | onderbuikjes |
Zelfstandig naamwoord
onderbuik m
- (anatomie) het gedeelte van de buik dat het dichtste bij de benen is
- De jongen zei tegen de dokter dat de pijn in zijn onderbuik zat.
Afgeleide begrippen
- onderbuikgevoel, onderbuikkwaal, onderbuiksziekte, onderbuikziekte
Vertalingen
1. het gedeelte van de buik dat het dichtste bij de benen is
Gangbaarheid
- Het woord onderbuik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onderbuik' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.