onmiddellijk
Nederlands
Woordafbreking
- on·mid·del·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van middellijk met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onmiddellijk | onmiddellijker | onmiddellijkst |
verbogen | onmiddellijke | onmiddellijkere | onmiddellijkste |
partitief | onmiddellijks | onmiddellijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onmiddellijk
- zonder uitstel
- Dit heeft een onmiddellijke verlaging van de temperatuur ten gevolge.
- zonder omwegen
- Deze gang is een onmiddellijke uitgang naar de straat.
Vertalingen
2. zonder uitstel
Bijwoord
onmiddellijk
- zonder uitstel
- De injectie gaf onmiddellijk verbetering in de toestand van de patiënt.
- zonder omwegen
- Deze weg geeft niet onmiddellijk toegang tot de binnenstad, maar gaat er met een bocht omheen.
Vertalingen
1. zonder uitstel
Gangbaarheid
- Het woord onmiddellijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onmiddellijk' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.