talloos
Nederlands
Woordafbreking
- tal·loos
Bijvoeglijk naamwoord
talloos
- onmogelijk om te tellen
- Hoe talloos de denkende wezens ook zijn, ik zal ze bevrijden.
Hoofdtelwoord
talloos
- ontelbaar veel
- Er zijn talloze mensen dood door de ramp.
Bijwoord
talloos
- ~ veel: op ontelbare wijze veel
- Er zijn talloos vele mensen dood door de ramp.
Gangbaarheid
- Het woord talloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'talloos' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.