talreep
![](../I/m/Vasa_-_Wanten_2.jpg)
Wanttalies met talrepen, van de Wasa (1627)
Nederlands
Woordafbreking
- tal·reep
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | talreep | talrepen |
verkleinwoord | talreepje | talreepjes |
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van talie zn en reep zn [1]
Zelfstandig naamwoord
talreep m
- (scheepvaart) een touw dat bij wijze van want- of stagspanner, enkele malen door de ogen van een stag en putting is gehaald en vastgezet
- De wanttalie met talreep is een eenvoudige voorloper van de spanschroef.
Afgeleide begrippen
- talreepsteek
Verwante begrippen
- jufferblok, onderjufferblok, putting, puttingijzer, schroefspanner, stag, want, wantspanner, wanttalie
Gangbaarheid
- Het woord 'talreep' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'talreep' herkend door:
23 % | van de Nederlanders; |
12 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.