Klassiek motorstel

Klassiek motorstel is de benaming van een serie elektrische treinstellen van de NMBS. In de periode 1939-1979 zijn er bijna 500 van deze treinstellen gebouwd.

Klassiek motorstel
Een klassiek motorstel onderweg
Een gemoderniseerd stel (MSCR) te Antwerpen
Aantal497 gebouwd, maar niet tegelijk in dienst
FabrikantLa Brugeoise et Nivelles,
Ragheno,
Ateliers Germain,
werkplaats 's-Gravenbrakel,
centrale werkplaats Mechelen
VervoerderNMBS
Indienststelling1939-1979
Uit dienstAlleen de gemoderniseerde series rijden nog
Asindeling(A1)(1A) + (A1)(1A)
Assen8
Spoorwijdte1.435 mm
Massa98,5 tot 117 ton, afhankelijk van de serie
Lengte over buffers44,4 tot 46,575 meter, afhankelijk van de serie
Breedte2.781 tot 3.000 mm, afhankelijk van de serie
Hoogte3.767 tot 4.400 mm, afhankelijk van de serie
Maximumsnelheid130 km/h
140 km/u MS46 en vanaf MS66-serie
DeurenMS39: Schuifdeuren
Rest: Pneumatische vouwdeuren

4 per zijde
(excl. bagagedeur)

Aantal zitplaatsen118 tot 185,
afhankelijk van de serie
Zitplaatsen 1e klas24 tot 45,
afhankelijk van de serie
Zitplaatsen 2e klas86 tot 154,
afhankelijk van de serie
Aantal staanplaatsenafhankelijk van de serie
Techniek
Stroomsysteem3 kV =
1,5 kV =
Vermogen620 tot 840 kW, afhankelijk van de serie
TreinbeïnvloedingTBL1+ (nummers 642 en hoger)
Portaal    Openbaar vervoer
Verkeer & Vervoer
Gemoderniseerde MS66 in het station van Dendermonde
MSCR te Brussel-Noord
Klassiek motorstel in de kleuren van Sabena.

De eerste stellen werden oorspronkelijk afgeleverd in een livrei die bestond uit twee tinten groen. Vanaf stel 035 was de donkergroene kleur jarenlang de standaard, eerst met smalle zichtbaarheidsbanden en later met brede zichtbaarheidsbanden. Ook de stellen 001 tot 034 kregen de donkergroene schildering. Hierdoor kreeg dit type materieel de bijnaam 'groentjes'. Ook de term 'tweetjes' was gemeenzaam voor deze stellen. Vanaf 1984 werden de stellen met nummer 152 en hoger bordeauxrood geschilderd. De treinstellen uit de MS56-serie (MS: motorstel, vaak ook AM naar het Franse 'automotrice') zijn opgebouwd uit roestvrij staal en zijn nooit volledig beschilderd.De meeste tweetjes werden gebouwd door La Brugeoise et Nivelles, Brugge (nu Bombardier) en hebben een elektrische installatie van ACEC, Charleroi (nu Alstom). Zes stellen zijn in 1970 gebouwd voor Sabena om te gebruiken op de toen pas geëlektrificeerde lijn Brussel – Luchthaven Brussels Airport. 15 stellen uit de serie MS54 zijn in 1988 omgebouwd tot posttreinstellen voor De Post.

Technische gegevens

De treinstellen hebben een asindeling (A1)(1A) + (A1)(1A) en worden aangedreven door vier elektromotoren (in elk draaistel een). Vanaf MS66 heeft het materieel een maximale snelheid van 140 km/h (daarvoor 130 km/h) en werd de tweebeenpantograaf vervangen door eenbeenpantograaf. Vanaf bouwjaar 1970 worden de motoren aangestuurd met choppers. Deze reeksen met choppers zijn in Duitsland niet toegelaten, hoewel de Duitse bovenleiding tot station Aachen 3000 V gelijkspanning voert (zoals in België) terwijl in de rest van Duitsland 15 kV wisselspanning gebruikt wordt.

De klassieke motorstellen zijn in treinschakeling koppelbaar met de MS75 ('Varkensneus') die ook uitgerust is met een semiautomatische koppeling henricot.

De treinstellen zijn gebouwd voor gebruik op 3000 volt gelijkspanning. Omdat op het Nederlandse net maar 1500 volt gebruikt wordt, kunnen deze stellen ook in Nederland rijden, zij het op halve kracht. Hierdoor kunnen de treinen ingezet worden voor de L-trein-diensten naar Nederland, al werd deze mogelijkheid in 2012 enkel nog benut op de lijn Luik-Guillemins - Maastricht. Eind 2012 werden de treinstellen op dit traject vervangen door de MS80. Op Lijn 12 Antwerpen - Roosendaal rijden de huidige stellen enkel in geval van uitval van een stel uit de reeks MS75 en dan wordt de trein beperkt tot Essen wegens problemen met het vrijeruimteprofiel bij de Roosendaalse perrons. De MS 001 tot 049, die veel hoger waren, konden wel zonder problemen Roosendaal aandoen.

Comfort

Het materieel heeft in tweede klasse de traditionele 2+3-opstelling van de banken. Bij maximale bezetting van alle zitplaatsen zit men daardoor vrij krap, terwijl er bij een lagere bezetting een 1+2-opstelling ontstaat die juist veel ruimer is. In eerste klasse is de opstelling 2+2. Elk treinstel heeft aan de uiteinden een intercirculatiedeur waardoor het mogelijk is van het ene treinstel naar het andere te lopen, zoals bij de Belgische MS96. De motorstellen staan theoretisch alle in dezelfde richting georiënteerd (bagageafdeling richting Brussel-Zuid bij doortocht in de Noord-Zuidverbinding) zodat in normale omstandigheden altijd een bagageafdeling aan een niet-bagageafdeling gekoppeld was. Enkel als een stel verkeerd georiënteerd stond en de twee tweedeklasseafdelingen gekoppeld waren konden reizigers van het ene stel naar het andere doorlopen. De treinbestuurder zit rechts in een klein hokje naast de doorloopkop.

Vanwege de leeftijd beschikt dit materiaal niet over modern comfort zoals airconditioning of een gesloten toiletsysteem. Wel hebben deze treinstellen een uitgebreide verwarmingsinstallatie, die zich als een groot blok onder de zitplaatsen bevindt, waardoor ze op koude winterdagen toch nog comfortabel warm zijn, in tegenstelling tot andere treinstellen. Sinds 1999 worden de reeksen MS66 tot 74 gemoderniseerd en in de nieuwe NMBS-huisstijl (wit-grijs) geschilderd. Hierbij wordt ook het interieur van de grond af aan opnieuw opgebouwd.

Een aantal klassieke stellen werden ook gemoderniseerd en aangepast tot CityRail-stellen die later ook op het GEN dienstdeden. Deze stellen zijn gelijkaardig aan de andere gemoderniseerden, met uitzondering van elektronische aankondigers, compartimenten met staanplaatsen, een aangepaste livrei en enkele technische details (zoals sluitseinen met leds en een statische omvormer). Vanaf 2019 werden deze stellen ontdaan van hun CityRailkleuren en terug omgevormd naar de NMBS New Look-kleuren.

Inzet

In hun beginjaren reden de klassieke motorstellen alle elektrische IC-verbindingen (toen nog 'Direct' genoemd) waar geen getrokken treinen op reden. Met de komst van MS80 (Break) en later de MS96 (Deense neus) werden de 'tweetjes' meer en meer verdreven van de IC- en IR-verbindingen en aldus steeds vaker ingezet als L-trein en P-trein. Met de komst van de MS08 (Desiro ML) worden ze ook steeds minder ingezet op de L-verbindingen. Tegenwoordig kan men ze vooral vinden op L-verbindingen in Wallonië (L-01, -04, -09, -15, & -31) en de S-netten van Luik en Charleroi (S41, S42, S43, S44, S61, S62 & S63). Daarnaast zijn ze te vinden op een heel beperkt aantal IC- (IC-07, IC-11 & IC-30), Brusselse S- (S6) en P-diensten, voornamelijk tijdens de spits.

Vandaag de dag rijden alleen de MS66's, MS70JH/TH, MS73's, MS74's, MS78's en MS79's nog rond.[1] Deze stellen zijn allemaal gemoderniseerd. De MS62's, MS63's, MS65's en MS70 Airports, die niet gemoderniseerd waren, zijn in 2012-2013 uit dienst gegaan. Sinds 2014-2015 worden ook gemoderniseerde motorstellen buiten dienst gesteld. Hoewel de MS75 technisch tot de klassieke motorstellen behoort, wordt die daar in het spraakgebruik niet toe gerekend. Een deel van de klassieke motorstellen is aan Italiaanse particuliere spoorwegmaatschappijen verkocht.[2] Ook daar worden ze stilaan op een zijspoor gezet.

Series

Het getal in het serienummer staat voor het bouwjaar. Tot 1 januari 1971 werd de typenummering gebruikt waarbij de motorstellen in het type 228 waren ingedeeld. Vanaf 1 januari 1971 wordt het reeksnummer gebruikt. Hierbij vervalt de typeaanduiding en blijft het volgnummer van drie cijfers behouden. De motorstellen '39 en '46 hebben ook nog stelnummers gehad, aansluitend op de stelnummers van de stellen '35: 13 tot 20 (MS39) en 21 (MS46). [3][4]

Serie Foto Nummers Aantal Max. snelheid Vermogen Lengte Massa Zitplaatsen Uit dienst Opmerkingen
MS39 001-008 8 130 km/u 840 kW 43.040 m 101 ton 143

30 1e klas
113 2e klas

1978 Hoogperronmotorstellen
MS46 009 1 140 km/u 830 kW 43,3xx m 110 ton 164

24 1e klas
140 2e klas

1978 Prototype en pseudo-hogesnelheidsmotorstel dat met 140 km/u kon rijden. Hoogperronmotorstel
MS50 010-034 25 130 km/u 620 kW 44.402 m 117 ton 170

32 1e klas
138 2e klas

1995 Vrijwel identiek aan MS53. Hoogperronmotorstellen
MS51 501
Later 050
1 45,78x m 98,5 ton 161

42 1e klas
119 2e klas

1978 Later vernummerd naar 050, nummer vrijgekomen wegens hernummering originele 050 in 062. Hoogperronmotorstel
MS53 035-049 15 44,402 m 116 ton 170

32 1e klas
138 2e klas

1995 Vrijwel identiek aan MS50. Hoogperronmotorstellen
MS54 050-128 79 45.280 m 106 ton 185

31 1e klas
154 2e klas

1995 050 is hernummerd naar 062 na brand van de oorspronkelijke 062 in februari 1971. 15 stellen zijn omgebouwd tot posttrein in 1988. Treinstel 106 reed rond 2004 als meettrein voor TBL.
MS55 502-539 38 45,680 m 105 ton 181

45 1e klas
136 2e klas

1995
MS56 129-150 22 45,280 m 101,5 ton 185

31 1e klas
154 2e klas

2000 Besplating van RVS, zijn niet geverfd
MS62
MS63
MS65
151-210
211-250
251-270
60
40
20
735 kW 46,575 m 101 ton 180

28 1e klas
152 2e klas

2013 151 hernummerd naar 050 eind jaren 90 wegens testen asynchrone motoren
MS66
MS70JH
MS70TH
601-640
641-664
665-676
40
24
12
140 km/u 770 kW 46,615 m 101 ton 180

28 1e klas
152 2e klas

n.v.t. Vanaf 665 zijn alle stellen uitgerust met thyristors. In 2006-2008 zijn alle MS70TH-stellen, behalve 672, gemoderniseerd tot MSCR.
MS70 Airport 801-806
Later 595-600
6 118

32 1e klas
86 2e klas

2013 Gebouwd voor diensten naar Brussels Airport-Zaventem, met een extra ruimte voor bagage.
MS73
MS74
MS78
MS79
677-706
707-730
731-756
757-782
30
24
26
26
770 kW 46,615 m 107,5 ton 178

28 1e klas
150 2e klas

n.v.t. In 2006-2008 zijn 677 t/m 683 en 707 t/m 730, behalve 709 en 716, gemoderniseerd tot MSCR.
MSCR
'CityRail'
960-999 40 Gemoderniseerde MS70TH, MS73 en MS74.

Interieurfoto's

Zie de categorie SNCB Classical EMU van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.