Oranjes eerste invasie

Oranjes eerste invasie, oftewel de eerste invasie van Willem van Oranje in de Spaanse Nederlanden, vond plaats in 1568. De invasie was eigenlijk een mislukking, maar wordt door de traditionele geschiedschrijvers gezien als het begin van de Tachtigjarige Oorlog.

Oranjes eerste invasie

Dalheim · Heiligerlee · Groningen · Eems · Jemmingen · Geldenaken

Eerste offensief van Oranje in 1568

Oorzaak

Na de Beeldenstorm in het najaar 1566 werd in augustus 1567 de Hertog van Alva door Filips II van Spanje naar de Nederlanden gestuurd om orde op zaken te stellen. Alva begon de opstandelingen, die veelal protestanten waren, hard aan te pakken. De landvoogdes Margaretha van Parma trad in september af, en het Eedverbond der Edelen, dat de opstandelingen had gesteund met een smeekschrift aan Margaretha van Parma, sloeg op de vlucht. Willem van Oranje, de stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht, vluchtte naar Dillenburg. Toen zijn zoon naar het Spaanse hof werd gevoerd door Alva, besloot hij met zijn broers en anderen een huurleger samen te stellen en een inval in de Nederlanden te wagen. Daarbij hoopten ze dat het volk in opstand zou komen, en dat ze de Spanjaarden zouden kunnen verdrijven.

Plan

Het oorspronkelijke plan was in de voorzomer van 1568 van verschillende kanten tegelijk de inval in de Spaanse Nederlanden in te zetten. In het noorden zou Lodewijk van Nassau de Eems oversteken om over Groningen en Friesland naar Holland te komen, in Gelre zou de graaf van Hoogstraten met een voorhoede Roermond trachten te bezetten om de weg over de Maas te banen voor het grote leger van Oranje zelf, dat over de rivier in het hart van het land, Brabant, zou binnendringen om met de hulp van de bevolking Alva te verdrijven. Voorts had Oranje zich in contact gesteld met de Watergeuzen en aan Sonoy en anderen commissie verstrekt. Zij zouden aan de Eemsmonding en op de kust de onderneming van graaf Lodewijk steunen. In het zuidwesten zouden hugenoten onder de heer van Cocqueville een aanslag op Artesië wagen, terwijl van de zeekant ook op hulp van de naar Engeland uitgeweken calvinisten werd gerekend.

De drie invallen

Willem van Oranje verdeelde het huurleger dat hij had samengesteld in drie groepen:

  • Eén groep, onder leiding van Jan van Montigny (Heer van Villers)[1], viel in april 1568 Opper-Gelre binnen. Op 23 april werd Roermond zonder succes belegerd. Dit leidde op 25 april tot de Slag bij Dalheim, die de opstandelingen verloren. Montigny werd gevangen naar Brussel afgevoerd.
  • Een andere groep viel onder leiding van Willems broers Lodewijk en Adolf van Nassau in mei het noorden binnen (Groningen). Oranje had zich in betrekking gesteld met de Watergeuzen en aan Sonoy en anderen commissie verstrekt om aan de Eemsmonding en op de kust graaf Lodewijk te ondersteunen met zijn actie. Na de veroordeling bij verstek van Willem van Oranje en in beslagname van diens goederen, vertrok Alva nu noordwaarts. Bij dat nieuws brak graaf Lodewijk het beleg van Groningen op en leverde slag bij Heiligerlee, wat hem een overwinning opleverde, maar op 21 juli werd hij bij Jemmingen door de geregelde troepen van Alva ingehaald en verslagen. Zelf ontkwam hij ternauwernood al zwemmend de Eems over en sloot zich daarna bij zijn broer aan. Zijn ervaring bewees dat op steun van het volk in het noorden van de Nederlanden niet gerekend moest worden.
  • Willem van Oranje zelf verzamelde op 31 augustus een leger van 25.000 man bij de Abdij van Rommersdorf en marcheerde in september via Sankt Vith en Kerpen naar Overmaas, waar hij zijn hoofdkwartier opzette in Wittem in het kasteel van Floris van Pallandt. Hij probeerde van daaruit eerst via Luik en daarna via Maastricht de Maas over te steken. Dit lukte niet, met als gevolg dat de troepen in Overmaas begonnen te plunderen: Heerlen en de kloosters van Rolduc en Hoogcruts werden het slachtoffer. Alva had inmiddels zijn hoofdkwartier op 28 augustus aan de westzijde van Maastricht gevestigd en wachtte daar Oranje af. Oranje vond een bondgenoot in Karel van Bronckhorst, heer van Obbicht en Papenhoven en slaagde erin in de nacht van 5 op 6 oktober daar een doorwaadbare plaats van de Maas te vinden, waardoor het leger naar Stokkem kon oversteken. Hij drong het prinsbisdom Luik binnen tot bij Tongeren, dat hij bezette, waarmee hij de stad Maastricht bedreigde. Alva zag dit gevaar en stelde zich op een heuvel op, waarna Oranje afzag van een aanval. Hierna liet hij Oranje verder naar het westen doorstoten, in de hoop daar een slag te kunnen leveren. Alva wist van Oranjes geldgebrek en paste een tactiek van geringe schijnaanvallen en terugtrekking toe om tijd te winnen en de legerbenden af te matten. Alleen aan de Gete bij Geldenaken leverde hij op 20 oktober ernstig slag, die Oranje verloor, waarbij Hoogstraten ernstig gewond raakte en De Hames en andere edelen sneuvelden. Bovendien liet nu Alva onderweg windmolens afbreken en dorpen platbranden en alle mogelijke mondvoorraden meenemen. De muiterij en plunderingen die ondanks de Oranje te hulp gekomen hugenoten bij zijn legerbenden uitbraken, noopten hem bij het naderen van de winter van 1568-69 de hele campagne af te blazen. Een terugtocht over de Maas via de stad Luik werd hem door prins-bisschop Gerard van Groesbeek geweigerd, en met de troepen van Alva op de hielen, moest hij nu de Maas stroomopwaarts volgen door Namen en Henegouwen richting Franse grens. Na de ontbinding van zijn troepen daar trok hij met een twaalfhonderdtal ruiters die zich bereid hadden verklaard hem te volgen, vergezeld van zijn twee broers Lodewijk en Hendrik, die ook bijna gans berooid waren, westwaarts om zich bij de hugenoten te voegen in Gascogne. De onderneming op de Nederlanden was volledig mislukt en Alva scheen zich voorgoed heer en meester van de door oorlog en geweld geteisterde gewesten te mogen beschouwen.

Resultaten

Alleen de Slag bij Heiligerlee werd gewonnen, maar door de daarop volgende Slag bij Jemmingen, waarbij Lodewijk van Nassau werd verslagen door de Spanjaarden, was het effect hiervan klein. De andere twee invallen waren ook mislukt.

Willem van Oranje en zijn bondgenoten moesten zich terugtrekken naar Slot Dillenburg, om de schade op te nemen en zich verder te beraden. Oranjes broer Adolf was omgekomen in de Slag bij Heiligerlee. De huursoldaten konden niet langer betaald worden en het leger viel uiteen.

Verscheidene gebeurtenissen uit Oranjes eerste invasie werden in het Wilhelmus, dat toen voor het eerst werd aangeheven, verwerkt, zoals de dood van Adolf en de confrontatie met Alva op het Lanakerveld bij Maastricht.

Het zou tot 1572 duren totdat de familie Oranje weer van zich zou laten horen; na de Inname van Den Briel zou Oranjes tweede invasie plaatsvinden.

Eerste opstand (1567-1570):Valencijn · Wattrelos · Lannoy · Oosterweel · Eerste invasie (Dalheim · Heiligerlee · Groningen · Eems · Jemmingen · Geldenaken · Loevestein)
Tweede opstand (1572-1576):Den Briel · Vlissingen · Tweede invasie (Valencijn · Bergen · Saint-Ghislain · Roermond · Diest · Leuven · Mechelen · Dendermonde · Zutphen · Bredevoort · Zwolle · Kampen · Steenwijk) · Oudenaarde · Stavoren · Dokkum · Don Frederiks veldtocht (Mechelen · Diest · Roermond · Zutphen · Naarden · Geertruidenberg · Haarlem · Diemen · Alkmaar) · Vlissingen · Borsele · Zuiderzee · Alkmaar · Leiden · Reimerswaal · Derde invasie · Mookerheide · Lillo · Zoetermeer · Buren · Oudewater · Schoonhoven · Krimpen aan de Lek · Woerden · Bommenede · Zierikzee · Muiden · Aalst · Slag bij Vissenaken · Maastricht · Antwerpen · Spanjaardenkasteel (Gent)
Algemene opstand (1576-1578):Utrecht · Steenbergen · Breda · Amsterdam · Gembloers · Zichem · Beleg van Limburg · Inname van Dalhem · Nijvel · Kampen · Rijmenam · Aarschot · Deventer
Parma's 9 jaren (1579-1588):Maastricht · 's-Hertogenbosch · Baasrode · Kortrijk · Delfzijl · Oldenzaal · Groningen · Mechelen · Zwolle · Hardenbergerheide · Coevorden · Halle · Steenwijk · Kamerijk · Doornik · Noordhorn · Breda · Aalst · Oudenaarde · Punta Delgada · Lochem · Eindhoven · Gent · Aalst · Terborg · Antwerpen · Zutphen · Kouwensteinsedijk (Antwerpen) · Amerongen · IJsseloord · Boksum · Axel · Neuss · Rijnberk · Grave · Zutphen · Warnsveld · Venlo · Sluis · Bergen op Zoom · Grevelingen
Maurits' 10 jaren (1588-1598):Zoutkamp · Breda · Steenbergen · Veldtocht van 1591 (Zutphen · Deventer · Delfzijl · Knodsenburg · Hulst · Nijmegen) · Steenwijk · Coevorden · Luxemburg · Geertruidenberg · Coevorden · Groningen · Hoei · Grol · Calais · Hulst · Veldtocht van 1597 (Turnhout · Venlo · Rijnberk · Meurs · Grol · Bredevoort · Enschede · Ootmarsum · Oldenzaal · Lingen · Rijnberk · Zaltbommel)
11 jaren strijd (1598-1609):Nieuwpoort · Rijnberk · Sluis · Oostende · Spinola 1605-1606 (Oldenzaal · Lingen · Bergen op Zoom · Mülheim · Wachtendonk · Kasteel Krakau · Bredevoort · Berkumerbrug · Grol · Rijnberk · Lochem · Grol · Gibraltar
Twaalfjarig Bestand (1609-1621):Gulik-Kleefse Successieoorlog (Gulik) · Wezel · Antwerpen
Eindstrijd (1621-1647):Gulik · Steenbergen · Bergen op Zoom · Veluwe · Breda · Oldenzaal · Grol · Baai van Matanzas · 's-Hertogenbosch · Veluwe · Wesel · Veldtocht langs de Maas (Venlo · Roermond · Maastricht) · Rijnberk · Maastricht · Philippine · Tienen · Schenkenschans · Breda · Venlo · Maastricht · Kallo · Duins · Sint-Vincent · Hulst · Antwerpen · Venlo · Puerto de Cavite
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.