Margaretha van Parma

Margaretha van Parma (Oudenaarde, 5 juli 1522 - Ortona, 18 januari 1586) was landvoogdes voor haar halfbroer, koning Filips II van Spanje, over de Habsburgse Nederlanden van 1559 tot 1567, toen de hertog van Alva naar de Nederlanden werd gezonden.

Margaretha van Parma door Anthonie Mor
Keizer Karel met Johanna en hun dochter Margaretha door Théodore-Joseph Canneel (1844)

Jeugd

Ze was een buitenechtelijk kind van keizer Karel V. Haar moeder was Johanna van der Gheynst, dochter van een tapijtverkoper uit Nukerke. Zij werd gedoopt in de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Pamele en opgevoed in Brussel onder toezicht van Margaretha van Oostenrijk en Maria van Hongarije, meer bepaald in het gezin van Andries van Douvrin, heer van Drogenbos en Sint-Martens-Bodegem. Op tienjarige leeftijd verhuisde Margaretha in 1533 naar Italië, waar zij opgroeide onder de hoede van vooral madame de Lannoy, weduwe van de voormalige onderkoning van Napels, Karel van Lannoy. Deze Italiaanse opvoeding verklaart ook waarom ze vooral bekend werd onder haar (Italiaanse) titel Madama, al had ze in 1529, toen Karel V haar als zijn dochter erkende, het recht gekregen de naam Margaretha van Oostenrijk te voeren.

Huwelijken

Ze huwde tweemaal.

  1. Op 29 februari 1536 trouwde zij in Napels met haar eerste echtgenoot Alessandro de' Medici, hertog van Florence. Deze werd vermoord in 1537.
  2. Op 4 november 1538 huwde ze een tweede maal in Rome, nu met Ottavio Farnese, een kleinzoon van paus Paulus III en van 1547 tot 1586 hertog van Parma en Piacenza. Zij kregen twee kinderen: Alessandro, de latere landvoogd van de Spaanse Nederlanden en zijn tweelingbroer Carlo, die binnen een jaar overleed.

Landvoogdes

In 1559, hetzelfde jaar dat Filips II voorgoed uit de Nederlanden naar Spanje vertrok, waar het koningschap zijn aandacht opeiste, werd Margaretha benoemd als landvoogdes der Nederlanden. Aan haar zijde had Filips zijn vertrouwde topadviseur Antoine Perrenot de Granvelle benoemd. Deze had Karel V ook al gediend. Hij was zeer invloedrijk, mede vanwege de geringe ervaring van Margaretha en daarom gehaat bij de Nederlandse adel. Margaretha kwam steeds meer in de knel tussen Filips II enerzijds en de plaatselijke adel anderzijds. In 1564 was Granvelle niet meer te handhaven en Filips stuurde hem naar de Franche-Comté, waar hij vandaan kwam. Niet alleen speelde de gebruikelijke machtsstrijd tussen adel en koning, maar ook de groeiende invloed van de Reformatie en de repressieve anti-ketterse plakkaten die al dateerden uit de tijd van Karel V. Margaretha's eigen houding in godsdienstige kwesties was waarschijnlijk relatief mild, maar Filips II was nog onverzettelijker dan zijn vader.

De Hertog van Alva leidt Margaretha van Parma uit Brussel, 30 augustus 1568.

Op 5 april 1566 nam zij het eerste van drie smeekschriften van Nederlandse edelen in ontvangst, waarin gevraagd werd om afschaffing van de Inquisitie. Haar naaste adviseurs hoonden de edelen weg, die door hen voor 'gueux' (bedelaars) werden uitgemaakt. Maar Margaretha stemde toe in opschorting van de activiteiten van de Inquisitie, zodat de edelen tijd werd gegund om handtekeningen te verzamelen en het smeekschrift direct bij Filips II in te dienen. Hoe gering de kans op inwilliging door Filips was, is nooit in de praktijk getoetst. Want zodra de druk op de protestanten werd verlicht, brak de (al tientallen jaren ondergrondse) Reformatie volledig door in het openbare leven, in de vorm van massaal bezochte hagenpreken en de gewelddaden van de Beeldenstorm tegen de door de calvinisten verafschuwde heiligenbeelden in de kerken, die door hen als afgodsbeelden werden beschouwd. De Zuid-Nederlandse reformator Guido de Brès, die al in 1561 de Confessio Belgica ofwel Nederlandse Geloofsbelijdenis opgesteld had, werd in mei 1567 wegens ketterij ter dood veroordeeld en in Valencijn opgehangen.

Terug naar Italië

Toen Filips II in augustus 1567 de hertog van Alva stuurde om met militair geweld het gezag te herstellen, de inzet van de Inquisitie te verhevigen en nieuwe hoge belastingen (de Tiende Penning) te vorderen om deze extra inspanningen te betalen, legde Margaretha uit protest haar ambt neer. Ze keerde terug naar Italië, waar zij in L'Aquila gouverneur van de Abruzzen werd. Ze heeft nog mogen meemaken dat haar zoon Alexander Farnese, de latere hertog van Parma, in 1578 landvoogd werd en als veldheer successen boekte in de Nederlanden. Bij het aantreden van haar zoon kwam Margaretha nog één keer terug naar de Nederlanden, waar zij geboren was. Er was sprake van dat ze samen aan de macht zouden komen, zij als landvoogdes en hij als militair leider. Maar Margaretha werd door haar zoon tegengehouden, waarop zij teleurgesteld terugkeerde naar Italië.

Palazzo Madama

Het Palazzo Madama en de Villa Madama in Rome zijn naar haar vernoemd. Het Palazzo Madama is vandaag de zetel van de Italiaanse Senaat.

Studies en romans

Jane de Iongh publiceerde over haar de studie Madama, Margaretha van Oostenrijk, Hertogin van Parma en Piacenza 1522-1586, Querido, Amsterdam, 1965. Jan Siebelink schreef de roman Margaretha (2002), gebaseerd op het leven van Margaretha van Oostenrijk, hertogin van Parma en Piacenza.

Voorouders

Voorouders van Margaretha van Parma
Overgrootouders Keizer Maximiliaan I (1459–1519

Maria van Bourgondië (1457–1482)
Ferdinand II van Aragon (1452–1516)

Isabella I van Castilië (1451–1504)
? (–)

? (–)
? (–)

? (–)
Grootouders Filips I van Castilië (1478–1506)
∞ 1496
Johanna van Castilië (1479–1555)
Gilles Johan van der Gheynst (–)

Johanna van der Coye (–)
Ouders Keizer Karel V (1500–1558)

Johanna van der Gheynst (-1542)
Margaretha van Parma (1522–1586)

Galerij

Voorganger:
Emanuel Filibert van Savoye
Landvoogdes van de Nederlanden
1559-1567
Opvolger:
Fernando Álvarez de Toledo
Zie de categorie Margaret of Parma van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.