Jan van Montigny

Jan van Montigny (heer van Villers) (gestorven Brussel, 2 juni 1568) was een Zuid-Nederlands edelman die zich tot het protestantisme had bekeerd.

Slag bij Dalem, april 1568

Hij was een van de ondertekenaars van het Verbond der Edelen. Hij woonde de vergaderingen in Breda en Dendermonde bij. Namens het eedverbond sloot hij een verdrag met Margaretha van Parma.

Begin 1568 wierf hij samen met Lumey troepen in Hoei, in het land van Luik. Lumey schreef op 7 maart aan Willem van Oranje dat zij 400 ruiters in dienst hadden genomen. Daarmee probeerden zij in samenwerking met twee andere groepen Geuzen de stad Roermond in te nemen. Door hevige tegenstand van de burgers lukte dit echter niet. Kort daarna werd De Montigny op 25 april 1568 na afloop van de verloren slag bij Daelhem gevangengenomen. Hij werd naar Brussel gevoerd. De Raad van Beroerten veroordeelde hem ter dood.

Op 2 juni 1568 werd hij op de Grote Markt van Brussel onthoofd. Samen met de Montigny werden nog drie anderen ter dood gebracht; Quinten Benoit, de baljuw van Adingen, de predikant Cornelis Niëen en de heer van Hoei, die samen met Montigny bij Dalhem gevangen was genomen.[1] De Montigny ging zijn dood monter tegemoet. De executie van de Montigny was drie dagen voor de executie van de graven van Egmont en Horne.

Voetnoten

  1. Lodewijk Gerard Visscher, Voorlezingen over de geschiedenis der Roomsch-Katholieke kerk in de Noord-Nederlanden, Utrecht, J. de Kruyff, 1853, blz. 19
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.