Beleg van Zierikzee (1575-1576)

Het Beleg van Zierikzee in 1575 was een door de in Spaanse dienst staande Cristóbal de Mondragón opgezette belegering van het door de Staatsen bezette vestingstad Zierikzee, ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog. Het beleg nam negen maanden in beslag van oktober 1575 tot en met 29 juli 1576, waarna Zierikzee moest capituleren voor de belegeraars.

Beleg van Zierikzee
Onderdeel van de Tachtigjarige Oorlog
Weergave van het beleg van Zierikzee.
Datumoktober, 1575 - 29 juli, 1576
LocatieZierikzee
ResultaatInname van Zierikzee door de koningszinden
Strijdende partijen
Zierikzee
Geuzen
koningszinden
Leiders en commandanten
Arend van Dorp Mondragon
Troepensterkte
1200 man 3000 voetvolk 400 cavalerie

Voorafgaand

Het Beleg van Bommenede kostte de Spaanse veldheer Cristóbal de Mondragón meer tijd dan voorzien, en men had die tijd in Zierikzee goed weten te benutten. In alle haast waren in het noorden en zuiden van de stad schansen opgeworpen. Munitie, versterkingen en voorraden waren binnen de stad verzameld om een langdurig beleg te kunnen doorstaan. Onder leiding van de staatsgezinde Arend van Dorp waren 1200 weerbare mannen binnen de poorten gebracht. Ook werd een tinnen belegeringsmunt geslagen, ter waarde van ruim 150.000 gulden waarmee soldij kon worden uitbetaald.

Er was in tussentijd een volksraadpleging geweest over een eventuele overgave. Echter de meerderheid stemde tegen. Kaspar van Vosbergen, de baljuw van de stad bedacht een list, en ging met Mondragon onderhandelen over een verzonnen overgave van de stad, inclusief enkele schepen welke nog buiten de stad lagen. Mondragon stemde gretig in, en liet de onderhandelaars naar de schepen varen. Aan boord bracht van Vosbergen de scheepslieden op de hoogte van zijn list, en vertelde daarna aan Mondragon dat de scheepslieden het niet eens waren met de plannen, en dat er niets anders op zat deze tijding weer over te brengen aan de bezetting van Zierikzee. Van Vosbergen bood nog aan als gijzelaar achter te blijven, maar daar wilde Mondragon niets van weten. Mondragon gaf een vrije aftocht aan de onderhandelaars en de schepen. Toen Van Vosbergen terug was in Zierikee met de schepen, en daar Spaansgezinden gevangen liet zetten, en de schepen doorzond naar Middelburg zag Mondragon dat hij bedrogen was. Mondragon liet daarop de stad omsingelen en plaatste geschut. Het beleg van Zierikzee was begonnen.

Beleg

Cristóbal de Mondragón

Mondragon kon de stad niet bestormen, maar probeerde wel door een langdurige belegering de stad van toevoer af te snijden en daarmee uit te hongeren. Echter de stad werd tot februari 1576 nog voorzien van proviand door middel van scheepjes die soms op klaarlichte dag onder zware Spaanse beschietingen de haven binnenvoeren, soms in het geheim via doorgestoken dijken. Mondragon liet intussen het vaarwater naar de haven afsluiten, en palen met kettingen slaan, en bouwde een pontonbrug. Op de flankerende dijken liet hij geschut plaatsen en liet zijn vloot in een boog voor de brug liggen. Vanuit Zierikzee probeerden scheepjes uitvallen te doen, en levensmiddelen te halen wat niet altijd even veel succes had. Op 12 december wisten de verdedigers met zes roeiboten nog een galjoen in te nemen, en in brand te steken. Zij namen hierbij 12 koningsgezinden gevangen. Op 14 december viel men vanuit de stad het dorp Serooskerke binnen dat men plunderde en in brand stak. Op 14 januari 1576 volgde weer een uitval met veertien bootjes vanuit de stad op het door de koningsgezinden bezette Noordwelle. De koningsgezinden waren de kerk in gevlucht en weigerden overgave. De kerk werd in brand gestoken, waarop de vluchtelingen naar beneden sprongen. Overlevenden werden vermoord. Een pasgeboren kind werd opgevangen en bleef gespaard. De moeder stierf twee dagen later aan haar verwondingen.

Pogingen tot ontzet

Wandkleed met de Staatse aanval op de koningszinden van 25 maart 1576

Intussen had Mondragon schansen opgeworpen, en beschikking over extra schepen en versterkingen gekregen. De belegerden wisten nog dienstboden buiten de stad te smokkelen die met behulp van postduiven aan admiraal Boisot en de Prins van Oranje om een ontzet vroegen. Op 25 maart kwam er echter een Spaanse vloot vanuit Brouwershaven. Vanuit Zierikzee wisten twee galeischepen met twee regimenten deze succesvol te verjagen, waarbij een Spaans Galjoen overvaren werd en acht mannen en een vrouw gevangen werden genomen. Er vonden bijna dagelijks nieuwe schermutselingen plaats. Op 11 april werd een eerste poging tot ontzet ondernomen. Er voer een vloot van honderd schepen naar Zierikzee, vijftig schepen vanuit Walcheren en vijftig vanuit Holland. Dertig waagden een aanval, maar stuitten op zware Spaanse tegenstand. Zij wisten desalniettemin twee Spaanse admiraalsschepen te bemachtigen en een ander schip in brand te steken. De gevechten begonnen bij valavond en duurden tot drie uur in de nacht. De volgende dag waagden de Staatsen een tweede poging, waarbij ditmaal aan beide kanten zware verliezen werden geleden. Op 4 mei moest men binnen Zierikzee op rantsoen. Tegen eind mei moest een gezin zich behelpen met vier kilo brood per week. Op 27 mei besloot de prins van Oranje een tweede poging tot ontzet, met een vloot inmiddels aangegroeid tot 150 schepen met 2100 weerbare mannen, en 2000 scheepslieden. Met een postduif was men binnen de stad op de hoogte gebracht om het ontzet te ondersteunen, drie kanonschoten waren het teken om daarmee te beginnen. Intussen probeerden twee schepen de Spaanse schans in te nemen, wat door de eb en verraad van een overloper op een fiasco uitliep. Zij wisten een schip te bemachtigen, en het andere de grond in te boren, waarbij 300 mannen verdronken. De volgende poging was op 1 juni, maar toen de belegeraars uitvielen, en zagen dat er geen ontzet was, trokken zij zich weer terug de stad in. Het ontzet werd uitgesteld tot 13 juni, maar wederom werd het door een overloper verraden. De Zeeuwse vloot voer hierop terug naar Walcheren. Intussen had binnen de stad de honger toegeslagen, en had men honden, katten en paarden opgegeten. Slechts de soldaten ontvingen dagelijks nog een pond brood. De Prins van Oranje waagde nog een laatste poging tot ontzet en had daarvoor 2000 Schotse soldaten laten overkomen. De postduif had echter de stad niet kunnen bereiken, en binnen de stad sloegen soldaten aan het muiten. Zij eisten twee maanden soldij, of zouden anders de stad plunderen. De prins moest daarop het ontzet opgeven.

Onderhandelingen tot overgave

Spaans beleg in 1576

Op 20 juni werden ten slotte onderhandelingen tot overgave aangevat, welke op 29 juli werden afgesloten. De stad zou haar vrijheid en rechten behouden, moest echter een schatting betalen van 200.000 gulden, waarvan de helft uiteindelijk werd kwijtgescholden wegens de verarmde staat van de burgers. Drie welgestelde burgers werden in gijzeling genomen totdat aan het contract was voldaan. Het garnizoen mocht de stad verlaten met stille trom, opgerolde vaandels, en gedoofde lont. Tijdens de inname van de stad hielden de gijzelaars en van Vosbergen zich echter schuil. Nadat Mondragon bekendmaakte dat diegenen die hem hielpen de doodstraf riskeerden, meldde van Vosbergen zich. Hij verklaarde dat ten tijde van oorlog een krijgslist is toegestaan. Mondragon bood hem een goede positie aan binnen het Spaanse leger, maar dat sloeg van Vosbergen af. Hij werd dus gevangengezet, maar wist evengoed nog te ontsnappen.

Muiterij en oproer

Kort na de inname van Zierikzee brak muiterij uit onder de Spaanse soldaten. Hun was beloofd dat ze soldij zouden ontvangen na de inname van Zierikzee, maar dit werd niet nagekomen, want de koning had in een brief op 23 juni laten weten dat de landvoogd, die de ‘echte middelen’ zou aanbrengen, in augustus of september zou komen en dat intussen de ministers naar eigen middelen moesten uitzien "om elke gisting onder het volk of onder het leger" te voorkomen. Toen die brief in Brussel aankwam was de toestand daar reeds aan het gisten. Wat men vreesde was gebeurd, bij de inname van Zierikzee was het leger aan het muiten gegaan. Omwille van hun soldij waren de troepen zuidwaarts getrokken.

Op 12 juli grepen ze de wapens, en eisten soldij. De dag erop plunderden en verbrandden ze het dorp Nieuwerkerk. Op 18 juli brak er een oproer uit binnen de wallen, en eisten ze 100.000 gulden binnen twee dagen, waarop uiteindelijk iedere ingezetene werd aangeslagen met een som geld, goederen, of zilver. De goederen werden te Antwerpen en Bergen op Zoom verzilverd, zodat men op 28 augustus nog maar 4000 gulden tekortkwam. Op het platteland was echter alles en iedereen geplunderd en arm gegeten. Toen er niets meer te halen viel, trok het gehele Spaanse leger vervolgens naar Brabant, zodat Mondragon gedwongen was de bezetting van Zierikzee weer op te geven en de stad op 3 november 1576 verliet. De muiters trokken eerst naar Brussel, maar dat was zwaar bewapend door de burgers zelf, daarom gingen ze naar Aalst en omgeving dat maandenlang geplunderd werd en waar ze hun wapenopslagplaats van maakten.

Nasleep

Vanwege de muiterij moest Zierikzee weer aan de opstandelingen worden overgelaten. Maar doordat het leger zich op zoek naar soldij bovendien tegen de koningsgetrouwe provinciën keerde, zodat die nu zelf voor de kosten van de oorlog moesten opdraaien, barstte de tegen de Spanjaarden gekoesterde haat los. In Brussel greep de bevolking zelf naar de wapens. Romero evenals Vargas en Roda moesten in veiligheid worden gebracht in het paleis, om ze aan de volkswoede te onttrekken. Roda's huis werd geplunderd, een bediende van hem vermoord, en het lijk ostentatief door de stad gesleurd. Op 27 juli kondigde de Raad van State onder dwang van het volk een plakkaat af tegen de muiters van Aalst, waarbij deze tot oproerlingen en vijanden van de koning werden bestempeld, en dienovereenkomstig mochten behandeld worden.

Op 7 augustus werd de Staten van Brabant veroorloofd om een eigen leger van vier- à zeshonderd ruiters en 3000 voetknechten samen te brengen om weerstand te kunnen bieden aan de muiters. Hiermee was de burgeroorlog dreigend. Deze situatie was koren op de molen van Willem van Oranje.

Eerste opstand (1567-1570):Valencijn · Wattrelos · Lannoy · Oosterweel · Eerste invasie (Dalheim · Heiligerlee · Groningen · Eems · Jemmingen · Geldenaken · Loevestein)
Tweede opstand (1572-1576):Den Briel · Vlissingen · Tweede invasie (Valencijn · Bergen · Saint-Ghislain · Roermond · Diest · Leuven · Mechelen · Dendermonde · Zutphen · Bredevoort · Zwolle · Kampen · Steenwijk) · Oudenaarde · Stavoren · Dokkum · Don Frederiks veldtocht (Mechelen · Diest · Roermond · Zutphen · Naarden · Geertruidenberg · Haarlem · Diemen · Alkmaar) · Vlissingen · Borsele · Zuiderzee · Alkmaar · Leiden · Reimerswaal · Derde invasie · Mookerheide · Lillo · Zoetermeer · Buren · Oudewater · Schoonhoven · Krimpen aan de Lek · Woerden · Bommenede · Zierikzee · Muiden · Aalst · Slag bij Vissenaken · Maastricht · Antwerpen · Spanjaardenkasteel (Gent)
Algemene opstand (1576-1578):Utrecht · Steenbergen · Breda · Amsterdam · Gembloers · Zichem · Beleg van Limburg · Inname van Dalhem · Nijvel · Kampen · Rijmenam · Aarschot · Deventer
Parma's 9 jaren (1579-1588):Maastricht · 's-Hertogenbosch · Baasrode · Kortrijk · Delfzijl · Oldenzaal · Groningen · Mechelen · Zwolle · Hardenbergerheide · Coevorden · Halle · Steenwijk · Kamerijk · Doornik · Noordhorn · Breda · Aalst · Oudenaarde · Punta Delgada · Lochem · Eindhoven · Gent · Aalst · Terborg · Antwerpen · Zutphen · Kouwensteinsedijk (Antwerpen) · Amerongen · IJsseloord · Boksum · Axel · Neuss · Rijnberk · Grave · Zutphen · Warnsveld · Venlo · Sluis · Bergen op Zoom · Grevelingen
Maurits' 10 jaren (1588-1598):Zoutkamp · Breda · Steenbergen · Veldtocht van 1591 (Zutphen · Deventer · Delfzijl · Knodsenburg · Hulst · Nijmegen) · Steenwijk · Coevorden · Luxemburg · Geertruidenberg · Coevorden · Groningen · Hoei · Grol · Calais · Hulst · Veldtocht van 1597 (Turnhout · Venlo · Rijnberk · Meurs · Grol · Bredevoort · Enschede · Ootmarsum · Oldenzaal · Lingen · Rijnberk · Zaltbommel)
11 jaren strijd (1598-1609):Nieuwpoort · Rijnberk · Sluis · Oostende · Spinola 1605-1606 (Oldenzaal · Lingen · Bergen op Zoom · Mülheim · Wachtendonk · Kasteel Krakau · Bredevoort · Berkumerbrug · Grol · Rijnberk · Lochem · Grol · Gibraltar
Twaalfjarig Bestand (1609-1621):Gulik-Kleefse Successieoorlog (Gulik) · Wezel · Antwerpen
Eindstrijd (1621-1647):Gulik · Steenbergen · Bergen op Zoom · Veluwe · Breda · Oldenzaal · Grol · Baai van Matanzas · 's-Hertogenbosch · Veluwe · Wesel · Veldtocht langs de Maas (Venlo · Roermond · Maastricht) · Rijnberk · Maastricht · Philippine · Tienen · Schenkenschans · Breda · Venlo · Maastricht · Kallo · Duins · Sint-Vincent · Hulst · Antwerpen · Venlo · Puerto de Cavite
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.