Nederlandse kabinetsformatie

Direct na de Nederlandse Tweede Kamerverkiezingen begint de kabinetsformatie. Tijdens de formatie wordt de basis gelegd voor een nieuw kabinet en voor het beleid dat dit kabinet zal voeren. Over de (in)formatie zelf bestaan geen wettelijke bepalingen of regels. Alleen het begin en het einde van de kabinetsformatie worden behandeld: het ontslaan van het oude kabinet en het benoemen van het nieuwe kabinet door het staatshoofd. Door de jaren heen is de procedure tot het tot stand komen van een nieuw kabinet continu gewijzigd. Wel doorloopt iedere kabinetsformatie over het algemeen de volgende stappen: verkiezingen, informatie, coalitieakkoord, formatie en beëdiging.

Kabinetsformatie door de jaren heen

  • Sinds 1939 (val van het kabinet-Colijn V direct na zijn aantreden) kwam het niet meer voor dat een kabinet tot stand werd gebracht zonder dat tijdens de formatie zeker is gesteld dat het kabinet kan rekenen op voldoende steun uit het parlement.
  • Sinds 1946 is het gebruik dat alle fractievoorzitters uit de Tweede Kamer bij het begin van formatie een advies aan staatshoofd uitbrengen.
  • Sinds 1963 is het gebruik dat niet de formateur op eigen houtje het regeerakkoord samenstelt maar dat de vertegenwoordigers van de coalitiepartijen rond de tafel zitten om hieraan te werken.
  • In 1971 (motie-Kolfschoten) heeft de Kamer zich uitdrukkelijk uitgesproken voor de mogelijkheid om in haar eerste bijeenkomst na de verkiezingen in het openbaar te beraadslagen over de aanwijzing van een (in)formateur.
  • Sinds 1994 (motie-Jurgens-Mateman) kan de Kamer een plenair debat voeren na afronding van de werkzaamheden van een informateur en in diens aanwezigheid. Later is deze mogelijkheid in het reglement van orde vastgelegd.
  • Sinds 2010 bestaat in het reglement van orde de mogelijkheid om in de eerste vergadering van de nieuwe Kamer te beraadslagen om de betekenis van de verkiezingsuitslag vast te stellen en zo richting te geven aan de kabinetsformatie.
  • Sinds 2012 wijzigde de Tweede Kamer haar reglement van orde, waardoor voortaan informateurs door de Kamer worden benoemd in plaats van door de Koning. De Koning wordt gedurende de formatie wel geïnformeerd over de gang van zaken.[1]

Werd er vroeger direct door de Koning na de consultatieronde de leider van de grootste partij tot formateur benoemd, sinds 1951 wordt er eerst een informateur benoemd. De introductie van de informateur kwam voort uit het feit dat de andere partijen het de formateur lastig konden maken, waardoor de winnaar van de verkiezingen de kabinetsformatie verloor. De informateur krijgt de opdracht onderzoek te doen over welke punten door welke fracties met vrucht onderhandeld kan worden. Deze informateur is door de jaren heen steeds meer het werk gaan doen van de eigenlijke formateur. Dit heeft tot gevolg dat sinds de jaren 80 eerst een verkenner wordt benoemd die het verkennende werk van de informateur over is gaan nemen en de informateur de opdracht om het regeerakkoord samen te stellen. Als na de adviezen aan de Koning niet geheel duidelijk was welke richting het op moest is in latere jaren een tussen-informateur benoemd. Deze persoon staat net als de Koning boven de partijen, bijvoorbeeld de vicepresident van de Raad van State of een Minister van Staat.[2][3]

Voor 2012 vroeg de Koning advies over een nieuw te vormen kabinet aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer, de vicepresident van de Raad van State, de fractievoorzitters in de Tweede Kamer en eventueel de Ministers van Staat. Daarna verzocht de Koning een of meerdere informateurs om de mogelijkheden te onderzoeken van een nieuw kabinet dat op voldoende steun in de Kamer kan rekenen. Hoewel het staatshoofd niet meer het initiatief neemt bij de kabinetsformatie en hiermee geen procesleider is, wordt de Koning gedurende het hele proces wel geïnformeerd door zijn vaste adviseurs en de informateur(s) en formateur. Volgens de theorie van Walter Bagehot is dit immers een van de drie klassieke rechten van een monarch: "Het recht om te worden geïnformeerd, het recht om aan te moedigen en het recht om te waarschuwen". Naast ontvangst van de drie vaste adviseurs brengen de informateurs regelmatig een bezoek aan het Staatshoofd en ontvangt de Koning de nieuwe voorzitters van de fracties voor een kennismakingsgesprek. Tijdens de formatie ontvangt de Koning in het licht van de relevante bepalingen van de Grondwet de formateur. De ministers en staatssecretarissen worden nog steeds bij koninklijk besluit benoemd.

Op verzoek van het presidium van de Tweede Kamer is de kabinetsformatie nieuwe stijl geëvalueerd door een commissie bestaande uit wetenschappers van de Universiteit van Nijmegen. De commissie concludeerde in december 2014 dat de nieuwe stijl goed werkt. De wijziging stuitte niet op constitutionele bezwaren. De commissie concludeerde wel dat de Koning, als staatshoofd en in zijn hoedanigheid als enige constante factor in de regering, in het vervolg beter geïnformeerd dient te worden. De Koning benoemt immers de nieuwe bewindspersonen en dient als staatshoofd betrokken te zijn bij de kabinetsformatie.[4] Tijdens de kabinetsformatie in 2017 werd de koning, in lijn met het rapport van de Commissie Bovend’Eert, totaal 22 keer geïnformeerd over de stand van zaken door de voorzitter van de Tweede Kamer, de informateurs en de formateur. Ook ontving de koning de voorzitter van de Eerste Kamer en de vicepresident van de Raad van State twee keer om zich te laten informeren over de politieke actualiteit.[5] De evaluatiecommissie die de kabinetsformatie van 2017 evalueerde oordeelde dat de koning deze formatie, conform zijn staatsrechtelijke positie, op correcte wijze was betrokken bij het proces.[6]

Verkennende fase: optreden informateur

De informateur onderzoekt welke combinaties van politieke partijen mogelijk zijn om tot een nieuwe regeringscoalitie te komen. Hij of zij voert hiervoor gesprekken met de fractievoorzitters en doet daarvan verslag. Daarna wordt een nieuwe opdracht aan dezelfde of een andere informateur gegeven. De informateur gaat onderhandelen met de fractievoorzitters van de coalitie die het meest haalbaar lijkt. Onderwerpen van de onderhandelingen zijn het regeringsprogramma en de verdeling van de posten. Het resultaat hiervan is een conceptregeerakkoord, dat de informateur opneemt in het eindverslag. De informateur beveelt hierin ook een formateur aan. Vaak is dit de toekomstige minister-president. Over het conceptregeerakkoord vindt alvorens de formateur benoemd wordt een debat plaats in de Tweede Kamer waar de fracties hun mening over kunnen geven. Op grond van de grondwettelijke rol en op verzoek van de Tweede Kamer, wordt de Koning tijdens het gehele proces van verkenning en informatie voortdurend geïnformeerd over de gang van zaken.

Als de onderhandelingen geen resultaat opleveren, kan de informateur zijn opdracht teruggeven, er wordt dan op basis van adviezen een nieuwe informateur benoemd. Het is overigens ook mogelijk dat direct een formateur wordt aangewezen en de informatiefase wordt overgeslagen.

Formateur vormt kabinet

Zodra de beoogde coalitiepartners een concept-regeerakkoord zijn overeengekomen, wordt een formateur benoemd met als opdracht een kabinet te formeren. De formateur benadert vervolgens, in overleg met onderhandelaars van de toekomstige coalitie, kandidaat-ministers en kandidaat-staatssecretarissen.

In de gesprekken wordt aan de kandidaten gevraagd of ze de afspraken in het regeerakkoord ondersteunen. Kandidaten krijgen de mogelijkheid alle niet-vertrouwelijke en niet-geheime dossier-stukken van hun beoogde portefeuille of departement indien gewenst of noodzakelijk in te zien om een goede afweging te maken voor hun eventuele toetreden tot het kabinet.

Daarnaast wordt volgens een vaste procedure nagegaan of er voor de kandidaat mogelijke bezwaren zijn om als minister of staatssecretaris tot het kabinet toe te treden. De formateur laat de achtergrond van de kandidaat onderzoeken: Justitie, de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de Belastingdienst kijken of er een dossier over de kandidaat aanwezig is en of dit bezwaren oplevert.[7] Ten slotte stelt de formateur in een persoonlijk gesprek, eventueel met een derde aanwezige van een andere politieke kleur, de vraag of er nog andere feiten 'uit heden of verleden' zijn, 'die op enig moment van negatieve invloed kunnen worden op het functioneren van de kandidaat als bewindspersoon, dan wel het kabinet in een moeilijke situatie zouden kunnen brengen'.

De kandidaat moet alle betaalde en onbetaalde nevenfuncties neerleggen en afstand doen van (de zeggenschap in) overige zakelijke of financiële belangen. In het licht van de relevante bepalingen van de Grondwet, stelt de formateur de Koning van zijn werkwijze op de hoogte.

Als de nieuwe ministersploeg compleet is, komen zij bijeen in een constituerende vergadering (beraad). Tijdens deze vergadering onderschrijven de ministers het regeerakkoord en wordt de portefeuilleverdeling en vervangingsregeling vastgesteld. In het eindverslag vermeldt de formateur welke ministers en staatssecretarissen bereid zijn toe te treden tot het nieuwe kabinet.

Benoeming en beëdiging

De Koning tekent de koninklijke besluiten waarin de ontslagaanvraag van vertrekkende bewindspersonen wordt geaccepteerd en nieuwe bewindspersonen worden benoemd. De nieuwe minister-president contrasigneert zijn eigen benoeming en de benoemingen en ontslagen van de andere ministers en staatssecretarissen en neemt daarmee de verantwoordelijkheid voor deze besluiten op zich (artikel 48 van de Grondwet). Van ministers die reeds deel uitmaakten van de vorige regering wordt eenvoudigweg de ontslagaanvraag niet ingewilligd. Zij worden ook niet opnieuw beëdigd.

De nieuwe ministers en staatssecretarissen zweren of beloven vervolgens trouw aan de Koning, het Statuut voor het Koninkrijk en de Grondwet, en leggen ten overstaan van de Koning een zuiveringseed af.[8] In 2012 werd dit voor het eerst live op televisie uitgezonden.

Presentatie kabinet

Het is gebruik sinds 1971 dat de nieuwe ministersploeg officieel samen met het staatshoofd met wie zij de regering vormen aan 'den volke' gepresenteerd wordt (met de traditionele 'bordesscène') door het gezamenlijk staan op de trappen van Paleis Huis ten Bosch en het laten maken van een groepsfoto door fotografen en beelden door visuele media.

Overdracht portefeuilles en departementen

De niet-terugkerende of uittredend ministers dragen hun departementen c.q. portefeuilles officieel over aan de nieuwe ministers en staatssecretarissen. Hierbij wordt ook een overdrachtsdossier ter hand gesteld en volgt de ondertekening dat alle verplichtingen en verantwoordelijkheden van hun ambtsvoorgangers worden doorgegeven c.q overgenomen.

Regeringsverklaring

Een aantal dagen na installatie, beëdiging en overdracht legt de minister-president namens de regering in de Tweede Kamer verantwoording af over de formatie en volgt het debat over de regeringsverklaring.

Plaats van handeling

De onderhandelingen vonden tot 2012 plaats in het gebouw van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, gelegen aan Binnenhof 22 in Den Haag. Daartoe stelde de Eerste Kamer de Ministerskamer en aanpalende ruimtes gelegen naast de vergaderzaal van de Eerste Kamer aan de informateurs en formateurs ter beschikking. De onderhandelingen over een te vormen kabinet en de gesprekken van de formateur met kandidaat-bewindslieden vonden in deze Ministerskamer plaats. Informateur Wijffels verplaatste de onderhandelingen voorafgaand aan de vorming van het kabinet-Balkenende IV in 2006 naar een hotel in Beetsterzwaag. Informateurs en formateurs worden ambtelijk ondersteund door enkele medewerkers van het Ministerie van Algemene Zaken.

Sinds 2012 vinden de onderhandelingen plaats in de Stadhouderskamer van de Tweede Kamer. Tijdens de kabinetsformatie in 2017 werd ook gebruik gemaakt van het Johan de Witthuis nabij het Binnenhof.

Beknopt overzicht van de kabinetsformatie

  1. Aan de vooravond van de verkiezingen biedt de Minister-President het ontslag van zijn kabinet aan bij de Koning. Hiermee is het kabinet demissionair. De Koning neemt de ontslagaanvraag in overweging en verzoekt de bewindspersonen al datgene te blijven verrichten, wat zij in het belang van het Koninkrijk noodzakelijk achten.
  2. Tweede Kamerverkiezingen.
  3. De benoeming een of meerdere informateur(s) zo vaak als nodig.
  4. De informateur doet zijn onderzoek en/of stelt een regeerakkoord op met de coalitiepartners en brengt vervolgens verslag uit. Over het concept-regeerakkoord wordt gedebatteerd in de Tweede Kamer. Op grond van de grondwettelijke rol en op verzoek van de Tweede Kamer, wordt de Koning geïnformeerd over de gang van zaken.
  5. De benoeming formateur, die, in het licht van de relevante bepalingen van de Grondwet, de Koning van zijn werkwijze op de hoogte zal stellen.
  6. De formateur stelt een kabinet samen.
  7. De ministerschappen en staatssecretariaten worden verdeeld.
  8. Het kabinet houdt een constituerend beraad.
  9. De niet-terugkerende ministers wordt ontslag verleend door de Koning.
  10. De nieuwe ministers en staatssecretarissen worden benoemd en beëdigd door de Koning.
  11. De niet-terugkerende of uittredend ministers dragen hun departementen c.q. portefeuilles over aan de nieuwe ministers en staatssecretarissen.
  12. Regeringsverklaring en debat in de Tweede Kamer.
  13. Regeerperiode (maximaal 4 jaar).
  14. De (grondwettelijke) zittingstermijn van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is ten einde of het kabinet komt ten val.
  15. Als het kabinet gevallen is volgt eventueel een lijmpoging. Als die slaagt gaat de regeerperiode verder.
  16. Het kabinet biedt ontslag aan en wordt demissionair.
  17. Nieuwe verkiezingen voor de Tweede Kamer.

Nederlandse kabinetsformaties sinds 1948

Sinds 1948 zijn onderstaande personen aangezocht als (in)formateur in Nederland:

KabinetDatum verkiezingenDatum beëdiging kabinetVerkenners en InformateursFormateur
Kabinet-Rutte III15-03-201726-10-20171. Edith Schippers (VVD), verkenner, 11 dagen
2. Edith Schippers (VVD), 49 dagen
3. Edith Schippers (VVD), 12 dagen
4. Herman Tjeenk Willink (PvdA), 30 dagen
5. Gerrit Zalm (VVD), 40 dagen
Mark Rutte (VVD), 15 dagen
Kabinet-Rutte II12-09-201205-11-20121. Henk Kamp (VVD), verkenner, 6 dagen

2. Henk Kamp en Wouter Bos (PvdA), 49 dagen

Mark Rutte (VVD) , 5 dagen
Kabinet-Rutte I09-06-201014-10-20101. Uri Rosenthal (VVD), 16 dagen
2. Herman Tjeenk Willink (PvdA), 10 dagen
3. Uri Rosenthal (VVD) en Jacques Wallage (PvdA), 16 dagen
4. Ruud Lubbers (CDA), 13 dagen
5. Ivo Opstelten (VVD), 31 dagen
6. Herman Tjeenk Willink, 7 dagen
7. Ivo Opstelten (VVD), 25 dagen
Mark Rutte (VVD), 7 dagen
Kabinet-Balkenende IV22-11-200622-02-20071. Rein Jan Hoekstra (CDA), 26 dagen
2. Herman Wijffels (CDA), 50 dagen
Jan Peter Balkenende (CDA), 12 dagen
Kabinet-Balkenende III30-06-2006
(val Balkenende II)
07-07-2006Ruud Lubbers (CDA), 5 dagenJan Peter Balkenende (CDA), 3 dagen
Kabinet-Balkenende II22-01-200327-05-20031. Piet Hein Donner (CDA), 11 dagen
2. Piet Hein Donner (CDA) en Frans Leijnse (PvdA), 77 dagen
3. Rein Jan Hoekstra (CDA) en Frits Korthals Altes (VVD), 36 dagen
Jan Peter Balkenende (CDA), 8 dagen
Kabinet-Balkenende I15-05-200222-07-2002Piet Hein Donner (CDA), 49 dagenJan Peter Balkenende (CDA), 19 dagen
Kabinet-Kok II06-05-1998



19-05-1999
(ontslagaanvraag)
03-08-1998



08-06-1999
(ontslagaanvraag ingetrokken)
1. Klaas de Vries (PvdA), 6 dagen
2. Wim Kok (PvdA), Gerrit Zalm (VVD) en Els Borst (D66), 68 dagen

Herman Tjeenk Willink (PvdA), 16 dagen
Wim Kok (PvdA), 15 dagen
Kabinet-Kok I03-05-199422-08-19941. Herman Tjeenk Willink (PvdA), 8 dagen
2. Klaas de Vries (PvdA), Gijs van Aardenne (VVD) en Jan Vis (D66), 45 dagen
3. Herman Tjeenk Willink (PvdA), 9 dagen
4. Wim Kok (PvdA), 24 dagen
Wim Kok (PvdA), 25 dagen
Kabinet-Lubbers III06-09-198907-11-19891. Jan de Koning (CDA), 6 dagen
2. Ruud Lubbers (CDA), 45 dagen
Ruud Lubbers (CDA), 12 dagen
Kabinet-Lubbers II21-05-198614-07-1986Jan de Koning (CDA), 50 dagenRuud Lubbers (CDA), 4 dagen
Kabinet-Lubbers I08-09-198204-11-19821. Jos van Kemenade (PvdA), 21 dagen
2. Willem Scholten (CDA), 30 dagen
Ruud Lubbers (CDA), 6 dagen
Kabinet-Van Agt III13-05-1982
(val Van Agt II)
29-05-1982Piet Steenkamp (CDA), 12 dagenDries van Agt (CDA), 5 dagen
Kabinet-Van Agt II26-05-198111-09-19811. Ruud Lubbers (CDA) en Jan de Koning (CDA), 42 dagen
2. Ruud Lubbers (CDA), Jan de Koning (CDA) en Ed van Thijn (PvdA), 25 dagen

formatie 1

3. Wilhelm Friedrich de Gaay Fortman (CDA), 13 dagen
1. Sjeng Kremers (CDA) en Ed van Thijn (PvdA), 16 dagen

informatie 3

2. Dries van Agt (CDA), 10 dagen
Kabinet-Van Agt I25-05-197719-12-19771. Joop den Uyl (PvdA), 45 dagen
2. Wil Albeda (ARP/CDA), 7 dagen
3. Joop den Uyl(PvdA), 30 dagen
4. Gerard Veringa (KVP/CDA), 7 dagen
5. Joop den Uyl (PvdA) en Gerard Veringa (KVP/CDA), 35 dagen
6. Koos Verdam ( ARP/CDA) en Maarten Vrolijk (PvdA), 15 dagen

formatie 1

7. Wim van der Grinten (KVP/CDA), 29 dagen
1. Joop den Uyl (PvdA), 10 dagen

informatie 7

2. Dries van Agt ( KVP/CDA), 12 dagen
Kabinet-Den Uyl29-11-197211-05-19731. Marinus Ruppert (ARP), 59 dagen

formatie 1

2. Dries van Agt (KVP) en Wil Albeda (ARP), 14 dagen
1. Jaap Burger (PvdA), 64 dagen

informatie 2

2. Jaap Burger (PvdA) en Marinus Ruppert (ARP), 19 dagen
Kabinet-Biesheuvel II20-07-1972
(val Biesheuvel I)
09-08-1972Barend Biesheuvel (ARP), 19 dagen
Ynso Scholten (CHU), 8 dagen (als adviseur)
Kabinet-Biesheuvel I28-04-197106-07-1971Piet Steenkamp (KVP), 39 dagenBarend Biesheuvel (ARP), 15 dagen
Kabinet-De Jong15-02-196715-04-19671. Jelle Zijlstra (ARP), 17 dagen
2. Louis Beel (KVP), 4 dagen
1. Barend Biesheuvel (ARP), 12 dagen
2. Piet de Jong (KVP), 16 dagen
Kabinet-Zijlstra14-10-1966
(val Cals)
22-11-1966formatie 1

Louis Beel (KVP), 13 dagen
1. Norbert Schmelzer (KVP), 17 dagen

Informatie

2. Jelle Zijlstra (ARP), 7 dagen
Kabinet-Cals27-04-1965
(val Marijnen)
08-06-1965Norbert Schmelzer (KVP), 11 dagen Jo Cals (KVP, 31 dagen
Kabinet-Marijnen15-05-196324-07-19631. Carl Romme (KVP), 16 dagen

Formatie 1

2. Louis Beel (KVP), 8 dagen
1. Wim de Kort (KVP), 21 dagen

Informatie 2

2. Jan de Quay (KVP), 11 dagen

3. Victor Marijnen (KVP), 9 dagen

Kabinet-De Quay12-03-195919-05-19591. Louis Beel (KVP), 13 dagen

formatie 1

2. Louis Beel (KVP), 13 dagen
1. Jan de Quay (KVP), 31 dagen

informatie 2

2. Jan de Quay (KVP), 6 dagen
Kabinet-Beel II12-12-1958
(val Drees III)
22-12-1958Louis Beel (KVP), 6 dagenLouis Beel (KVP), 3 dagen
Kabinet-Drees III13-06-195613-10-1956formatie 1 en 2

1. Piet Lieftinck (PvdA), 9 dagen
2. Piet Lieftinck (PvdA), 7 dagen
3. Wilhelm Friedrich de Gaay Fortman (ARP), 16 dagen
4. Wilhelm Friedrich de Gaay Fortman ( ARP), 8 dagen
5. Jaap Burger (PvdA), 20 dagen
1. Willem Drees (PvdA), 39 dagen
2. Carl Romme (KVP), 9 dagen

informatie 1 t/m 5

3. Willem Drees (PvdA) 5 dagen
Kabinet-Drees II25-07-195202-09-1952formatie 1 t/m 3

Cornelis Staf (CHU), 8 dagen
1. Willem Drees (PvdA), 27 dagen
2. Louis Beel (KVP), 13 dagen
3. Leendert Antonie Donker (PvdA), 17 dagen

informatie

4. Willem Drees (PvdA), 4 dagen
Kabinet-Drees I25-01-1951
(val Drees-Van Schaik
15-03-19511. Dirk Stikker (VVD), 5 dagen

formatie 1 en 2

2. Carl Romme (KVP), 15 dagen
1. Willem Drees (PvdA) en Josef van Schaik (KVP), 15 dagen
2. Max Steenberghe (KVP), 7 dagen

informatie 2

3. Carl Romme (KVP), 3 dagen
Kabinet-Drees-Van Schaik07-07-194807-08-1948geen1. Louis Beel (KVP), 10 dagen
2. Louis Beel (KVP), 9 dagen
3. Josef van Schaik (KVP), 8 dagen
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.