Tweede Kamerverkiezingen

Deelname

Om verkozen te worden in de Tweede Kamer moet men zich verkiesbaar stellen. Meestal gebeurt dit via een politieke partij, maar het is ook mogelijk om individueel verkiesbaar te zijn. Wel is een partij (een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid) benodigd om een aanduiding, anders dan enkel het lijstnummer, op het stembiljet te krijgen. De Kiesraad organiseert de landelijke en Europese verkiezingen. Ook beheert en regelt de kiesraad de aanmeldingen van de registraties.

Het verkiesbaar stellen voor de Tweede Kamer vindt plaats per kieskring. Nederland heeft 20 kieskringen. Voor elke kieskring kan een andere lijst worden ingeleverd, maar meestal is het grootste deel van de lijst voor elke kieskring identiek. Wanneer een partij nog niet is verkozen, zijn voor het deelnemen in een kieskring ondersteuningsverklaringen vereist van 30 kiezers uit de betreffende kieskring. Ondersteuningsverklaringen van kandidaten tellen ook mee, maar alleen in hun eigen kieskring.

Bovendien moet, naargelang de vestigingsplaats van de vereniging of van de eerstgenoemde kandidaat op de kandidatenlijst, een borgsom van € 11.250 of $ 11.250 betaald worden (in totaal, dus niet per kieskring). Deze krijgt de partij terug als het totaal aantal behaalde stemmen in alle kieskringen samen ten minste 75% is van het aantal stemmen dat nodig is voor een zetel.

Organisatie

Verkiezingen in Nederland worden georganiseerd door de afdeling burgerzaken van de gemeenten; deze verschaffen een stempas aan alle ingezetenen, zoals bepaald op basis van de gemeentelijke basisadministratie. De peildatum hiervoor is 43 dagen voor de verkiezing, tevens de dag van kandidaatstelling. De afdeling burgerzaken (in grote gemeenten ook Bureau Verkiezingen als onderdeel daarvan) is ook verantwoordelijk voor de opleiding en benoeming van de stembureauleden, het controleren van de door de stembureaus aangeleverde gegevens (zijn er evenveel stemmen uitgebracht als er stempassen zijn ingenomen) en het doorgeven van de uitslag aan het hoofdstembureau.

Het tellen van de stemmen is daarentegen de taak van het stembureau. Sinds het afschaffen van de stemcomputers zijn de meeste afdelingen burgerzaken minstens tot na twee uur 's nachts bezig met het verwerken van de gegevens, waarna het hoofdstembureau van het desbetreffende district de dag erna de bescheiden controleert en in ontvangst neemt en weer een dag later naar de kiesraad in Den Haag brengt.

Datum

Verkiezingen voor de Tweede Kamer vinden volgens de Kieswet in principe elke vier jaar plaats, in maart. Als er in dat jaar al verkiezingen worden gehouden voor de gemeenteraad of voor Provinciale Staten, worden de Tweede Kamerverkiezingen gehouden in mei.

Soms kan er besloten worden om vervroegde verkiezingen te houden. Dat gebeurt onder andere wanneer er een kabinet valt. Deze verkiezingen kunnen in elke maand gehouden worden.

De verkiezingen volgend op deze vervroegde verkiezingen vinden dan weer plaats in de maand maart of mei, 4 jaar en een aantal maanden later. Een uitzondering hierop is als er vervroegde verkiezingen in maart, april of mei zijn. De zittingstermijn wordt dan juist iets verkort, tot 3 jaar en ongeveer 11 maanden (tenzij in het jaar waarin de zittingstermijn eindigt verkiezingen worden gehouden voor de gemeenteraad of Provinciale Staten). Zo kon het dat na de verkiezingen van september 2012 pas in maart 2017 nieuwe verkiezingen gehouden werden.

Kiessysteem

Kiesdeler

De kiesdeler is in Nederland het aantal stemmen dat een partij moet behalen om een zetel in de Tweede Kamer te verkrijgen. De kiesdeler wordt berekend door het totale aantal uitgebrachte geldige stemmen te delen door het aantal Kamerzetels.

Restzetels

Na het tellen van de stemmen en het toewijzen van evenveel zetels aan elke lijst als het aantal malen dat die lijst de kiesdeler heeft behaald, worden de restzetels over de lijsten verdeeld volgens het stelsel van grootste gemiddelden. Zouden aan een lijst meer zetels moeten worden toegewezen dan er kandidaten zijn, dan worden de zetels die 'te veel' zijn door voortgezette toepassing van het stelsel van grootste gemiddelden aan een andere lijst toegewezen.

Binnen een lijst worden de zetels eerst toegekend aan de kandidaten die meer stemmen hebben ontvangen dan 25% van de kiesdeler (voor zover de lijst voldoende zetels toegewezen heeft gekregen), in de volgorde van de aantallen aan hen toegekende stemmen. Resteren dan nog zetels, dan worden deze toegewezen in de volgorde van de kieslijst.

Bij de verdeling van restzetels zijn de grote partijen in het voordeel. Partijen kunnen echter hun kansen vergroten door lijstverbindingen aan te gaan.

Partijen die de kiesdeler niet halen, komen ook niet in aanmerking voor een restzetel. Hierdoor is de kiesdeler in feite ook een zogenaamde kiesdrempel. Er bestaat echter geen officieel (vastgestelde) wettelijke kiesdrempel in Nederland. De kiesdrempel voor nationale verkiezingen is hierdoor in Nederland zeer laag in vergelijking met andere landen (0,67%, 1 zetel). België, Duitsland en verschillende andere Europese landen kennen bijvoorbeeld een kiesdrempel van 5%.

Geschiedenis

Overzicht Tweede Kamerverkiezingen 1977-2012

Referenties

  1. Artikel C1 van de Kieswet zoals deze luidt per 22 februari 2019, wetten.overheid.nl. Geraadpleegd op 27 mei 2019
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.