Kabinet-De Meester

Het kabinet-De Meester was een Nederlands kabinet tussen 1905 en 1908. Het kabinet, een coalitie tussen liberale en vrijzinnig-democratische ministers, beschikte noch in de Eerste Kamer noch in de Tweede Kamer over een meerderheid. Maar aangezien het kabinet werd gedoogd door de Sociaaldemocraten, kon het kabinet enkele jaren regeren.

Kabinet-De Meester
Kabinet in Nederland
PremierTh.H. de Meester
Politieke kleurLiberaal
Start17 augustus 1905
Demissionair21 december 1907
Eind12 februari 1908
VoorgangerKuyper
OpvolgerHeemskerk
Nederlandse kabinetten van 1848 t/m WO II
Portaal    Politiek

Onder dit kabinet kwam de voor de sociale ontwikkeling van Nederland belangrijke Wet op de Arbeidsovereenkomst van stand. Deze wet "tot wijziging en aanvulling van de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek omtrent huur van dienstboden en werklieden en daarmede samenhangende artikelen in dat wetboek, alsmede in de Wetboeken van Koophandel en van Burgerlijke Regtsvordering, in de Wet op de Regterlijke Organisatie en het Beleid der Justitie, en in de Faillissementswet(...)", werd aangenomen in juli 1907 en zou in werking treden onder een volgend kabinet, het Kabinet-Heemskerk, in februari 1909.

Formateur van het kabinet-De Meester was Hendrik Goeman Borgesius. De installatie van het kabinet vond plaats op 17 augustus 1905. Op 21 december 1906 vond de eerste grote crisis plaats, toen de Tweede Kamer dreigde de plannen van minister Staal te verwerpen. Na een lang debat, dat de geschiedenis in zou gaan als de Nacht van Staal lukte het de minister om zijn plannen goedgekeurd te krijgen. Enkele weken later, op 11 februari 1907, werden de plannen alsnog verworpen door de Eerste Kamer. Hierop diende het kabinet zijn ontslag in bij koningin Wilhelmina. Omdat het niet lukte een ander kabinet te vormen, wees Wilhelmina de ontslagaanvraag af. Alleen minister Staal trad af en werd vervangen.

Precies een jaar na de Nacht van Staal, op 21 december 1907, verwierp de Tweede Kamer de begroting van de opvolger van minister Staal. Hierop trad het kabinet af. Op 8 februari 1908 werd de ontslagaanvraag door de koningin aanvaard.

Ambtsbekleders

Ambtsbekleders Ministers / Ministerie Termijn Partij
mr.
Th.H. (Theo) de Meester

(1851–1919)
Voorzitter 17 augustus 1905 –
12 februari 1908
LU
Minister Financiën
mr.
P. (Pieter) Rink

(1851–1941)
Minister Binnenlandse Zaken 17 augustus 1905 –
12 februari 1908
LU
jhr.mr.
D.A.W. (Dirk) van Tets
van Goudriaan

(1844–1930)
Minister Buitenlandse Zaken 17 augustus 1905 –
12 februari 1908
O
(Oud-
Liberaal
)
mr.
E.E. (Eduard Ellis)
van Raalte

(1841–1921)
Minister Justitie 17 augustus 1905 –
12 februari 1908
VDB
J. (Jacob) Kraus
(1861–1951)
Minister Waterstaat, Handel
en Nijverheid
17 augustus 1905 –
1 juli 1906
LU
mr.
J.D. (Jacob) Veegens

(1845–1910)
Landbouw, Handel
en Nijverheid
1 juli 1906 –
12 februari 1908
VDB
generaal-majoor
H.P. (Henri) Staal

(1845–1920)
Minister Oorlog 17 augustus 1905 –
7 april 1907
(afgetreden)
LU
generaal-majoor
W.F. (Willem) ridder
van Rappard

(1846–1913)
7 april 1907 –
12 februari 1908
O
(Liberaal)
kapitein-ter-zee
W.J. Cohen Stuart

(1857–1935)
Minister Marine 17 augustus 1905 –
5 augustus 1907
(afgetreden)
O
(Liberaal)
viceadmiraal
J. (Jan) Wentholt

(1851–1931)
5 augustus 1907 –
12 augustus 1908
O
(Liberaal)
dr.
J. (Jacob) Kraus

(1861–1951)
Minister Waterstaat 1 juli 1906 –
12 februari 1908
LU
mr.dr.
D. (Dirk) Fock

(1858–1941)
Minister Koloniën 17 augustus 1905 –
12 februari 1908
LU
Bron: Kabinet-De Meester Parlement & Politiek
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.