Kabinet-Pierson

Het kabinet-Pierson was een Nederlands kabinet, dat regeerde van 1897 tot 1901. Het kabinet bestond uit conservatieve en vooruitstrevende liberalen, waarbij de vooruitstrevende liberalen (van de partij Liberale Unie) in de meerderheid waren (alleen de minister van Buitenlandse zaken was conservatief-liberaal). Het kabinet had de bijnaam het kabinet van sociale rechtvaardigheid.

Kabinet-Pierson
Kabinet in Nederland
PremierN.G. Pierson
Politieke kleurLiberaal (gematigd)
Start27 juli 1897
Demissionair28 juni 1901
Eind1 augustus 1901
VoorgangerRöell
OpvolgerKuyper
Nederlandse kabinetten van 1848 t/m WO II
Portaal    Politiek

Bijzonderheden

Op 31 augustus 1898 wordt koningin Wilhelmina meerderjarig en eindigt het regentschap van regentes Emma.

Minister De Beaufort spant zich erg in voor de Haagse Vredesconferentie in 1899. De deelname van het Vaticaan en van de Zuid-Afrikaanse Boerenrepublieken ligt daarbij erg gevoelig. Resultaat van de conferentie is de instelling van een Permanent Hof van Arbitrage.

In 1900 verwerpt de Eerste Kamer de ontwerp-Ongevallenwet van minister Lely, omdat zij de organisatie te centralistisch acht. Een tweede ontwerp, waarin meer wordt overgelaten aan het bedrijfsleven, haalt het wel.

Nederland zendt na de Engelse overwinning in Zuid-Afrika een oorlogsschip naar Zuid-Afrika om de president van Transvaal, Paul Kruger, op te halen en naar Europa te brengen.

De koningin trouwt in februari 1901 met de Duitse (Mecklenburgse) prins Heinrich, die na zijn huwelijk prins Hendrik heet.

Het kabinet-Pierson heeft een aantal belangrijke wetten tot stand gebracht. Enkele bekende wetten zijn:

Veel van deze wetten vormden de basis van latere wetten.

Ambtsbekleders

Ambtsbekleders Ministers / Ministerie Termijn Partij
mr.
N.G. (Nicolaas) Pierson

(1836–1909)
Voorzitter 27 juli 1897 –
1 augustus 1901
LU
Minister Financiën
mr.dr.
H. (Hendrik) Goeman
Borgesius

(1847–1917)
Minister Binnenlandse Zaken 27 juli 1897 –
1 augustus 1901
LU
mr.
W.H. (Willem) de Beaufort

(1845–1918)
Minister Buitenlandse Zaken 27 juli 1897 –
1 augustus 1901
O
(Conservatief-
Liberaal
)
mr.dr.
P.W.A. (Pieter) Cort
van der Linden

(1846–1935)
Minister Justitie 27 juli 1897 –
1 augustus 1901
O
(Liberaal)
C. (Cornelis) Lely
(1854–1929)
Minister Waterstaat, Handel
en Nijverheid
27 July 1897 –
1 August 1901
LU
J.C. Jansen
(1840–1925)
Minister Oorlog 27 juli 1897 –
31 juli 1897
(waarnemend)
LU
luitenant-generaal
K. (Kornelis) Eland

(1838–1927)
31 juli 1897 –
1 april 1901
(afgetreden)
LU
luitenant-generaal
A. (Arthur) Kool

(1841–1914)
1 april 1901 –
1 augustus 1901
LU
J.C. Jansen
(1840–1925)
Minister Marine 27 juli 1897 –
22 december 1897
(afgetreden)
LU
luitenant-generaal
K. (Kornelis) Eland

(1838–1927)
22 december 1897 –
12 januari 1898
(waarnemend)
LU
viceadmiraal
jhr.
J.A. (Jacob) Röell

(1846–1935)
12 januari 1898 –
1 augustus 1901
O
(Liberaal)
J.Th. (Jacob Theodoor)
Cremer

(1847–1923)
Minister Koloniën 27 juli 1897 –
1 augustus 1901
LU
Bron: Kabinet-Pierson Parlement & Politiek

Mutaties

Al kort na het optreden van het kabinet treedt minister Jansen van Marine af, omdat de Tweede Kamer zijn voorstel voor uitbreiding van de marinevloot afwijst.

Minister Eland van Oorlog lijdt begin 1901 een nederlaag in de Tweede Kamer. De minister kan zich niet verenigen met een amendement-Van Gilse dat er bij aanneming toe zou leiden dat een kortere diensttijd in de wet wordt vastgelegd. Als het amendement inderdaad wordt aangenomen, neemt Eland ontslag.

Zijn opvolger, generaal Kool, weet een nieuw voorstel wel door de Kamer te loodsen. Hij doet dat zo bekwaam, dat de wet ten aanzien van de diensttijd zelfs verder gaat dan het wetsvoorstel van Eland.

Zie de categorie Cabinet Pierson van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.