Klassiek liberalisme
Klassiek liberalisme is sinds midden twintigste eeuw een aanduiding voor diverse stromingen binnen het bredere liberalisme, die individualisme, eigendom en marktvrijheid als kernwaarden hanteren. De voorkeur om 'klassieke' liberalen genoemd te worden dient om deze stromingen aan de traditie van het vroege (economisch) liberalisme te verbinden, en kwam op in de jaren 50, toen Friedrich Hayek en anderen hun eerdere zelfbenaming als neoliberalen afschudden.[1]
De kwalificatie klassiek is grotendeels een gevolg van de verandering van de term liberalism in de Verenigde Staten. Terwijl liberalisme in Europa van oudsher de pro-marktpositie in economische politiek aanduidde, is de betekenis van liberalisme door toedoen van onder meer Roosevelts New Deal verschoven en duidt het een progressieve positie aan. De neoliberalen, die zich niet in deze sociaaldemocratische politiek konden schikken, en daarnaast ook niet het conservatisme wilden omarmen, namen de benaming 'klassiek liberalen' aan. Ook libertariërs hebben de zelfbenoeming "klassiek liberaal" omarmd, ondanks de verschillen in vrijheidsopvatting tussen hen en de vroege liberalen.[2]
Noten
- Philip Mirowski, The political movement that dared not speak its own name: the neoliberal thought collective under erasure. Institute for New Economic Thinking.
- Thomas A. Spragens, Jr. The Limits of Libertarianism. In Amitai Etzioni (red.), The Essential Communitarian Reader. Rowman & Littlefield, 1998, pp. 21-40.