Nederlandse kabinetten van 1848 t/m WO II

Kabinetten van 1848 tot 1918

In 1848 wordt een onder leiding van de liberaal Thorbecke ontworpen grondwetswijziging aangenomen die de macht van de koning drastisch terugdringt. Vanaf dat moment ligt de regeringsverantwoordelijkheid bij de ministers.

Kabinet Politieke kleur Aantreden Demissionair Aftreden
kabinet-SchimmelpenninckConservatief 25 maart 1848 17 mei 1848 21 november 1848
kabinet-De Kempenaer-Donker CurtiusGematigd liberaal 21 november 1848 26 september 1849 1 november 1849
kabinet-Thorbecke ILiberaal 1 november 1849 17 april 1853 19 april 1853
kabinet-Van Hall-Donker CurtiusConservatief 19 april 1853 24 juni 1856 1 juli 1856
kabinet-Van der BrugghenConservatief 1 juli 1856 1 maart 1858 18 maart 1858
kabinet-RochussenConservatief / liberaal 18 maart 1858 8 februari 1860 23 februari 1860
kabinet-Van Hall-Van HeemstraConservatief / liberaal 23 februari 1860 24 februari 1861 14 maart 1861
kabinet-Van Zuylen van Nijevelt-Van HeemstraConservatief / liberaal 14 maart 1861 17 december 1861 1 februari 1862
kabinet-Thorbecke IILiberaal 1 februari 1862 24 januari 1866 10 februari 1866
kabinet-Fransen van de PutteLiberaal 10 februari 1866 19 mei 1866 1 juni 1866
kabinet-Van Zuylen van NijeveltConservatief 1 juni 1866 28 april 1868 4 juni 1868
kabinet-Van Bosse-FockLiberaal 4 juni 1868 5 december 1870 4 januari 1871
kabinet-Thorbecke IIILiberaal 4 januari 1871 6 juni 1872 6 juli 1872
kabinet-De Vries-Fransen van de PutteLiberaal 6 juli 1872 20 juni 1874 27 augustus 1874
kabinet-Heemskerk-Van Lynden van SandenburgConservatief 27 augustus 1874 27 augustus 1877 3 november 1877
kabinet-Kappeyne van de CoppelloLiberaal (vooruitstrevend) 3 november 1877 11 juli 1879 20 augustus 1879
kabinet-Van Lynden van SandenburgLiberaal (behoudend) 20 augustus 1879 1 maart 1883 23 april 1883
kabinet-Heemskerk Azn.Liberaal (behoudend) 23 april 1883 30 maart 1888 21 april 1888
kabinet-MackayChristelijk 21 april 1888 9 juli 1891 21 augustus 1891
kabinet-Van TienhovenLiberaal 21 augustus 1891 24 april 1894 9 mei 1894
kabinet-RöellLiberaal (behoudend) 9 mei 1894 28 juni 1897 27 juli 1897
kabinet-PiersonLiberaal (vooruitstrevend) 27 juli 1897 28 juni 1901 1 augustus 1901
kabinet-KuyperChristelijk 1 augustus 1901 3 juli 1905 17 augustus 1905
kabinet-De MeesterLiberaal 17 augustus 1905 21 december 1907 12 februari 1908
kabinet-HeemskerkChristelijk 12 februari 1908 26 juni 1913 29 augustus 1913
kabinet-Cort van der LindenLiberaal (vooruitstrevend) 29 augustus 1913 2 juli 1918 9 september 1918

Kabinetten van 1918 tot 1940

Het liberale kabinet-Cort van der Linden, vanuit de oppositie gesteund door de sociaaldemocraten, voert in 1917 het algemeen mannenkiesrecht en de stemplicht in, en verandert het tot dan bestaande districtenstelsel in een stelsel van evenredige vertegenwoordiging. In 1919 wordt het algemeen vrouwenkiesrecht ingevoerd. Vanaf dan is er sprake van een volledige vertegenwoordigende democratie: de leden van de Staten-Generaal worden verkozen door en vertegenwoordigen het gehele Nederlandse volk.

Kabinet Voorzitter Partijen Van Demissionair Tot Dagen
Ruijs de Beerenbrouck I Charles Ruijs de Beerenbrouck RKSP, ARP, CHU 9 september 1918 18 juli 1922 (verkiezingen) 18 september 1922 1470
Ruijs de Beerenbrouck II Charles Ruijs de BeerenbrouckRKSP, ARP, CHU 18 september 1922 1 juli 1925 (verkiezingen) 4 augustus 1925 1051
Colijn IHendrikus Colijn (ARP) RKSP, ARP, CHU 4 augustus 1925 11 november 1925 8 maart 1926 216
De Geer IDirk Jan de Geer (CHU) RKSP, ARP, CHU 8 maart 1926 3 juli 1929 (verkiezingen) 10 augustus 1929 1251
Ruijs de Beerenbrouck III Charles Ruijs de BeerenbrouckRKSP, ARP, CHU 10 augustus 1929 15 mei 1933 (verkiezingen) 26 mei 1933 1385
Colijn IIHendrikus Colijn (ARP) RKSP, ARP, CHU, LSP, VDB 26 mei 1933 23 juli 1935 31 juli 1935 796
Colijn IIIHendrikus Colijn (ARP) RKSP, ARP, CHU, LSP, VDB 31 juli 1935 25 mei 1937 (verkiezingen) 24 juni 1937 694
Colijn IVHendrikus Colijn (ARP) RKSP, ARP, CHU 24 juni 1937 29 juni 1939 25 juli 1939 761
Colijn VHendrikus Colijn ARP, CHU, LSP 25 juli 1939 27 juli 1939 10 augustus 1939 16
De Geer IIDirk Jan de Geer (CHU) RKSP, SDAP, ARP, CHU, VDB 10 augustus 1939 3 september 1940 3 september 1940 390

Kabinetten tijdens de Tweede Wereldoorlog (Londense kabinetten)

Op 10 mei 1940 wordt Nederland binnengevallen door nazi-Duitsland. Op 13 mei vertrekt koningin Wilhelmina op uitdrukkelijk verzoek van het kabinet-De Geer vanuit Den Haag naar Zeeland, en als dat niet mogelijk blijkt naar Londen. De ministers volgen haar even later. Na het bombardement op Rotterdam besluit het Nederlandse leger op 15 mei te capituleren. Vanuit Londen worden de overige Koninkrijksdelen (Nederlands-Indië, Suriname en het Gebiedsdeel Curaçao) bestuurd, het verzet in Nederland gesteund, en later de terugkeer en wederopbouw voorbereid. De Geer moet op aandrang van koningin Wilhelmina al na enkele maanden het veld ruimen vanwege zijn defaitistische houding: hij is bereid de Duitse overmacht te erkennen en wil vredesonderhandelingen met de bezetter beginnen. Hij wordt vervangen door de strijdbare minister van Justitie Pieter Gerbrandy.

Kabinet Voorzitter Partij Van Demissionair Tot
Gerbrandy I Pieter Gerbrandy (ARP) RKSP, SDAP, ARP, CHU, VDB 3 september 1940 12 juni 1941 28 juli 1941
Gerbrandy II Pieter Gerbrandy (ARP)RKSP, SDAP, ARP, CHU, LSP, VDB 28 juli 1941 21 januari 1945 23 februari 1945
Gerbrandy III Pieter Gerbrandy (ARP)RKSP, ARP, VDB 23 februari 1945 12 mei 1945 24 juni 1945

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.