jaargetijde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: jaargetijde (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈjar.χə.ˌtɛɪ̯.də/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈjar.ɣə.ˌtɛː.də/
- (Limburg): /ˈjar.ɣə.ˌtɛɪ̯.də/
Woordafbreking
- jaar·ge·tij·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van jaar en getijde
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jaargetijde | jaargetijden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
jaargetijde o
- (tijdrekening), (eenheid) een deel van het jaar met unieke eigenschappen
- De jaargetijden waar veel mensen het meest van houden zijn de lente en de zomer.
Verwante begrippen
eenheden van tijd in het Nederlands (nld) |
---|
yoctoseconde • zeptoseconde • attoseconde • femtoseconde • picoseconde • nanoseconde • microseconde • milliseconde • centiseconde • deciseconde • seconde • decaseconde • hectoseconde • kiloseconde • megaseconde • gigaseconde • teraseconde • petaseconde • exaseconde • zettaseconde • yottaseconde |
seconde • minuut • kwartier • uur • dag / etmaal / nychthemeron • week • decade • maand / maanmaand • kwartaal / trimester / jaargetijde / seizoen • tertaal • semester • jaar / annum • lustrum • decennium • generatie • eeuw / hectoannum • millennium / kiloannum • mega-annum • giga-annum |
Vertalingen
1. een deel van een jaar met unieke eigenschappen
Gangbaarheid
- Het woord jaargetijde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'jaargetijde' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.