jaargetijde

Niet te verwarren met: jaartijd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jaargetijde    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈjar.χə.ˌtɛɪ̯.də/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈjar.ɣə.ˌtɛː.də/
    • (Limburg): /ˈjar.ɣə.ˌtɛɪ̯.də/
Woordafbreking
  • jaar·ge·tij·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jaargetijde jaargetijden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

jaargetijde o

  1. (tijdrekening), (eenheid) een deel van het jaar met unieke eigenschappen
    • De jaargetijden waar veel mensen het meest van houden zijn de lente en de zomer. 
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord jaargetijde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.