picoseconde
Nederlands
Woordafbreking
- pi·co·se·con·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | picoseconde | picoseconden picosecondes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
picoseconde v / m
- (tijdrekening), (natuurkunde)(eenheid) een tijdseenheid met een duur van 10-12 seconde of 0,000.000.001 milliseconde, weergegeven met symbool ps
Verwante begrippen
eenheden van tijd in het Nederlands (nld) |
---|
yoctoseconde • zeptoseconde • attoseconde • femtoseconde • picoseconde • nanoseconde • microseconde • milliseconde • centiseconde • deciseconde • seconde • decaseconde • hectoseconde • kiloseconde • megaseconde • gigaseconde • teraseconde • petaseconde • exaseconde • zettaseconde • yottaseconde |
seconde • minuut • kwartier • uur • dag / etmaal / nychthemeron • week • decade • maand / maanmaand • kwartaal / trimester / jaargetijde / seizoen • tertaal • semester • jaar / annum • lustrum • decennium • generatie • eeuw / hectoannum • millennium / kiloannum • mega-annum • giga-annum |
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord picoseconde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'picoseconde' herkend door:
54 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.