dans
Nederlands
Woordafbreking
- dans
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘beweging op muziek’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dans | dansen |
verkleinwoord | dansje | dansjes |
Zelfstandig naamwoord
dans m
- Een dans wordt meestal uitgevoerd op het ritme van de muziek.
- de keer dat iemand danst
- Hij was een aangenaan gezicht om naar zijn sierlijke dans te kijken.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
- de dans ontspringen
net niet verongelukken
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord dans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dans' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Frans
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / dɑns /
Woordafbreking
- dans
Woordherkomst en -opbouw
- Ontleend aan het Oudnoorse zelfstandige naamwoord dans, dat uit het Oudfranse komt
Naar frequentie | 1822 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | dans | dansen | danser | dansene |
genitief | dans' | dansens | dansers | dansenes |
Zelfstandig naamwoord
dans, m
Synoniemen
- [4]: musikkstykke
- [5]: dansetilstelning
Hyperoniemen
- [1-6]: bevegelse
Afgeleide begrippen
|
|
|
Turks
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / dɑns /
Woordafbreking
- dans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.