elfendans
Nederlands
Woordafbreking
- el·fen·dans
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van elf zn en dans zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | elfendans | elfendansen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
elfendans m
- lieflijke dans uitgevoerd door sprookjes figuren met vleugels; de elfen
- Gisteravond klonk La damnation de Faust (1846), een van de bijzonderste en verbeeldingrijkste composities uit de vorige eeuw met prachtig vloeiende en gewelfde muziek en lieflijke elfendans, een jacht te paard, een angstaanjagende gang naar de afgronden van de hel en een stralende hemelvaart van Marguérite. [1]
- Programmeer Amatorski en Cocorosie op dezelfde avond en je hebt een sprookjesaffiche. Plaats ze in het Rivierenhof tussen de bomen en de kikkervijvers en je hebt een bevreemdende elfendans. [2]
Gangbaarheid
- Het woord elfendans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- NRC Kasper Jansen 23 juni 1998 Matte stemming bij Berlioz
- De Standaard 02 AUGUSTUS 2011 OM 03:00 UUR | Sarah Vankersschaever Elfjes met ballen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.