danszaal
Nederlands
![](../I/m/COLLECTIE_TROPENMUSEUM_Danszaal_van_de_militaire_soci%C3%ABteit_Concordia_in_Weltevreden_Batavia_TMnr_60025399.jpg)
danszaal in Batavia
Woordafbreking
- dans·zaal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dans en zaal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | danszaal | danszalen |
verkleinwoord | danszaaltje | danszaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
danszaal v/m [1]
- een grotere ruimte die geschikt is om te dansen en danspartijen te houden
- Rotterdam in de roaring twenties was mooi en chique, met sierlijke danszalen. [2]
Gangbaarheid
- Het woord danszaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'danszaal' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.