Els (geslacht)

Els (Alnus) is een geslacht uit de berkenfamilie (Betulaceae). Het geslacht omvat circa dertig soorten die op het noordelijk halfrond voorkomen. Het zijn vochtminnende loofbomen die bloeien voordat de bladeren verschijnen. In de Benelux komen er twee soorten van nature voor: de zwarte en de grauwe els. De bladeren lijken op die van de hazelaar. Ze vallen groen van de boom en vertonen dus geen herfstkleur.

Els
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Fabiden
Orde:Fagales
Familie:Betulaceae (Berkenfamilie)
Geslacht
Alnus
Mill. (1754)
Elzenhaantjes
Geknotte els
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Els op Wikispecies
Portaal    Biologie

De soorten zijn eenhuizig en hebben dus zowel mannelijke als vrouwelijke bloeiwijzen. Deze worden katjes genoemd. De mannelijke katjes zijn langwerpig en hangen. De vrouwelijke katjes zijn eivormig tot langwerpig-eivormig en staan min of meer rechtop. Na de bevruchting groeien de vrouwelijke katjes uit tot groene, ribbelige kegeltjes. Deze rijpen in de herfst tot de zogenoemde elzenproppen (kegels zonder zaad), die nog wel een jaar aan de boom kunnen blijven zitten.

Naamgeving

De naam ‘els’ is verwant met het Latijnse woord alnus, dat ook "els" betekent, teruggaand op een stam *el-, die "rood" zou betekenen, vanwege de roodachtige kleur van elzenhout. Het woord els komt voor in plaatsnamen zoals Elzen, Elsene, Elshout, Elsloo en Elst.

Ecologie

Elzen kunnen uitstekend tegen vochtige omgevingen en ze staan dan ook veelal langs de waterkant of op moerassige grond.

Elzen leven in mutualistische symbiose met bacteriën uit het geslacht Frankia die zorgen voor de binding van stikstof uit de lucht. Deze levensgemeenschap bevindt zich in knolletjes aan de wortels. De knolletjes kunnen vuistgroot worden. De els functioneert daardoor als groenbemester. Na het omzagen van een els ontstaat er na vijf minuten een kleurverandering die kan variëren van rood tot bruin. Deze kleur wordt voornamelijk gevormd door koolstofmonoxide.

Doorgesneden wortelknol

Elzenhaantje

Het belangrijkste bladetende insect op elzen is het elzenhaantje (Agelastica alni).

Toepassingen

De els wordt samen met de Italiaanse populier in windsingels langs boomgaarden geplant. Doordat de fruitbomen in de luwte staan treedt er minder wind- en stormschade aan de vruchten op wat de oogst ten goede komt. Een houtsingel groeit tot een bepaalde hoogte waarna de bomen getopt worden. Op Terschelling werden elzen in elzenhagen rond akkertjes geplant om deze akkertjes te beschermen tegen het stuivende duinzand. Bij coulisselandschappen zoals rondom Staphorst-Rouveen en in het Westerkwartier rondom Marum is in feite sprake van een elzensingellandschap. Vele kilometers elzenrijen bakenen er de achter de boerderijen beginnende lange en smalle landbouwpercelen af. Deze singels worden van oudsher om de zeven jaar als hakhout afgezet. Net als de wilg kunnen elzen goed geknot worden.

Gebruik van het hout

Middeleeuws beeld uit elzenhout

Elzenhout is zacht hout met een rustige nerf en een rossige (zwarte els) of lichtbruin/gele (grauwe els) kleur. Het is ideaal voor houtsnijwerk, zowel voor kunstwerken als ook voor gebruiksvoorwerpen zoals houten lepels en schalen. Aan de buitenlucht is het hout niet bijzonder duurzaam, maar onder water is het vrijwel onbeperkt houdbaar. Elzen funderingspalen werden daarom vroeger onder andere onder Amsterdam gebruikt. In de traditionele meubelindustrie werd elzenhout om dezelfde reden vaak ingezet bij de vervaardiging van kastpootjes.

Elzenknopjes in de volksgeneeskunde

Volgens oud volksgeloof zijn elzenknopjes een effectief middel tegen reuma. Hiervoor moeten de knoppen na het plukken worden gedroogd, waarna er thee van kan worden gezet.[1]

Soorten & cultivars

  • Hartbladige els of Italiaanse els (Alnus cordata)
  • Japanse els (Alnus japonica)
  • Witte els of grauwe els (Alnus incana)
    • Alnus incana 'Aurea'
    • Alnus incaca 'Laciniata'
  • Zwarte els (Alnus glutinosa)
    • Alnus glutinosa 'Aurea'
    • Alnus glutinosa 'Imperialis'
    • Alnus glutinosa 'Incisa'
    • Alnus glutinosa 'Laciniata'
  • Japanse Kaukasische els (Alnus x spaethii)
    • Alnus x spaethii 'Spaeth'

Wetenswaardigheid

De Duitse dichter Johann Wolfgang von Goethe schreef het gedicht Der Erlkönig (Elzenkoning), waarin een doodziek kind in de armen van zijn vader jammert : "Mein Vater, mein Vater, und siehst du nicht dort, Erlkönigs Töchter am düstern Ort?" Franz Schubert heeft er indrukwekkende muziek bij gecomponeerd. De naam Erlkönig is echter ontstaan door een foutieve vertaling vanuit de Deense tekst van Johann Gottfried Herder: de oorspronkelijke tekst ging over een elfenkoning.[2]

Referenties

  1. Nijkamp J., Rook R., Slijper H. en Zweers K. (1976). De 12 maanden van het jaar. Utrecht/Antwerpen: Het Spectrum.
  2. Jacob und Wilhelm Grimm: Deutsches Wörterbuch 16 Bde. in 32 Teilbänden. Leipzig: S. Hirzel 1854-1960. Band 3. Spalte 906
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.